Lodewijk van Velthem: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
bewerking
Regel 1:
[[Bestand:laurentius_velthem.jpg|thumb|150px|''Sint-Laurentiuskerk te Veltem-Beisem''.]]
 
'''Lodewijk van Velthem''' / '''Lodewijc(k) van Velthem''', (ca. 1260/1275-na 1317) was een [[Hertogdom Brabant|Brabantse]] geestelijke en schrijver. Zowel zijn geboortedatum en geboorteplaats als zijn sterfdatum en plaats van overlijden zijn onbekend. De oudste (auto)biografische gegevens vertellen ons dat Lodewijk in de winter van 1293-1294 in het gevolg van hertog [[Jan I van Brabant]] in Parijs verbleef.
 
Hij vermeldt zelf dat dat hij in 1297 in Gent verbleef. Als geestelijke maakte hij carrière in Brabant. In 1304 washad hij werkzaameen geestelijk ambt in [[Zichem]] bij [[Diest]] en in 1312 was hij pastoor voor het leven in [[Veltem-Beisem]] bij [[Leuven]]. Hij heeft zijn achternaam ontleed aan deze plaats.

Zijn oudste (bewaard gebleven) literaire werk is de voortzetting van de [[Spiegel_Historiael_(kroniek) | ''Spiegel historiael'']] (1284-1288) van [[Jacob van Maerlant]]. Deze wereldgeschiedenisHIj voorzag hijdeze onvoltooide wereldgeschiedenis van een slot in 1316.

In 1326 voltooide hij de ''Merlijn-continuatie'', het derde, ontbrekende boek en vervolg op [[Jacob_van_Maerlant|Jacob van Maerlants]] ''Historie vanden Grale'' en ''Boek van Merlijne'', die Jacob van Maerlant in de jaren '60 van de dertiende eeuw (tegen zijn zin en daarom onafgemaakt?) schreef in opdracht van [[Albrecht van Voorne]] († 1287), burggraaf van Zeeland. Velthems naam is ook te verbinden aan de [[Haagse_Lancelotcompilatie|''Lancelot-compilatie'']], maar over zijn precieze rol bij de totstandkoming van dit boek, waarvan het tweede deel bewaard bleef als handschrift KB Den Haag 129 A 10, bestaat (nog) grote onduidelijkheid. Van Velthem kon de Vierde Partie van dit boek afwerken op 3 augustus 1315.
 
== Spiegel historiael | Vierde Partie ==
[[Bestand:VierdePartie.png|thumb|150px|Handschrift Gent, Universiteitsbibliotheek, 1374; een van onze belangrijkste tekstgetuigen van Velthems Vierde Partie]]
 
Velthems vroegst dateerbare werk is zijn voltooiing van de Vierde Partie van de [[Spiegel_Historiael_(kroniek) | ''Spiegel historiael'']] van Jacob van Maerlant. In 1315 of kort daarvoor kreeg Velthem deze opdracht van een Antwerpse edelvrouw Maria van BerlaarBerlaer, geboren Maria van Souburg, weduwe van achtereenvolgens Hugo van Kruiningen († 1293) en Jan van BerlaarBerlaer († 1310). Hij deed het in eigen woorden ''bi hare vrienscap ende bi hare hoefschede'' - uit vriendschap voor haar en voor haar hoofdheid. Deze wereldkroniek was in 1288 door [[Jacob van Maerlant]] afgebroken, vrijwel zeker als gevolg van ziekte (mogelijk ook overlijden), toen Jacob bij het jaar 1113 gekomen was (in het derde boek van de Vierde Partie). Velthem

De baseerde''Spieghel zichhistoriael'' evenalswas [[Jacobeen Middelnederlandse vertaling in verzen van Maerlant|Maerlant]]een hoofdzakelijkhistorisch opencyclopedisch standaardwerk uit die tijd in het LatijnseLatijn : ''het Speculum historialeHistoriale'' (ca. 1256), een wereldgeschiedenis van de Dominicaan[[Schepping]] 'broeder'tot het [[Laatste Oordeel]], van [[Vincent van Beauvais Breauvais]], .een encyclopedischFranse werkdominicaan. waarinIn dit boek werd de geschiedenis van de wereld samengevat vanaf de schepping in een theologisch perspectief werd samengevat met systematische gebruikmaking van (citaten uit het werk van) gezaghebbende auteurs uit de Bijbelse, Griekse, Romeinse en middeleeuwse geschiedenis, maar anders dan de bloedserieuze Jacob had hij ook oog en belangstelling voor 'petite histoire'. Velthems aanvulling op de Vierde Partie bevat ook belangrijke informatie over de ontstaansgeschiedenis van de ''[[Spiegel_Historiael_(kroniek)|Spiegel historiael]]''. Naast de identiteit van zijn mecenas, Maria van BerlaarBerlaer, vermeldt Velthem voor het eerst de dichter van de Tweede Partie, die [[Jacob van Maerlant|Maerlant]] had uitbesteed aan [[Filip Utenbroeke]], mogelijk omdat de inhoud - veel Franse geschiedenis - hem niet aanstond. Ten slotte noemt de auteur ook de precieze datum waarop hij het werk af had: 133 augustus 1315. Velthems Vierde Partie eindigt in 1256 met een vooruitblik op een Vijfde Partie, die als eigen initiatief bestempeld kan worden.
 
== Spiegel historiael | Vijfde Partie ==
[[Bestand:bple14.gif|thumb|150px|Handschrift Leiden BPL E 14, met daarin de nagenoeg volledig overgeleverde Vijfde Partie]]
 
Meteen na het voltooien van de Vierde Partie zette Lodewijk van Velthem zich aan het schrijven van een Vijfde Partie, de zogenaamde ''Voortzetting'' (bijna 30.000 verzen). Deze Vijfde Partie telt, net als de Vierde Partie, acht boeken. De eerste zes boeken vormen samen een wereldgeschiedenis van 1247 tot 1316. De boeken lopen samen met de regeerperiodes van de koningen of keizers van het [[Heilige Roomse Rijk|Duitse rijk]]. De laatste twee boeken bevatten voorspellingen over de toekomst, de komst van de [[Antichrist]] en de [[Dag des Oordeels]] en de verlossing door [[Christus]] aan het einde van de wereld. Deze partie werd opgedragen aan Gerard van Voorne, een Hollandse edelman. Wellicht hoopte Velthem de post van kapelaan bij deze edelman te kunnen verkrijgen.
 
Waar Velthem voor de Vierde Partie nog het Latijn van [[Vincent van Beauvais]] kon volgen, was hij voor de Vijfde Partie aangewezen op velerlei soorten bronnen, zoals ooggetuigenverslagen en eigen observaties. Hoewel Velthem aandacht heeft voor de hele wereldgeschiedenis, beschrijft hij uitvoerig belangrijke episodes uit de geschiedenis van de Lage Landen, zoals de [[slag bij Woeringen]] (5 juni 1288), de moord op [[Floris V]] (1296) van Holland en de [[Guldensporenslag]] (woensdag 11 juli 1302).
 
In zijn beschrijving van de gebeurtenissen aan het Engelse hof, geeft Velthem blijk van zijn fascinatie voor [[koning Arthur]]. Zo laat hij koning [[Edward I]] en zijn ridders in een groots opgezet en meerdere dagen durend rollenspel (compleet met [[Landelijke Opleiding Tot Uitbeelding van Slachtoffers|LOTUS-slachtoffers]]) optreden als ridders van de Ronde Tafel. Ook de religieuze gedrevenheid van de schrijver komt duidelijk tot uiting. De vele moorden, oorlogen, epidemieën en natuurrampen zijn volgens hem de straf van God en tevens voorbode van het naderende einde van de wereld.