Tankstation: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[Bestand:tankstation_japan.jpg|thumb|right|280px|Een bediend tankstation in Japan. Let op de (praktische) manier waarmee de benzineslangen zijn opgeborgen, namelijk hangend vanuit het dak]]
[[Bestand:Benzinepomp003.jpg|thumb|280px|right|ShelltankstationShell tankstation in Koblenz-Metternich]]
 
Een '''tankstation''' of '''pompstation''' is een plaats waar bestuurders van motorvoertuigen hun [[motorbrandstof|brandstof]] bij kunnen vullen, het zogenaamde "tanken". Bijna alle tankstations beschikken over [[benzine]] (euro 95 of 98) en [[diesel (brandstof)|diesel]] en op veel plaatsen kan ook [[autogas]] ([[lpg (brandstof)|lpg]]) getankt worden. Tegenwoordig zijn ook tankstations voor [[CNG|aardgas]], [[biogas]], [[HCNG|hcng]], [[waterstofgas]] en [[biobrandstof]] in opkomst.
Regel 16:
 
== Geschiedenis ==
[[Afbeelding:Wiesloch Stadtapotheke Erste Tankstelle 20100620.jpg|thumb|left|150px|De stadsapotheek in Wiesloch, het eerste "tankstation" ter wereld.]]
Het eerste tankstation ter wereld ''avant la lettre'' bevond zich in [[Wiesloch]]. [[Bertha Benz]] de echtgenote van [[Carl Benz]], de uitvinder van de [[auto]], kwam op [[5 augustus]] [[1888]] zonder brandstof te zitten tijdens een tochtje met een van Benz' prototypes, de ''Benz Patent-Motorwagen Nr.3''.
 
Regel 23:
Bertha bezocht de stadsapotheek van Wiesloch en kocht de hele ligroïnevoorraad op, na lang aandringen echter pas, want de apotheker Willi Ockel was helemaal niet enthousiast over dat "duivelse voertuig" voor zijn deur. Dit uitstapje ging tevens de geschiedenis in als de eerste langeafstandsrit met een automobiel. De apotheek wordt jaarlijks bezocht om het "eerste tankstation ter wereld" te bezichtigen.
 
[[Bestand:Tankstationmijnsheerenland.png|miniatuur|261px|Shell tankstation in de jaren '70]]
In feite was het aanvankelijk nog niet een uitgemaakte zaak dat auto's op benzine zouden rijden. Toen dat wél gebeurde, en het aantal auto's toenam, richtten bepaalde bedrijven (drogisten, fietsenmakers) depots in, waar men benzine in blikken kon kopen. Na 4- en 6-literblikken werden dit uiteindelijk 10-literblikken. Drie grote bedrijven: [[American Petroleum Company|Standard Oil]], [[Royal Dutch Shell|Shell]], en ''Continental Petroleum Company'' ([[Texaco]], [[Caltex]]) wierpen zich na ongeveer [[1905]] op de verkoop van benzine in de Benelux.
 
Zij beschikten reeds over depots langs belangrijke spoor- en waterwegen, voor zwaardere oliën. Benzine-opslag geschiedde aldaar in bovengrondse tanks met een inhoud van 50.000 liter. Aldaar was een vulinstallatie waar de beheerder de blikken mee afvulde en verzegelde. Op de blikken zat [[statiegeld]]. Het aantal benzinedepots nam van 1905 tot 1915 snel toe. De nederlandseNederlandse [[ANWB]] erkende zogenaamde ''bonds-benzinedepots''. In 1905 waren dat er 91.
 
Daar benzinedamp explosiegevaarlijk was, moest de totstandkoming van een lucht/benzinemengsel in de opslagruimte worden vermeden. Aldus ging men over op ondergrondse opslag. Een volgende stap was de handpomp, aanvankelijk van gietijzer en eventueel voorzien van een elektrisch verlicht merk. Hiermee kon men de benzine in principe rechtstreeks in de tank van de auto pompen. Probleem was hierbij de bemetering. Klanten vertrouwden de zaak aanvankelijk niet. De ''visible pump'' was daarop het antwoord.