Kasteel Genhoes (Valkenburg): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Aanvulling
+Link
Regel 13:
 
==Beschrijving==
Het kasteel bestaat uit een laat-gotische originele vleugel met een aangebouwde zware hoektoren (waarschijnlijk het oudste deel) en een later aangebouwde dwarsvleugel aan de achterzijde. Het geheel is uit mergelsteen opgetrokken en geheel omgracht. <br />Het kasteel is toegankelijk via een bogenbrug naar de hoofdingang in de oudste vleugel. Deze hoofdingang is voorzien van een barokke ingangspartij. Aan de noordzijde bevindt zich buiten de omgrachting nog een [[kasteelhoeve]]. Aan deze hoeve is een inrijpoort aangebouwd voor het gehele complex. Inwendig o.a. een balustertrap, stucplafond, betimmeringen, drie geschilderde supraporten en Lodewijk XV-schoorsteenmantel met schilderingen "Diana op jacht". In de kelders van het kasteel is nog een origineel [[cachot]] aanwezig.
 
==Herkomst naam==
Regel 19:
 
==Geschiedenis en bewoners==
Ooit moet op de plaats waar het huidige kasteel staat het domein hebben gestaan van de ridders van Valkenburg, voordat ze hun latere [[Kasteel Valkenburg|vesting]] op de [[Heunsberg]] in Valkenburg bouwden.
<br />Het kasteel is in [[1539]] door [[Jan van Strijthagen]], voogd van [[Valkenburg (Limburg)|Valkenburg]], gebouwd en werd toen nog [[Oud-Valkenburg]] genoemd. Door de [[Tachtigjarige Oorlog]] was het kasteel echter geen lang leven beschoren. Net als veel andere Limburgse kastelen moest ook dit kasteel het zwaar ontgelden in deze rumoerige tijden en ging het in vlammen op.
In [[1600]] werd het echter door de van Strijthagens herbouwd. Een Hoen [[van Hoensbroeck]] erfde het als schoonzoon van de familie. Het was in deze tijd dat het cachot door de [[heren van Genhoes]] intensief gebruikt werd als onderdeel van hun rechtspraak.
<br/>Een [[Letland|Letse]] [[maarschalk]], [[Thunderfeld]] genaamd, in dienst van de Oostenrijkse keizer, was de volgende eigenaar. Na de dood van de maarschalk werd het kasteel gekocht door de Akense lakenfabrikant [[Von Thimus]]. Hij liet het kasteel geheel moderniseren en de tweede vleugel aanbouwen. Zijn dochter trouwde met ene Pelser en hun nazaten werden twee eeuwen lang, tot [[1929]], de vaste bewoners. Van deze nazaten bleven uiteindelijk vier ongetrouwde zusters over waarvan de Jonkvrouwe van Pelser Berensberg de laatste eigenaresse was. Inmiddels werd het kasteel echter al bewoond door de families Huygen en Dankelman en de kunstschilder [[William Halewijn]]. In de vijftiger en de eerste helft van de zestiger jaren werd het kasteel bewoond door de gebroeders Jo en Piet Krijnen, antiquairs, die daar ook hun bedrijf hadden.