Ngawang Losang Chökyi Nyima Tenzin Wongchuk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
DéRahier (overleg | bijdragen)
k diakritische en andere typo's, typos fixed: bisexuele → biseksuele, hierarchie → hiërarchie met AWB
Regel 1:
'''Ngawang Losang Chökyi Nyima Tenzin Wongchuk''' ([[1870]] - [[1924]]) was de achtste [[jabzandamba]] van [[Mongolië]] en de zesde van Tibetaanse afkomst. Ook hij werd geselecteerd via de loterijprocedure van de [[Gouden urn]].
 
[[Bestand:BogdKhan.jpg|thumb|De achtste jebtsundamba koetoektoe; [[Ngawang Losang Chökyi Nyima Tenzin Wongchuk]] (1870-1924)]]
Hij was geboren in een welvarende familie, die rentmeesters leverde voor enkele van de landgoederen van de [[dalai lama]]'s. Het morele verval van de hiërarchie van het georganiseerde Mongoolse [[boeddhisme]] bereikt in zijn periode een hoogtepunt. In [[1875]] arriveert hij in Urga, het huidige [[Ulaanbaatar]].
 
Ngawang Losang Chökyi toont nauwelijks enige interesse in zijn religieuze taken en houdt zich vooral bezig met uit Europa geïmporteerd mechanisch speelgoed en een grote privé dierentuin met exotische dieren waaronder nijlpaarden en een giraffe. Op de leeftijd van 15 jaar vertoont hij al excessief gewelddadig gedrag. In de periode hierna ontwikkelt hij een openlijk bisexuelebiseksuele levenswandel en onderhoudt talloze relaties met mannen en vrouwen.
 
In 1911 valt in China de [[Qing-dynastie]]. Mongolië verklaart zich een onafhankelijk land, bestaande uit het grondgebied van de huidige republiek Mongolië en de huidige Chinese provincie [[Binnen-Mongolië]]. Ngawang Losang Chökyi roept zich uit tot Bogd Khan ( Keizer ) van Mongolië.
 
De formele onafhankelijkheid is echter van korte duur. Onder met name Russische druk wordt in het Tweede [[Verdrag van Kjachta]] vastgesteld dat Binnen-Mongolië onder de soevereiniteit van de [[Republiek China ]] valt en Buiten-Mongolië ( het gebied van de huidige republiek) een autonome status krijgt binnen Chinees staatsverband. China is echter in de praktijk in dit gebied niet meer in staat daadwerkelijk gezag uit te oefenen totdat het in 1919 het land weer weet te bezetten.
 
[[Bestand:Gandan Monastery 34.JPG|thumb|right| Het beeld van [[Chenrezig]] in de tempel van het Gandantegchinlin-klooster . Hoogte 26, 5 meter]]
In deze periode lijdt de jabzandamba al aan [[syfilis]] in het tertiaire stadium en is al haast blind. De Mongoolse ambassadeur in Rusland organiseert een gedwongen inzameling van fondsen in Mongolië en laat een immens beeld van de [[boddhisattva]] [[Chenrezig]] vervaardigen met als spreuk : "Die wat met zijn Ogen ziet". Hiermee was een astronomisch bedrag gemoeid, ook omdat de tempel bij het klooster [[Gandantegchinlin]] waar het beeld kwam te staan hiervoor geheel verbouwd moest worden.
 
In [[1913]] wordt opnieuw een gedwongen inzameling georganiseerd. Volgelingen van de Bogd Khan, die alle belang hadden bij het nog even uitblijven van zijn overlijden laten in [[Polen]] 10.000 beelden van [[ Amitabha ]] maken, de boeddha van het oneindige licht en in die hoedanigheid ook van een Langdurig Leven.
 
In [[1913]] wordt opnieuw een gedwongen inzameling georganiseerd. Volgelingen van de Bogd Khan, die alle belang hadden bij het nog even uitblijven van zijn overlijden laten in [[Polen]] 10.000 beelden van [[ Amitabha ]] maken, de boeddha van het oneindige licht en in die hoedanigheid ook van een Langdurig Leven.
 
In deze periode had de relatief kleine stad Urga ca. 30.000 inwoners. Daarvan waren er ca. 10.000 monniken. Naast de Jabzandamba waren er nog 46 andere koetoektoes van de hoogste orde. De kosten voor het extravagante bestedingspatroon moest door een straatarme bevolking worden opgebracht.
Regel 20 ⟶ 19:
De verbazingwekkende kracht en geloofwaardigheid van de geloofsstructuur die de achtereenvolgende [[jabzandamba]]'s belichaamden blijkt uiteindelijk toch beperkingen te hebben en niet bestand tegen de talloze bedreigingen die de Mongoolse staat het hoofd moest bieden.
 
In [[ 1920]] weet [[Roman von Ungern-Sternberg]] met delen van het voormalig [[Witte Leger]] Mongolië te bezetten. Hij verdrijft de Bogd Khan. In het volgend jaar weten echter Mongoolse revolutionairen met hulp van het Russische [[Rode Leger (Sovjet-Unie)|Rode leger]] von Ungern-Sternberg uit Urga en Mongolië te verdrijven. Feitelijk is de macht dan in handen van de Mongoolse
( marxistische) Volkspartij. De Bogd Khan mag dan tot aan zijn dood in [[1924]] met enkele geringe bevoegdheden formeel staatshoofd blijven.
 
De Partij had de ambitie om een andere sociale en economische ordening in het land te realiseren en verwachtte daarbij uiteraard weerstand van de hierarchiehiërarchie van het georganiseerd boeddhisme. Het wilde dan ook niet gelijk het tactische voordeel opgeven om het georganiseerde Mongoolse boeddhisme voorlopig zonder geestelijk leider te laten
 
Na de dood van Ngawang Losang Chökyi weet de partij dan ook het selecteren van een nieuw [[reïncarnatie]] te voorkomen.
Regel 33 ⟶ 32:
 
{{Opvolging
|vorige=[[ Ngawang Chökyi Wongchuk Trinley Gyatsho ]]<small><br />(1850-1868)</small>
|lijst=[[Jabzandamba]]<br />[[Bestand:Dharma wheel 1.png|30px|none|Dhamma wiel]]
|volgende=[[ Jampäl Namdröl Chökyi Gyaltsen]]<small><br />(1932)</small>
}}
 
[[Categorie:Geschiedenis van Mongolië]]
[[Categorie:Jabzandamba]]
 
 
[[de:Bogd Khan]]