Gebroeders E. & M. Cohen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
consequent verleden tijd, kopjes; kleine verbeteringen
→‎Amsterdam: aanvulling
Regel 29:
Amsterdam was en is het centrum van de Nederlandse boekhandel. Om die reden besloten Ezechiël Godert II en Martin Godert begin 1900 om hun bedrijf naar Amsterdam te verplaatsen. In 1905 begonnen ze de enorme voorraden boeken, die lagen opgeslagen in de magazijnen in Arnhem en Nijmegen, over te brengen naar Amsterdam. In 1906 vestigden de gebroeders hun uitgeverij aan de Keizersgracht 333 en een jaar later aan de Herengracht 326, waar zij tot 1941 zouden blijven.
 
De verhuizing naar Amsterdam had de zwakke gezondheid van Martin geen goed gedaan. Kort na de verhuizing overleed hij. Slechts drie jaar later, in 1909, overleed ook zijn broer Ezechiël Godert II. Het bedrijf van beide broers werd voortgezet door de volgende generatie, de zoons Jacques Ezechiël en Martin Ezechiël van Ezechiël Godert II. De andere mannelijke telgen begonnen haast allemaal een eigen uitgeverij.
 
== Splitsing ==
Alexander Ezechiël en Godert Ezechiël III waren al in 1898 begonnen met Uitgeverij Cohen Zonen. Alexander begon later voor zichzelf met Cohen's Boekhandel. Maurits Ezechiël stichtte in 1904 de uitgeverij [[Vennootschap Letteren en Kunst]], die opvallend mooi verzorgde, bijzondere boeken uitgaf. Een zoon van Martin, Godert Martin, richtte in 1908 de uitgeverij Erven Martin
G. Cohen op.<ref>[http://www.gebr-e-en-m-cohen.nl/zonen.htm E. & M. Cohen - Zonen]</ref>
 
In [[1940]] was het voor de Joodse firma niet langer mogelijk het bedrijf voort te zetten. Vele rechten op werken werden verkocht. Eén van de laatste werken die werden uitgegeven (of misschien wel het laatste werk) was ''Gelijkheid voor allen'', van Edward Bellamy, dat werd uitgegeven in het oorlogsjaar 1940. De symboliek hiervan kan welhaast niemand ontgaan. Op 22 januari 1941 diende Jaques Ezechiël Cohen bij de Amsterdamse [[Kamer van Koophandel]] een opgaaf tot liquidatie van de uitgeverij in. Omdat dat toen nog niet verplicht was, konden de broers de liquidatie nog enigszins zelf sturen.
Regel 36 ⟶ 40:
 
Door al deze verschrikkelijke gebeurtenissen werd Jacques Ezechiël ernstig ziek en overleed hij ten gevolge van een hartaanval op 30 juli 1942 in zijn woning in Amsterdam. De overgebleven broer Martin Ezechiël kreeg een oproep om zich te melden voor Duitsland. Hij dook onder in de Valeriusstraat 47, maar hij werd verraden, opgepakt en weggevoerd. In september 1944 is hij in [[Auschwitz (concentratiekamp)|Auschwitz]] vermoord.
 
{{refs}}
 
{{bron|1=