Art Concret: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanvulling, +opheffing
aanv oprichting, aanv tentoonstellingen
Regel 7:
[[File:Art Concret Manifesto.jpg|thumb|400px|''Manifest''.]]
== Oprichting ==
Na de ''de facto'' opheffing van De Stijl bleef bij Van Doesburg de behoefte bestaan zich met andere kunstenaars te combineren. Dit had een idealistische reden (het promoten van de abstracte kunst), maar het had ook een praktische reden (het huren van een tentoonstellingsruimte is in groepsverband aanzienlijk goedkoper dan alleen). In 1929 besprak Van Doesburg zijn plannen voor een nieuw collectief met de Uruguayaanse schilder [[Joaquín Torres García]]. Kandidaat-leden voor deze groep waren onder meer [[Georges Vantongerloo]], [[Constantin Brâncuşi]], [[František Kupka]], [[Piet Mondriaan]] en, [[Friedrich Vordemberge-Gildewart]], [[Antoine Pevsner]], [[Henri Nouveau]] en [[Louis Fernández]]. Van Doesburg wilde de leden echter verdelen in twee groepen: klasse A (kunstenaars die nog niet geheel abstract werkten) en klasse B (zij die dat wel deden). Omdat men bang was dat deze indeling zou leiden tot de diskwalificatie van groep A, werden de besprekingen met Van Doesburg al snel stopgezet en richtte Torres García, buiten Van Doesburg om, samen met de Belg [[Michel Seuphor]] de groep [[Cercle et Carré]] op.<ref>Wintgens Hötte (2009): p. 17.</ref>
 
Uiteindelijk besloot Van Doesburg samen te werken met de veel minder bekende kunstenaars [[Marcel Wantz]], [[Jean Hélion]], [[LéonOtto ArthurGustaf TutundjianCarlsund]], [[MarcelLéon WantzArthur Tutundjian]] en [[OttoWalmar Gustaf CarlsundSchwab]]. Wantz was typograaf en had tot dan toe nauwelijks geschilderd. Hélion was nog maar pas van figuratieve naar abstracte kunst overgestapt. Carlsund schilderde tot 1929 elkaar overlappende transparante vormen gebaseerd op muzikale tonen en richtte zich daarna pas op geometrisch-abstracte kunst. Tutundjian was het enige lid van Art Concret dat niet door Van Doesburg beïnvloed werd, hoewel zijn werk omstreeks deze periode wel steeds minimalistischer werd.<ref>Fabre (2009): p. 62.</ref> Op 25 december 1929 stuurde Van Doesburg het manifest ‘Base de la peinture concrète’ (basis van de concrete kunst), mede namens Carlsund, Hélion en Tutundjian, ter ondertekening op naar [[Friedrich Vordemberge-Gildewart]]. De groep heette toen nog ''Groupement 6,6''. Vordemberge tekende echter niet. De naam ''Art Concret'' is pas in 1930 ontstaan. In april dat jaar kwam ook het eerste en enige nummer van het gelijknamige tijdschrift van de groep uit met op pagina 1 het manifest.<ref>Wintgens Hötte (2009): pp. 17-18.</ref> De naam van Walmar Schwab ontbreekt onder het manifest vanwege zijn [[Nihilisme (filosofie)|nihilistische]] overtuiging.<ref>Fabre (2009): p. 64.</ref>
 
== Manifest ==
Regel 15:
 
== Tentoonstellingen ==
De groep heeft tentwee minste één tentoonstellingtentoonstellingen georganiseerd, namelijk: de tentoonstelling ''AC. Internationell utställning av post-kubistisk konst'', die in augustus 1930 in [[Stockholm]] plaats vond, en de tentoonstelling ''Production Paris 1930'' in [[Zürich (stad)|Zürich]] (najaar 1930).<ref>Fabre (2009): p. 66.</ref> De catalogus bij diede eerste tentoonstelling is samengesteld door Otto Gustaf Carlsund en Jean Hélion. Van 15 juni tot 13 juli 1945 vond in Galerie [[René Drouin]] de tentoonstelling ''Art Concret'' plaats.
 
== Opheffing ==
Regel 22:
== Bronnen ==
* Hoek, Els (redactie; 2000) ''Theo van Doesburg. Oeuvrecatalogus'', Bussum: Uitgeverij Thot, ISBN 90-6868-255-5, catalogusnummer 860, pp. 531-532.
* Fabre, Gladys (2009) "Towards a spatio-temporality in painting", in: Gladys Fabre en Doris Wintgens Hötte (red.), ''Van Doesburg & the international avant-garde. Constructing a new world'', [London]: Tate Publishing, ISBN 978-1-85437-872-9, pp. 58-67.
* Wintgens Hötte, Doris (2009) "Van Doesburg tackles the continent: passion, drive & calculation", in: Gladys Fabre en Doris Wintgens Hötte (red.), ''Van Doesburg & the international avant-garde. Constructing a new world'', [London]: Tate Publishing, ISBN 978-1-85437-872-9, pp. 10-19.
 
== Noten ==
{{References||2}}
 
[[Categorie:Kunstenaarscollectief]]