Jan Jansz. den Uyl: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
Het is niet bekend of en bij wie hij in de leer ging. - iets wat niet bekend is moet ook niet vermeld worden?
Regel 1:
[[Afbeelding:Jan Jansz. den Uyl Stillleben 1637.jpg|thumb|260px|Jan Jansz. den Uyl, ''Stillleven met tinnen kan, [[fluitglas]], servet, balancerende citroenschil en omgevallen roemer'', 1637, [[olieverf]] op paneel, 83 x 69 cm, privebezit]]
 
'''Jan Jansz den Uyl''' of '''Uuijl''' (ca 1596 - [[Amsterdam]], [[24 november]] [[1639]] <ref>I. van Eeghen: ''Jan Jansz Uyl en Rembrandt als 'tamme eend'.'' In: ''Amstelodamum Maandblad'' (1977), Jaargang 64, p. 125.[http://www.amstelodamum.nl/site/download.php?id=NjdhbGl0dGxlc2FsdA== ]</ref>) was een Nederlandse kunstschilder van [[stilleven]]s en etser. Opmerkelijk in zijn werk is het weglaten van [[statussymbool|statussymbolen]]; niettemin was Den Uyl in staat een waardevolle monumentaliteit te bereiken.
 
==Biografie==
Jan Janszoon den Uyl werd geboren in 1595 of 1596, mogelijk in Kampen. Het is niet bekend of en bij wie hij in de leer ging. Op 21 maart 1619 ging de katholieke Den Uyl met de 19-jarige Geertje Jans Treck, de zus van de schilder [[Jan Jansz. Treck]] in ondertrouw. Uit de inschrijving in de Amsterdamse ''puiboeken'' blijkt dat Den Uyl reeds in 1619 als schilder actief was. In 1621 verkocht hij een erf op [[Rapenburg (Amsterdam)|Rapenburg]]; in 1624 het ouderlijk huis met [[Joan Wolfert van Brederode|''Brederode te paard'']] in de gevel.<ref>Transportakten op de naam Den Uyl [https://stadsarchief.amsterdam.nl/archieven/archiefbank/indexen/transportakten_voor_1811/zoek/query.nl.pl?i1=1&v1=Jan&a1=Uijl&x=14&z=b] </ref> In juni 1631 verkocht hij zijn huis aan de ''Koningsgracht'', nu Singel 376 <ref>Vier eeuwen Herengracht. Geveltekeningen van alle huizen aan de gracht, twee historische overzichten en de beschrijving van elk pand met zijn eigenaars en bewoners uitgegeven onder auspiciën van het Genootschap Amstelodamum. Stadsdrukkerij, 1976. Zie details Herengracht 335 <!--ISBN 9062740014 --></ref>; zijn broer Arent woonde naast hem, nu Singel 378.<ref>Stadsarchief Amsterdam [https://stadsarchief.amsterdam.nl/archieven/archiefbank/indexen/transportakten_voor_1811/zoek/query.nl.pl?i1=1&v1=Otto&a1=H*rt&i2=3&u2=s&A2=Singel&x=14&z=a] </ref><ref>De Den Uyl's woonden iets voorbij deze kruising [http://amsterdaminsite.nl/grachtw.de/J2956203.HTM]</ref> In juni 1635 werd de advocaat Trojanus de Magistris in de arm genomen door Den Uyl en zijn broer voor de afhandeling van (misgelopen?) financiële zaken. In augustus reisde Jan Jansz. den Uyl naar Haarlem en in april het volgende jaar bevond hij zich in Leiden. Arent Jansz, een kastenmaker of schrijnwerker, trouwde in mei 1636; Den Uyl vergezelde hem naar het [[stadhuis op de Dam]].<ref>I. van Eeghen: ''Jan Jansz Uyl en Rembrandt als 'tamme eend'.'' In: ''Amstelodamum Maandblad.'' (1977), p. 124.</ref> Het geluk duurde niet lang, Arendt Jansz. werd op 8 juli 1637 begraven.<ref>DTB Stadsarchief Amsterdam [https://stadsarchief.amsterdam.nl/archieven/archiefbank/indexen/begraafregisters_voor_1811/zoek/query.nl.pl?i1=1&v1=Arend&a1=Jansz&x=12&z=a] </ref>
 
[[Afbeelding:Hero leander.jpg|thumb|260px|Den Uyl en Rembrandt waren eigenaars van het schilderij ''[[Hero en Leander]]'' (1605) door [[Peter Paul Rubens]], nu in de Yale University Art Gallery]]
Regel 12:
Op 17 oktober 1637 zette de zieke Uyl zich volgens [[Abraham Bredius]] in zijn kelderwoning in een stoel bij het vuur, om met zijn vrouw en de notaris een testament op te maken. Het echtpaar woonde in de Jordaan aan de [[Bloemgracht]] <ref>[http://dare.uva.nl/document/171922 J.M. Montias, p. 25] </ref>, waar toentertijd een aantal lakenververijen gevestigd waren. In april 1638 verkocht hij het voormalige huis van zijn broer aan [[het Singel]], dat achter doorliep tot aan de [[Herengracht]].<ref>Stadsarchief Amsterdam [https://stadsarchief.amsterdam.nl/archieven/archiefbank/indexen/transportakten_voor_1811/zoek/query.nl.pl?i1=1&v1=Jan&a1=UYl&i2=3&u2=s&A2=Singel&x=14&z=a] </ref> In juni 1639 verkocht hij een huisje in een inmiddels verdwenen steeg bij de Paardestraat, tussen het huidige [[Rembrandtplein]] en de Amstel. De schilder bewoonde het naastgelegen pandje.<ref>Transportakte Stadsarchief Amsterdam [https://stadsarchief.amsterdam.nl/archieven/archiefbank/indexen/transportakten_voor_1811/zoek/index.nl.html] </ref>
 
Lange tijd was geen overlijdensdatum bekend en werd aangenomen dat Jan Jansz. den Uyl na 22 oktober 1639 en vóór 3 januari 1640, moest zijn overleden.<ref name="ThB">Ulrich Thieme & Felix Becker (u.a.): ''Allgemeines Lexikon der Bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart.'' (1914), p. 15 (Band 24).</ref> Van Eeghen publiceerde al in 1977 belangrijke details in [[Amstelodamum]], maar het is verder nauwelijks opgemerkt <ref>[http://www.mfa.org/collections/search_art.asp?recview=true&id=33534&coll_keywords=jan+den+uyl&coll_accession=&coll_name=&coll_artist=&coll_place=&coll_medium=&coll_culture=&coll_classification=&coll_credit=&coll_provenance=&coll_location=&coll_has_images=&coll_on_view=&coll_sort=0&coll_sort_order=0&coll_view=0&coll_package=0&coll_start=1 Link] </ref> dat Jan Jansz. die evenals zijn zoon ook werd aangeduid als Vuijl of Uuijl <ref>Thieme-Becker of [http://www.biografischportaal.nl/persoon/56231075] oder [http://www.rkd.nl/rkddb/%28dfv51i550jri2n45qetkbv2m%29/detail.aspx]</ref>, op 24 november 1639 in de [[Nieuwe Kerk (Amsterdam)|Nieuwe Kerk]] werd begraven.<ref>DTB Stadsarchief Amsterdam [https://stadsarchief.amsterdam.nl/archieven/archiefbank/indexen/begraafregisters_voor_1811/zoek/query.nl.pl?i1=1&v1=jan&a1=Jan*&af1=1&i2=2&p2=p&d2=22&m2=10&y2=1639&e2=31&n2=1&z2=1640&x=12&z=b]</ref>
 
[[Afbeelding:Stillleben jan jansz. den uyl & jan jansz. treck ca. 1640.jpg|thumb|260px|Stilleven of banketstuk, begonnen door Den Uyl, met [[Wanli]] [[porselein]], het typerende witte servet, maar ook een [[Haring (dier)|haring]], een [[bierglas]], een omgevallen [[roemer]] en de tinnen kan, afgeschilderd door Jan Jansz. Treck (1640)]]
Regel 18:
Na zijn dood nam Jan Jansz. Treck, zijn zwager en leerling, de [[voogdij]] op zich van de twee kinderen van Den Uyl.<ref>Stadsarchief Amsterdam: Weeskamerinbrengregister [5073] 25-90v, op film 4999 </ref> Het echtpaar had twee zonen die elk 1.300 gulden erfden toen hun moeder met haar schoonzuster twee pandjes onder een dak op de [[Raamgracht]] had verkocht. Vervolgens trouwde zij met een goudsmid en verhuisde naar de [[Blauwburgwal]].<ref>[http://research.frick.org/montias/browserecord2.php?-action=browse&-recid=2011 Frick Collection The Montias Database of 17th Century Dutch Art Inventories]</ref> Geertje Jansz. bezat een huis achter de schans bij de Beulingstraat, dat uitermate gunstig gelegen was en in 1661 in opdracht van de stad (bij Willig [[Decreet]]) door Joan Uyl werd verkocht aan [[schepen]][[Jan J. Hinlopen]] voor de totstandkoming van de [[Uitleg van Amsterdam in de 17de eeuw #Vierde Uitleg|Vierde Vergroting]].<ref>Transportakte Stadsarchief Amsterdam [https://stadsarchief.amsterdam.nl/archieven/archiefbank/indexen/transportakten_voor_1811/zoek/query.nl.pl?i1=1&a1=Herstee*&i2=2&p2=d&d2=29&m2=6&y2=1639&x=14&z=a]</ref>
 
==VariaTrivia==
*Toen Rubens stierf in 1640, bevonden drie schilderijen van Den Uyl in zijn nalatenschap.<ref>John Smith: ''A Catalogue Raisonné of the Works of the Most Eminent Dutch, Flemish and French painters.'' (1842), Nr. 302, Nr. 303 & Nr. 304 (Band 2). [http://books.google.nl/books?id=wtEaAAAAYAAJ&printsec=frontcover&dq=Catalogue+raisonn%C3%A9+Smith+Rubens&source=bl&ots=jKxkeyhv7n&sig=Uag5u-2lbrDH4w8T4XKOirM-P-I&hl=nl&ei=5sx0TZKPL8KDOpPdvb0G&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=1&ved=0CB0Q6AEwAA#v=onepage&q=302%20Pewter&f=false]</ref><ref>Gary Schwartz: ''Rembrandt, zijn leven, zijn schilderijen.'' (1987), p. 194.</ref>
*In april 1650 zou De Magistris voor een schilderij van de Uyl 1600 gulden zijn geboden.<ref>I. van Eeghen: ''Jan Jansz Uyl en Rembrandt als 'tamme eend'.'' In: ''Amstelodamum Maandblad.'' (1977), S. 124.</ref> Dat is een uitzonderlijk hoog bedrag; Rembrandt kreeg nooit meer dan vijfhonderd gulden voor een werk.{{feit}}