Mungo Park (ontdekkingsreiziger): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Thijs!bot (overleg | bijdragen)
k sjabloon met link naar gelijknamige golfer
Taalvos (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
 
==Biografie==
Van de Niger wisten toentertijd de Europeanen niet veel meer dan dat deze bestond. Zelfs de stroomrichting was onbekend, en een van de theorieën die de ronde deden was dat de rivier westwaarts stroomde, en dat de [[Sénégal]] en de [[Gambia (rivier)|Gambia]] onderdeel uitmaakten van zijn grote [[rivierdelta|delta]]. Anderen dachten dat het de [[bovenloop]] van de [[Nijl]] was, of van de [[Kongo (stroom)|Kongo]], of dat de Niger uitkwam in het (nog onontdekte) [[Tsjaadmeer]]. Het [[Afrikaans Genootschap]] wilde dit raadsel oplossen. Eerder was in 1790-1791 [[Daniel Houghton]] voor het Genootschap naar de Gambia-rivier gezonden. Hij was het binnenland ingereisd, had van daaruit diverse brieven verzonden, maar was daarna verdwenen.
 
Park bood zijn diensten aan aan het Genootschap, en kreeg toestemming. Met een cheque van 500 pond om de onkosten te dekken, vertrok hij in mei [[1795]] naar de Gambia-rivier, waar hij de volgende maand aankwam. Hij verbleef enkele maanden in het [[slavenhandel]]sstation [[Pisania]] vanwege een ziekte, maar in december trok hij dan uiteindelijk het binnenland in, vergezeld van een [[Mandinka (volk)|Mandingo]] gids, Johnson en een slaaf, Demba, die echter later weigerde verder mee te reizen.
 
In [[Simbing]] hoorde Park het tot dan toe onbekende lot van Houghton: deze was daar ter plaatse aangevallen en vermoord door rovers. Men toonde Park de plek waar dit gebeurd was. Hierna kwam hij in [[Jarra]], in het koninkrijk [[Ludamar]]. De koning zette hem gevangen, maar hij wist te ontsnappen, samen met Johnson. Hierna werd hij ook nog beroofd, en ook besloot Johnson om te keren en naar zijn vrouw en kinderen terug te gaan. Geheel berooid kwam Park aan in het land [[Bambara (land)|Bambara]], waar de ontvangst een stuk vriendelijker was.
 
Op [[20 juli]] [[1796]] bereikte hijPark bij [[Segou]] de Niger, en bevestigde dat deze naar het oosten stroomde. Hij volgde de rivier stroomafwaarts tot [[Silla (Mali)|Silla]]. Hier keerde hij om. Hij werd op de terugreis nogmaals overvallen, waarbij alles werd meegenomen behalve zijn kleren en zijn hoed. Ook kreeg hij te maken met een zware aanval van [[malaria]], maar op [[10 juni]] [[1797]] was hij dan toch terug in Pisania.
 
Hij schreef een boek over zijn reis, ''Travels into the Interior of Africa'' (1799) trouwde, en vestigde zich als arts in [[Peebles (Schotland)|Peebles]] totdat hij in [[1803]] uitgenodigd werd om een tweede expeditie naar West-Afrika te leiden, ditmaal georganiseerd door de Britse regering. De voorbereidingen kostten echter tijd, die Park gebruikte om zijn [[Arabisch]] op te vijzelen, maar op 30 januari [[1805]] vertrok hij dan toch uit [[Portsmouth (Engeland)|Portsmouth]].