Pekelcompagnie: verschil tussen versies

De eerste samenstelling van de Pekelcompagnie bestond in 1599 uit: Mathias Johann Thiabbens, Heere Wijtzes, Haddu Jans, echtgenote van Jan Sijmens, woonachtig te [[Dokkum]] en Jan Goverts uit [[Gorinchem|Gorkum]]. Zij vormden ook het hiervóór genoemde groepje dat al een jaar eerder stukken veen had gekocht.<ref>Al in 1600 kwam ene Jan Tonnis voor als [[veenmeester]]. Deze had onder andere tot taak toezicht te houden op de werkzaamheden in het veen en geld te ontvangen bij transacties van delen veen. In 1605 wordt hij door de Pekelcompagnie ook benoemd tot opzichter van de verlaten</ref> Het ging de deelgenoten in de compagnie in de eerste plaats om turf. Deze waardevolle brandstof werd via de stad [[Groningen (stad)|Groningen]] naar alle delen van de [[Groningen (provincie)|provincie]] vervoerd en verkocht. Ook de steden van Holland en de grote [[Duitsland|Noord-Duitse]] kustplaatsen waren goede afnemers van het ''bruine goud''.