Motie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Vdw36 (overleg | bijdragen)
Regel 16:
# de motie niet aan alle vormvereisten voldoet;
## de motie onvoldoende handtekeningen heeft bij indiening;
# de motie de bevoegdheid van de vergadering overschrijdt, het competentiegeschil.
## intern
## extern
Regel 28:
 
'sub 5 lid 1' richt zich op de scheiding van machten en bevoegdheden. Het bestuur dient een motie in strijd met de machten scheiding naast zich neer te leggen, wordt de motie aangenomen dan is deze niet nietig maar wel zonder gevolg.
Het bestuur heeft immers in beginsel beleidsvrijheid, dit wil zeggen dat alle zaken aangaande het dagelijkse bestuur van een vereniging voorbehouden zijn aan de competentie van het bestuur. Het staat het bestuur vrij om een dergelijke motie in stemming te brengen, echter de motie krijgt zelfs bij unanieme aanname geen gevolg. Een aangenomen motie die zich richt op het dagelijkse beleid kan het bestuur niet binden en het bestuur kan een dergelijke motie daarom zonder formele gevolgen naast zich neerleggen. Materieel gevolg kan vanzelfsprekend wel zijn dat wanneer het bestuur geen gevolg geeft aan een dergelijke motie er de volgende vergadering een motie van wantrouwen jegens het bestuur in stemming wordt gebracht. Zie voor een uitgebreidere uitleg van dit beginsel het onderstaande kopje.
 
'sub 5 lid 2' richt zich op de competentie van de vergadering. Een vergadering kan geen besluiten nemen die buiten haar bevoegdheid liggen zoals het wijzigen van een wet of het verkopen van een object van geen eigendom is van de vereniging. Het bestuur dient een motie buiten de bevoegdheden van een vergadering naast zich neer te leggen, wordt de motie aangenomen dan is deze niet nietig maar wel zonder gevolg.
 
==Beleidsvrijheid bestuur en moties ==
 
Zoals hierboven is beschreven zullen moties welke de bevoegdheid van de vergadering overschrijden niet hoeven te worden uitgevoerd. In de praktijk ligt dit competentiegeschil vaak gevoelig en daarom is een korte uitweiding over de machtsverhoudingen binnen een vereniging hier op zijn plaats. Een vaak gehoord adagium is dat een vergadering het hoogste orgaan is van een vereniging. Dit standpunt is echter sinds het aurora arrest door de Hoge Raad op 19 februari 1960 is gewezen achterhaald. Tegenwoordig moet worden aangenomen dat het bestuur en de vergadering twee aparte naast elkaar functionerende organen zijn van gelijkwaardige importantie die beiden een eigen bevoegdheid hebben, en dus ook hun eigen plichten en ''rechten''. Het bestuur is belast met de dagelijkse leiding van de vereniging en het uitzetten van het beleid. De vergadering is enkel belast met de 'lange termijn besluiten' en de controle van het bestuur, de controlefunctie van de vergadering brengt wel met zich mee dat de vergadering bevoegd is om het bestuur te ontslaan.
 
Uit bovenstaande moet volgen dat een motie welke voorbij gaat aan de bevoegdheid van de vergadering geen gevolg ''moet'' krijgen. Wil een vergadering toch het bestuur binden op een gebied wat voorbehouden is aan het bestuur, dan kan dat formeel enkel door de statuten te wijzigen. Feitelijk is er nog een tweede weg om af te dwingen dat het bestuur uitvoering geeft aan de motie en dat is door te dreigen met het ontslag van het bestuur.
 
Een treffend voorbeeld van een motie welke inbreuk maakt op de beleidsvrijheid van het bestuur is de motie welke is aangenomen door de tweede kamer (de vergadering van de 'vereniging' Nederland) die betrekking heeft op de voorlichting over homoseksualiteit op scholen. Een meerderheid van de tweede kamer stemde vóór een verplichte voorlichting over homoseksualiteit op scholen. Echter het beleid aangaande emancipatie en de verantwoordelijkheid voor goed onderwijs zijn beide een onderdeel van beleid en derhalve voorbehouden aan de regering (het bestuur van de 'vereniging' Nederland). De motie moet dus zonder gevolg blijven (alhoewel het de regering vanzelfsprekend wel vrij staat om vrijwillig uitvoering te geven aan de motie). Wil de tweede kamer toch de motie afdwingen dan zal er een wet moeten komen welke de regering verplicht uitvoering te geven aan de motie (een 'statutenwijziging'), of, de naleving van de motie zal moeten worden afgedwongen door te dreigen met een motie van wantrouwen (dreigen met het 'ontslag' van het 'bestuur').
 
== Geldige moties==