Leger van het Romeinse Keizerrijk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
DennisPeeters (overleg | bijdragen)
Mexicano (overleg | bijdragen)
k Link naar doorverwijspagina gerepareerd. Help mee!, replaced: Gaius Julius CaesarGaius Julius Caesar (2) met AWB
Regel 7:
De ongeveer 60 legioenen die in de burgeroorlog actief waren, werden gereorganiseerd, soms samengevoegd (de z.g. ''Gemina'' ("tweeling") legioenen waren hiervan het resultaat), soms opgeheven, veteranen kregen eervol ontslag, benoemde ''[[legatus (rang)|legati]]'' in alle provincies waar een legioen was gestationeerd en behield het ''[[imperium (Rome)|imperium]]'' aan zichzelf voor. Tevens richtte hij de [[Praetoriaanse Garde]] op, wat later nog serieuze consequenties zou hebben.
 
In tegenstelling tot republikeinse tijden, waar een legeraanvoerder bij zijn troepen was en door zijn aanwezigheid tot loyaliteit inspireerde (bijvoorbeeld [[Julius Caesar|Gaius Julius Caesar]]), was het nu mogelijk dat een aan de grens gestationeerde [[Romeins legionair|legionair]] gedurende zijn hele diensttijd de man waarvoor hij vocht nooit te zien kreeg. Het grote gevaar was dus dat de legioenen trouw zouden zweren aan een populaire commandant en in opstand zouden komen, zoals ook inderdaad gebeurd is<ref>Bijvoorbeeld in het beruchte [[vierkeizerjaar]] en de aanloop daarheen.</ref>. Om de keizer in de gedachten van de troepen te houden werd een ''[[imaginifer]]'', een "beeltenisdrager" aan de legioenen toegevoegd en de legerleiding werd aan verwanten van Augustus, zoals [[Nero Claudius Drusus|Drusus]] en [[Tiberius Claudius Nero (zoon)|Tiberius]] toevertrouwd en werd het rijk uitgebreid tot aan de [[Elbe]]. De [[slag bij het Teutoburgerwoud]] in [[9]] n. Chr., waarbij de XVIIe, XVIIIe en XIXe legioenen werden vernietigd, was de enige zware nederlaag die in deze tijd werd geleden.
 
== Onrust in de legioenen ==
Regel 15:
De oorzaken van deze opstanden, de grieven van de legionairs, zijn ons door [[Publius Cornelius Tacitus|Tacitus]] overgeleverd<ref>[[Publius Cornelius Tacitus|Tacitus]], ''[[Ab excessu divi Augusti|Annales]]'' I [[s:Nederlandse vertaling van de Annales/Boek I#XVI|16]]-29 en [[s:Nederlandse vertaling van de Annales/Boek I#XXXI|31]]-44.</ref> en hebben voornamelijk betrekking op de leefomstandigheden van de ''[[Romeins legionair|milites]]''. Men eiste een hogere soldij en een kortere diensttijd, ontslag voor veteranen, een einde aan de treiterijen door de [[Centurio (Romeins leger)|centurio]]'s en een regeling voor het afkopen van corvee-diensten, wat de legionairs een groot deel van hun soldij kostte.
 
Het meest verontrustende aan de situatie was dat de legioenen Germanicus aanboden hem tot [[Princeps]] uit te roepen. Dit was niet de eerste keer dat door militaire macht de leiding van het romeinse rijk werd betwist. Tenslotte deden [[Julius Caesar|Gaius Julius Caesar]] en zijn tegenstanders niets anders. Nieuw was wel dat dit de eerste keer was dat de legioenen zelf het initiatief namen. Iets dat later in de aanloop tot het [[Vierkeizerjaar]] eerder regel dan uitzondering werd.
 
== De Praetoriaanse Garde en haar commandanten ==