Motie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Vdw36 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Een '''motie''' is een formeel middel waarmee een lid van een vergadering een discussiepunt voor kan leggen aan een vergadering. Hiertoe dient de motie in stemming gebracht te worden op een vergadering. Alle leden van een vergadering kunnen een motie indienen. Een bestuur zal over het algemeen geen moties indienen daar een bestuur door middel van het amenderen van een vergaderagenda discussiepunten in stemming kan brengen.
Een '''motie''' is een uitspraak (in de meeste gevallen een verzoek) van een vertegenwoordiging (bijvoorbeeld een algemene ledenvergadering, de [[Gemeenteraad]] of [[Tweede Kamer der Staten-Generaal|Tweede Kamer]]) aan het dagelijks bestuur (bijvoorbeeld [[Gedeputeerde Staten]] van een provincie) om iets te doen of juist na te laten.
 
Over het algemeen zal een motie een beleid-standpunt en/of een vraag aan het dagelijks bestuur bevatten. Het staat de vergadering echter vrij om iedere motie die haar goeddunkt welke door het bestuur in stemming wordt gebracht aan te nemen. Een motie krijgt echter pas betekenis als een meerderheid van de stemgerechtigde voor de motie stemt en de motie niet nietig is.
Alle volksvertegenwoordigers kunnen een motie indienen. De motie krijgt pas betekenis als een meerderheid van de volksvertegenwoordigers voor de motie stemt. De uitslag van een motie is niet bindend en bij een meerderheid zijn bewindslieden niet verplicht hier naar te handelen. Uitzondering hierop is de Motie van wantrouwen, deze is wel bindend en verplicht tot handelen.
 
Moties kunnen mondeling en schriftelijk worden ingediend, tenzij de vergadering zelf vormvereisten aan een motie verbindt. In Nederlandde beginnenNederlandse vergadercultuur zijn moties meestal schriftelijk en beginnen moties over het algemeen met ''gehoord de beraadslaging''. In het middenstuk wordt vaak een aantal punten opgesomd die de volksvertegenwoordigerindiener(s) geconstateerd heeft (''constaterende...'') en/of in overweging heeft genomen (''overwegende...''). Daarna volgt een verzoek aan het dagelijks bestuur (het dictum,
Oorspronkelijk werden moties vooral ingediend door de [[oppositie (politiek)|oppositiepartijen]]. Met de opkomst van het [[Dualisme_(politiek)|dualisme]] worden moties vandaag de dag ook veel meer ingediend door coalitiepartijen.
 
In Nederland beginnen moties meestal met ''gehoord de beraadslaging''. In het middenstuk wordt vaak een aantal punten opgesomd die de volksvertegenwoordiger geconstateerd heeft (''constaterende...'') en/of in overweging heeft genomen (''overwegende...''). Daarna volgt een verzoek aan het dagelijks bestuur (het dictum,
bijvoorbeeld ''verzoekt de regering...'' of ''draagt het college op...''). Een motie eindigt met de woorden ''en gaat over tot de orde van de dag''.
 
==Nietige en onmogelijke moties==
Een bijzondere motie is de [[motie van wantrouwen]]. Als een motie van wantrouwen wordt aangenomen, dient de bewindspersoon / de bewindslieden op te stappen. Een minder zware motie is de [[motie van afkeuring]], die in wezen betekent dat er een motie van wantrouwen zal volgen als het beleid niet veranderd wordt. Een nog mildere vorm is de [[motie van treurnis]].
 
Een motie kan om verscheidene redenen nietig zijn. Een nietige motie heeft geen betekenis en dient als niet genomen beschouwt te worden. Indien (de voorzitter van) een bestuur van mening is dat een motie nietig is dan dient deze de motie gemotiveerd 'naast zich neer te leggen' en niet in stemming te brengen.
 
Een motie is nietig indien:
# de motie in strijd is met de wet;
# de motie in strijd is met de statuten;
# de motie in strijd is met een nog geldend, bindend document;
# de motie niet aan een van de vormvereisten voldoet;
## de motie onvoldoende handtekeningen heeft bij indiening;
# de motie de bevoegdheid van de vergadering overschrijd.
## intern
## extern
 
'sub 1' en 'sub 2' zijn wettelijke vereisten en kunnen daarom niet door het bestuur of de vergadering opzij worden gezet. Het bestuur dient een motie in strijd met wet of statuten naast zich neer te leggen, wordt de motie aangenomen dan is deze nietig.
 
'sub 3' richt zich op documenten zoals een HR. Het bestuur dient een motie in strijd met een dergelijk document naast zich neer te leggen, wordt de motie aangenomen dan is deze nietig.Wanneer een motie in strijd is met een geldig en tevens bindend document dan ''kan'' de motie immers geen gevolg krijgen. De enige wijze waarop een dergelijke motie alsnog kan worden aangenomen is door het betreffende document te wijzigen. Deze wijziging zal meestal met een gekwalificeerde meerderheid moeten geschieden.
 
'sub 4' en ' sub 4 lid 1' richten zich puur op vormvereisten gecreëerd door een vergadering zelf. Het bestuur dient een motie in strijd met de vormvereisten naast zich neer te leggen, wordt de motie aangenomen dan is deze nietig.
Bijna iedere vergadering heeft zijn eigen procedures aangaande het indienen van moties. Afwijking van deze procedures maakt het formeel onmogelijk om een motie in stemming te brengen. Het bestuur dient een dergelijke motie naast zich neer te leggen, wordt de motie aangenomen dan is de motie nietig. Het staat leden van de vergadering vrij om een motie met dezelfde inhoudt opnieuw in te dienen in overeenstemming met de vormvoorschriften. Indien een vergadering geen procedures heeft aangaande het indienen van moties dan kan een motie op iedere mogelijke wijze, schriftelijk en mondeling, worden ingediend.
 
'sub 5 lid 1' richt zich op de scheiding van machten en bevoegdheden. Het bestuur dient een motie in strijd met de machten scheiding naast zich neer te leggen, wordt de motie aangenomen dan is deze niet nietig maar wel zonder gevolg.
Het bestuur heeft immers in beginsel beleidsvrijheid, dit wil zeggen dat alle zaken aangaande het dagelijkse bestuur van een vereniging voorbehouden zijn aan de competentie van het bestuur. Het staat het bestuur vrij om een dergelijke motie in stemming te brengen, echter de motie krijgt zelfs bij unanieme aanname geen gevolg.Een aangenomen motie welke zich richt op het dagelijkse beleid kan het bestuur niet binden en het bestuur kan een dergelijke motie daarom zonder formele gevolgen naast zich neerleggen. Materieel gevolg kan vanzelfsprekend wel zijn dat wanneer het bestuur geen gevolg geeft aan een dergelijke motie er de volgende vergadering een motie van wantrouwen jegens het bestuur in stemming wordt gebracht.
 
'sub 5 lid 2' richt zich op de competentie van de vergadering. Een vergadering kan niet besluiten nemen welke buiten haar bevoegdheid liggen zoals het wijzigen van een wet. Het bestuur dient een motie buiten de bevoegdheden van een vergadering naast zich neer te leggen, wordt de motie aangenomen dan is deze niet nietig maar wel zonder gevolg.
 
== Geldige moties==
Een motie is geldig indien de motie niet in strijd met wet, statuten of enig ander bindend geldend document is, en, in overeenstemming met de vormvereisten ingediend wordt, in stemming wordt gebracht en wordt aangenomen, en, de motie zich richt op een werkgebied wat onder de competentie valt van een vergadering.
 
Een motie valt in ieder geval onder de competentie van een vergadering indien:
* de statuten dit bepalen;
* de motie een wijziging van statuten bevat, de motie zal dan wel naar alle waarschijnlijkheid met een gekwalificeerde meerderheid moeten worden aangenomen;
* de motie een wijziging, voorstel of intrekking van een ander regelgevend document bevat, zoals bijvoorbeeld een HR;
* de motie de goedkeuring of afkeuring van een begroting of eindafrekening bevat;
* de motie een goedkeuring of afkeuring van het bestuur, een commissie of een commissaris bevat;
* de motie het lidmaatschap, de schorsing of het royement van personen betreft;
* de motie het voortbestaan of de fusie van de vereniging betreft.
 
 
==Ordemoties==
 
Een speciale categorie van moties zijn de ordemoties. Onderstaande is een beschrijving van de algemeen gangbare procedures ten aanzien van ordepunten. Verenigingen kunnen statutair of door middel van een 'normaal' besluit van een vergadering op alle punten afwijken van onderstaande. Indien er geen regeling getroffen is door een vereniging met betrekking tot ordepunten dan kan men er van uitgaan dat onderstaande geldend recht is op de vereniging.
 
Ordemoties zijn gerichte vragen aan de voorzitter van een vergadering. De vragen kunnen en mogen niet inhoudelijk zijn en dienen zich enkel te richten op de randvoorwaarden van de vergadering. Indien een ordepunt wel een inhoudelijk component bevat dient de voorzitter het ordepunt af te wijzen. Indien het ordepunt geen inhoudelijk component bevat dient de voorzitter zich uit te spreken over de validiteit van de motie. De voorzitter kan de motie toewijzen of afwijzen. Tegen het besluit om een motie toe dan wel af te wijzen staat beroep open door een lid van de vergadering door middel van een tweede ordemotie, deze tweede ordemotie kan niet worden afgewezen en heeft tot gevolg dat de kwestie in stemming moet worden gebracht bij de gehele vergadering welke met meerderheid beslist.
 
Ordemoties kunnen te alle tijden worden ingediend, ook wanneer men hiermee een andere spreker onderbreekt. Ordemoties geschieden in de regel mondeling en worden ingekleed met de zinsnede: 'naar aanleiding van de orde mijnheer de voorzitter ...'.
 
Mogelijke ordepunten in afnemende importantie:
# ordepunten met betrekking tot de veiligheid van de vergadering;
# ordepunten met betrekking tot de agenda;
# ordepunten met betrekking tot anciënniteit;
# overige ordepunten met betrekking tot de goede orde van de vergadering.
 
'sub 1' richt zich op externe gevaren zoals bijvoorbeeld brand.
 
'sub 2' richt zich op het stroomlijnen van discussies. Deze soort ordemoties hebben tot doel dat ieder lid zich beperkt tot een discussie over het hangende agendapunt en te voorkomen dat een lid vooruit loopt op de agende.
 
'sub 3' richt zich op het verzekeren van een eerlijke spreektijd voor allen. Een motie van deze soort wordt onder andere ingediend indien een lid onterecht het woord wordt onthouden of een lid 'voordringt' bij het spreken voor de vergadering.
 
'sub 4' zijn alle andere mogelijk ordemoties.
 
Het is mogelijk om met een belangrijkere ordemotie een minder belangrijke ordemotie te onderbreken.
 
==Gemeenteraad==
 
Een motie in een gemeenteraad die voornamelijk gericht is op de landelijke politiek ('De raad verzoekt het college bij het Rijk dit en dat onder de aandacht te brengen') heet ook wel een postzegelmotie.
 
 
==Tweede Kamer==
 
Oorspronkelijk werden moties vooral ingediend door de [[oppositie (politiek)|oppositiepartijen]]. Met de opkomst van het [[Dualisme_(politiek)|dualisme]] worden moties vandaag de dag ook veel meer ingediend door coalitiepartijen.
 
Een bijzondere motie is de [[motie van wantrouwen]]. Als een motie van wantrouwen wordt aangenomen, dient de bewindspersoon / de bewindslieden op te stappen. Een minder zware motie is de [[motie van afkeuring]], die in wezen betekent dat er een motie van wantrouwen zal volgen als het beleid niet veranderd wordt. Een nog mildere vorm is de [[motie van treurnis]].
 
Jaarlijks dienen de leden van de Tweede Kamer enkele honderden moties in, waarvan minder dan de helft wordt aangenomen.<ref>[http://www.politiekcompendium.nl/9351000/1f/j9vvh40co5zodus/vh4vaj9dvdkx Indienen van moties], ''Politiek Compendium''</ref>