Louis Guillaume Diepenheim: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
cat - (dragers va de MWO staan in de lijst)
Menke (overleg | bijdragen)
Afbeelding Diepenheim toegevoegd, wat info en alles anders geordend, cat toegevoegd
Regel 1:
[[FileBestand:Louis Guillaume Diepenheim MWO3 1836-1891.JPG|thumb|left150px|140px|ZijnDiepenheims graf]]
[[File:Diepenheim, LG.jpg|thumb|left|140px|Majoor Diepenheim]]
[[Bestand:Officier in de Militaire Willems-Orde.jpg|thumb|100px|]]
'''Louis Guillaume Diepenheim''' ([[1836]]- [[Den Haag]], [[1891]]) was een Nederlands militair[[officier]], [[Ridderorde (onderscheiding)|ridder]] in de 19de[[Militaire Willems-Orde]] derde eeuwklasse.
 
==Loopbaan==
Op 17 februari 1858 diende tweede luitenant Diepenheim in het [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger]] toen hij werd benoemd tot ridder in de [[Militaire Willems-Orde]]. Hij was op [[Nias]], [[Boni]] en [[Timor]] en hij maakte deel uit van de [[expeditie naar de Pasoemah-landen|strafexpeditie naar de Pasoemah-landen]].
LaterDieptenheim nam, als [[tweede luitenant]], deel aan de expedities naar [[Expeditie naar Nias|Nias]], [[Tweede Boni-expeditie van 1859-1860|Boni]] en [[Timor]]. Hij werd, voor zijn verrichtingen tijdens de expeditie naar Nias, per [[Koninklijk Besluit]] van 17 februari 1858, benoemd tot [[Ridderorde (onderscheiding)|ridder]] in de Militaire Willems-Orde vierde klasse. In de jaren 1864-1868 nam Diepenheim deel aan de [[expeditie naar de Pasoemah-landen|strafexpeditie naar de Pasoemah-landen]]. Vanaf 1873 was hij betrokken bij de [[Atjeh-oorlog: de periode 1876-1877|Atjeh-oorlog]]. Met overste Engel en kolonel [[Karel van der Heijden|Van der Heijden]] gaf hij leiding aan drie colonnes die vijandelijk gebied moesten doorkruisen en zuiveren. Pas in juli 1876 was men erin geslaagd de IV en VI [[Moekim]]s van inlandse opstandelingen te ontdoen. Ter bescherming van de goedgezinden werd een post te ''Krueng Raba'' opgericht. Diepenheim en majoor Lubeck werden aangewezen om ieder met een colonne van 300 man de orde te handhaven. In de Militaire Willems-Orde werd ridder Diepenheim op 24 maart 1877 gepromoveerd tot officier voor zijn werk ten behoeve van het Oost-Indisch Leger te [[Atjeh]] in het voorgaande jaar.
 
L.GDiepenheim werd bij Koninklijk Besluit van 24 maart 1877 benoemd tot officier in de Militaire Willems-Orde voor zijn werk ten behoeve van het [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger|Oost-Indisch Leger]] te [[Atjeh]] in het voorgaande jaar. DiepenheimHij ligt begraven op de [[Algemene Begraafplaats Kerkhoflaan|Algemene begraafplaats aan de Kerkhoflaan]] in Den Haag, samen met zijn echtgenote Caroline Christina Munder (1842-1913).
Later was hij betrokken bij de [[Atjeh-oorlog: de periode 1876-1877|Atjeh-oorlog]]. Met overste Engel en kolonel [[Karel van der Heijden]] gaf hij leiding aan drie colonnes die vijandelijk gebied moesten doorkruisen en zuiveren. Pas in juli 1876 was men erin geslaagd de IV en VI [[Moekim]]s van inlandse opstandelingen te ontdoen. Ter bescherming van de goedgezinden werd een post te ''Krueng Raba'' opgericht. Diepenheim en majoor Lubeck werden aangewezen om ieder met een colonne van 300 man de orde te handhaven. In de Militaire Willems-Orde werd ridder Diepenheim op 24 maart 1877 gepromoveerd tot officier voor zijn werk ten behoeve van het Oost-Indisch Leger te [[Atjeh]] in het voorgaande jaar.
 
==Bronvermelding==
L.G. Diepenheim ligt begraven op de [[Algemene Begraafplaats Kerkhoflaan|Algemene begraafplaats aan de Kerkhoflaan]] in Den Haag samen met zijn echtgenote Caroline Christina Munder (1842-1913).
*1893. P.H.K. van Schendel. ''De Militaire Willemsorde.''
*1940. [[G.C.E. Köffler]]. ''De Militaire Willemsorde 1815-1940.'' Algemene Landsdrukkerij. Den Haag.
 
{{DEFAULTSORT:Diepenheim, Louis}}
[[Categorie:Nederlands militair]]
[[Categorie:Atjeh-oorlog]]
[[BestandCategorie:Officier officier in de Militaire Willems-Orde.jpg|thumb|100px|]]