Sultanaat Mataram: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robert Prummel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Robert Prummel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 11:
Aan het eind van de heerschappij van Amangkurat I dreigde het nieuwe Mataram uit elkaar te vallen en de Nederlanders zagen hun kans schoon. Gedurende de gehele koloniale periode duurde het proces van Nederlandse interventie voort, om uiteenlopende redenen ([[Javaanse successie-oorlogen]]).
 
Door oorlogen en andere zaken was bijna elke sunan aan het begin van zijn heerschappij zo goed als bankroet. Hierdoor waren zij gedwongen de VOC om leningen te vragen. Verscheidene sunans werden zo aan de VOC gebonden. Bovendien riepen de sunans regelmatig de hulp in van de VOC in geval van intriges aan het hof. Toen in [[1743]] de VOC machtig genoeg dacht te zijn om de kustgebieden in handen te krijgen, werden zij fel tegengewerkt door een aantal prinsen aan het hof van Sunan Pakubuwono II. De VOC zette echter door. Twee prinsen, prins [[Mangkubumi]] en zijn neef [[Mas SaidSaïd]] (die al eerder tegen de VOC had gevochten), begonnen een [[guerrilla]]oorlog tegen de Nederlanders.
 
Op zijn sterfbed gaf sunan [[Pakubuwono II]] het hele Mataram-rijk over aan de VOC en verzocht hen zijn opvolger aan te wijzen. Het einde van de strijd leek nabij. Echter, hoewel het rijk officieel volgens contract zijn onafhankelijkheid verloor in [[1749]], bleek dat in werkelijkheid de VOC alleen macht had over de prins, niet over zijn volgelingen.
 
Toen de twee prinsen Mangkubumi en Mas SaidSaïd met elkaar gebrouilleerd raakten, begon de VOC een verdeel-en-heers spelletje. Ze sloten vrede met Mangkubumi en in ruil voor de "macht" over de helft van Mataram, zou hij hen helpen in hun strijd tegen Mas Said. In [[1755]] werd Mangkubumi geïnstalleerd als Sultan van [[Jogjakarta]]. Twee jaar later, in [[1757]], gaf Mas SaidSaïd zich gewonnen. Uit erkenning hiervoor werd hem de macht gegeven over een ander deel van Mataram, en kreeg hij de titel [[mangkunegoro]]. Het rijk was inmiddels dus in drie [[vorstenland]]en verdeeld en de sunan van Surakarta, nota bene door de Nederlanders aangesteld en ooit erg machtig, hield maar een klein stukje over van zijn oorspronkelijke rijk.
 
Inmiddels brak in [[Europa (werelddeel)|Europa]] de [[Franse Revolutie]] uit. Daarna volgden de [[napoleontische oorlogen]] en de invloed hiervan was tot op Java te merken. In [[1799]] werd de VOC overgedragen aan de Staat der Nederlanden, toen een [[Frankrijk|Frans]] protectoraat. [[Daendels]], in de functie van generaal van Napoleon, werd naar Java gestuurd en nam de Centraal-Javaanse prinsen al hun macht af. Vanaf die tijd zou de macht zich in Batavia bevinden, een beleid dat de [[Engeland|Engelse]] interim-regering na Napoleons val voortzetten. De sultan van Jogjakarta bleef opstandig en toen in [[1812]] een samenzwering aan het licht kwam, werd hij gestraft. Een klein deel van zijn territorium werd afgesplitst en kreeg de naam [[Pakualaman]]. Zo ontstonden er vier [[vorstenlanden]]: