Heerlijkheid Almelo: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 47:
Nadat Zeger in 1674 kinderloos was overleden, vererfde de heerlijkheid op zijn neef Adolf Hendrik van Rechteren. Adolf Hendrik kwam via zijn huwelijk in 1695 met gravin Sophia Juliana van Castell-Rüdenhausen in contact met talloze Duitse vorstenhoven. Vanwege deze goede relaties werd hij in 1701 door de [[Staten-Generaal van de Nederlanden|Staten-Generaal]] als ''extraordinaris envoyé'' (gezant) naar de [[keurvorst]] van [[Mainz]] afgevaardigd. Tevens werd Adolf Hendrik namens de Staten-Generaal als onderhandelaar naar het hof van keizer [[Leopold I van het Heilige Roomse Rijk|Leopold I]] te [[Wenen]] gestuurd. Hier wist Adolf Hendrik zich zo verdienstelijk te maken, dat de keizer hem in 1705 tot [[Rijksgraaf|rijksgraaf]] van het [[Heilige Roomse Rijk]] verhief.
Naast zijn omvangrijke diplomatieke carrière hield Adolf Hendrik zich ook met Almelose zaken bezig. Met zijn toestemming werd het uit 1489 daterende raadhuis in 1690 afgebroken en door een nieuw vervangen.
In 1725 gaf Adolf Hendrik ook de aanzet tot de herbouw van de kerk aan het huidige Kerkplein te Almelo. Het duurde nog tot 1738 eer er voldoende geld bijeen was gebracht om met de bouw te beginnen.
|