Otto II van Zutphen: verschil tussen versies

Otto was van moederskant een erfgenaam van Zutphen. Van vaderskant stamde hij van een Westfaals geslacht af dat rond Osnabrück bezittingen had daarnaast grafelijke rechten uitoefende in een westelijk deel van Westfalen. Mogelijk was dit geslacht verwant aan prefect Godfried rond het jaar 1000 die een oom was van moederskant van graaf [[Balderik van Duffelgouw|Balderik]], tweede man van [[Adela van Hamaland]]. Herman van Calvelage, neef van vaderskant, was in het huwelijk getreden met ''Edelinde van Northeim'', een Saksisch geslacht, die de oppervoogdij in handen had van de abdij Corvey aan de Weser. Otto oefende namens haar vader de ondervoogdij uit over goederen en onderdanen van de abdij Corvey rondom Meppen en Haselünne. [[Hendrik I van Zutphen]] volgde hem op. Otto en Hendrik hadden militaire en juridische macht over de bewoners van de kloosterbezittingen in en waren een financiële basis voor hun. Otto en zijn zoon Hendrik werden beschuldigd van zelfverrijking door deze abdij<ref>''Otto (II) 'de Rijke', 1063-1113 Heer en graaf van Zutphen'': [http://www.familiegodschalk.nl/genealogie-otto2.html familiegodschalk.nl]</ref><ref>Johanna Maria van Winter - ''Otto de Rijke ca.1050-1113, Graaf van Zutphen'':[http://www.biografischwoordenboekgelderland.nl/bio/4_Otto_de_Rijke biografischwoordenboekgelderland.nl]</ref>.