Fiets: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
J. Schep (overleg | bijdragen)
Regel 30:
 
==Etymologie==
De herkomst van hethetwerk woord woord Nederlandse 'fiets' is onduidelijk. Het artikel in het [[Woordenboek der Nederlandsche taal]], geschreven in 1919, geeft twee etymologieën. Ten eerste zou het woord afgeleid zijn van de naam van een Wageningse wagenmaker, E.C. Viets, die rond 1880 rijwielen maakte. Deze voor de hand liggende verklaring werd van de hand gewezen, toen bleek dat het woord sinds [[1870-1879]] in Nederland voorkwam (hoewel het toen niet gebruikelijk was). Een tweede verklaring is dat het een verbastering is van het wat lange en lastig uit te spreken Franse 'vélocipède'. Tussenvormen als 'fielsepee' kwamen bijvoorbeeld in Twente voor.
 
Andere verklaringen zijn gezocht, maar voor deze geldt wat [[Ewoud Sanders]] indertijd schreef: "De herkomst van het woord fiets laat zich in twee woorden samenvatten: 'etymologie onbekend'." <ref>[http://www.ewoudsanders.nl/downloads/1996_Sanders,%20Ewoud_Fiets!.pdf Fiets! De geschiedenis van een vulgair jongenswoord] (Sdu 1996), blz 6</ref>