Inname van Wesel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Arch (hernoemd) (overleg | bijdragen)
aanv
Arch (hernoemd) (overleg | bijdragen)
+afb
Regel 22:
 
== Voorbereiding ==
[[Bestand:Wesel 1629-2.png|{{largethumb}}|De inname van Wesel op 19 augustus 1629]]
Op 9 augustus werden de bevelhebbers van [[Nijmegen]], [[Grave (plaats)|Grave]], [[Gennep]] en [[Ravenstein (stad)|Ravenstein]] gelast soldaten naar Emmerik te zenden. [[Gooswijn van der Lawick]] en [[Wolf Mislich]] de bevelhebber van [[Bredevoort]] kregen opdracht met zijn 600 soldaten uit Bredevoort, [[Groenlo]] en [[Zutphen]] vanuit de [[Schenkenschanz|Schenkenschans]] langs Emmerik op een half uur lopen van Wezel twee uur voor het aanbreken van de dag aanwezig te zijn. Van Gendt trok met 200 man vanaf 17 augustus naar Wezel, waar de troepen uit Nijmegen, Grave, reeds aanwezig waren. De verzamelde troep bestond nu uit 500 man en 80 ruiters. De bevelhebbers van deze troepen waren de kapiteins Marquette, Huygens, Laauwick, Diest en de [[Heerlijkheid Bredevoort|Drost van Bredevoort]] Laauwick. Van de ruiters de kolonel van Quadt, en ritmeesters IJsselstein, Morlot, Coringners, Starkenburg, Ketsky, Lindenaar en Jan van Nassau. Van Gendt wilde geen argwaan wekken, en liet het gerucht verspreiden dat zij het op een Spaans konvooi hadden gemunt. Op 18 augustus trokken zij vanuit de [[Schenkenschanz|Schenkenschans]] langs [[Emmerik]] en [[Rees]] naar Wezel. Bij Rees sloten 120 soldaten uit deze stad zich nog bij de groep aan. Te Wezel werden zij versterkt door de compagnieën van Gennep en Ravenstein zodat de groep nu uit ongeveer 1000 man bestond. Bij Wezel verdwaalde Van Gendt enkele malen en kon er geen ontmoeting plaatsvinden met Wolf Mislisch en zijn 600 soldaten uit Bredevoort, Groenlo en Zutphen. Van Gendt moest vervolgens de soldaten moed inspreken, die de hele operatie het liefst afgeblazen zagen, en beloofde hen een rijke beloning en buit! En in de vroege morgen van 19 augustus trokken zij naar Wezel.
 
== De aanval ==
[[Bestand:Wesel 1629.png|{{largethumb}}|De inname van Wesel op 19 augustus 1629]]
Dertig soldaten onder begeleiding van twee burgers Jan Roodleer en Pieter Muller liepen voorop, gevolgd door tachtig soldaten. De eerste twee groepen onder leiding van luitenant Tendel en kapitein Huygens wisten via een doorwaadbare plaats in de [[gracht]] op het [[bastion]] te komen en wisten meteen de [[wal]] en gracht te overmeesteren. Het bastion dat oostelijk van de stad lag was tussen twee [[hoornwerk]]en gelegen en was net begonnen om hiervan bastions te maken, de oude [[stadsmuur]] en torens waren daarvoor afgebroken en de ontstane opening door een [[Palissade|palisade]] afgesloten. De matrozen trokken de palisaden om met touwen, en drongen de soldaten het bastion binnen. Hier troffen zij felle weerstand van de Spaanse bezetters, en werden tot tweemaal toe teruggeslagen. De rest van de groep viel daarop onder leiding van Kapitein Huigens fel aan en wist de groep onder de Drost van Bredevoort door de gebaande weg de Bruinsche poort te bezetten en te openen zodat de [[cavalerie]] binnen kon komen. De poort werd geopend met behulp van een staatsgezinde smidsknecht. [[Fransisco Lozano]], de bevelhebber van Wezel verdedigde zich nog bij de Steenpoort maar werd gevangengenomen, waardoor de stad overmeesterd was. Wolf Mislich die nog steeds buiten de stad op Van Gendt wachtte hoorde het schieten in de stad en ging onmiddellijk in de aanval, en nam twee [[Schans (verdedigingswerk)|schansen]] in die de Spanjaarden aan de [[Lippe (rivier)|Lippe]] hadden opgeworpen. De kleinste aan de Lippe had halve bastions, de grootste aan de [[Rijn]] hele bastions, en was door natte grachten omgeven. De schansen werden zonder noemenswaardige tegenstand overmeesterd. Een Spaans schip die in de Rijn lag werd door Wolf Mislich tot zinken gebracht, waardoor een schipbrug de rivier af dreef. De operatie was succesvol verlopen en de inname van Wezel was hiermee een feit.
 
== Nasleep ==
[[Bestand:Wesel 1629-munt-v.png|120px|thumb|De inname van Wesel herdenkingsmunt (voorkant)]]
[[Bestand:Wesel 1629-munt.png|120px|thumb|De inname van Wesel herdenkingsmunt (achterkant)]]
De overwinning was een welkome en onverwachte opsteker voor de Nederlanden, zowel financieel als strategisch. De hele bezetting van Wezel, bestaande uit 1.200 soldaten, werd krijgsgevangen gemaakt. Onder de bezetting waren drie officieren en 108 soldaten aan doden gevallen, onder de [[Staatsen]] 1 officier en 8 soldaten. Binnen de [[Vesting (verdedigingswerk)|vesting]] werden 32 kanonnen buitgemaakt, een grote voorraad proviand, en een aanzienlijke buit in de vorm van zilver en bagage. Deze waren achtergelaten door vluchtende officieren die naar de Graaf van den Bergh waren getrokken. De verrassing van Wezel had een belangrijk gevolg voor het [[Beleg van 's-Hertogenbosch]] omdat de Spaansgezinde Graaf [[Hendrik van den Bergh]] en de Spanjaarden in Zuid-Nederland, waaronder in 's-Hertogenbosch, verloren hierdoor het logistieke centrum van hun bevoorrading. Hij liet [[Montecucculi]], die op 14 augustus [[Amersfoort]] nog had ingenomen, terugkomen van de [[Veluwe]], [[Amersfoort]] en het [[Huis Ter Eem]] werden verlaten, alle Spaanse troepen trokken zich terug over de [[IJssel]] waar Van den Bergh de schansen bezet hield, en vervolgens zelf in [[Rijnberk]] ging legeren. Een maand later capituleerde 's-Hertogenbosch.