Paramagnetisme: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Xqbot (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
'''Paramagnetisme''' is een vorm van [[magnetisme]] waarbij in de afwezigheid van een uitwendig veld geen spontane magnetisatie optreedt, hoewel het materiaal wel ongepaarde [[spin (golfmechanica)|spins]] bevat. Een goed voorbeeld is de stof [[dizuurstof]], O<sub>2</sub>.
 
Deze ongepaarde spins zijn kleine magneetjes ter grootte van een enkel atoom. In een paramagneet zijn deze spins niet geordend en hun willekeurige oriëntatie zorgt ervoor dat de totale [[magnetisatie]] nul is. Indien blootgesteld aan een uitwendig veld treedt echter gedeeltelijke ordening op en wordt er een magnetisatie geïnduceerd. Dit zorgt ervoor dat een paramagneet een aantrekkende kracht van het uitwendige veld ondervindt. Dit is in tegenstelling met [[diamagnetisme]], waar juist afstoting plaatsvindt.
 
Bij hogere temperaturen wordt dit effect steeds geringer omdat de temperatuurbeweging de ordening tegenwerkt. De aantrekkingskracht is evenredig met de veldgradiënt van het uitwendige veld en de evenredigheidsconstante wordt de [[magnetische susceptibiliteit]] χ ("ontvankelijkheid") genoemd. De aantrekkingskracht kan gemeten worden door het materiaal in een weegschaal te leggen en dan in een veldgradiënt van bekende grootte te hangen. Meestal wordt een dergelijke meting gedaan als functie van de temperatuur. Wanneer het materiaal een pure paramagneet is, is de [[Grafiek (wiskunde)|grafiek]] van 1/χ tegen de absolute temperatuur een rechte lijn door de oorsprong. Uit de helling kan de grootte van de individuele atomaire spins afgeleid worden.