Kruisvaardersinvasie van Egypte: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MexicanoBot (overleg | bijdragen)
→‎Achtergrond: Link naar doorverwijspagina gerepareerd. Help mee!, replaced: AleppoAleppo met AWB
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving + standaardtabelopmaak
Regel 1:
{{Infobox Militairmilitair Conflictconflict
| conflict = Kruisvaardersinvasie van Egypte
| image = [[Bestand:Gustave dore crusades the syrian army by a sand storm.jpg|250px|thumb|Een Syrisch leger overvallen door een zandstorm. (tekening [[Gustave Doré]])]].
| partof = de Kruistochten
| date = 1154 - 1169
| place = Egypte
| territory
| result = Saladin verbindt uiteindelijk Syrië en Egypte
| combatant1 = [[Koninkrijk Jeruzalem]]<br />[[Byzantijnse Rijk]]
| combatant2 = [[Zengi]]-dynastie<br />[[Kalifaat van de Fatimiden]]
| commander1 = [[Amalrik I van Jeruzalem]]<br />Andronikos Kontostephanos
| commander2 = [[Nur ad-Din]]<br />Shirkuh<br />[[Saladin]]
| strength1 =
| strength2 =
| casualties1 =
| casualties2 =
}}
De '''Kruisvaardersinvasie van Egypte''' ([[1154]] - [[1169]]) bestond uit een aantal campagnes gevoerd door het [[Koninkrijk Jeruzalem]] om zijn positie in de [[Levant]] te versterken ten koste van het verzwakte [[Kalifaat van de Fatimiden]] in [[Egypte (land)|Egypte]].
 
== Achtergrond ==
In de nasleep van de [[Eerste Kruistocht]] en de [[Slag bij Ascalon]] van 1099 bleven de Fatimiden uit Egypte plundertochten ondernemen tegen de kruisvaarders in hun nieuw veroverde koninkrijk. Ondertussen had [[Zengi]], gouverneur van [[Aleppo (stad)|Aleppo]], in het noorden een aantal aanvallen uitgevoerd, waarbij het [[Vorstendom Antiochië]] grote schade had geleden.<br />
De [[Tweede Kruistocht]] (1146-1148) was erop gericht om de schade te herstellen die door Zengi was toegebracht. De aanval werd echter gericht op [[Damascus]], Zengi's rivaal. Het beleg werd een mislukking, en de kruisridders hoopten nu in de richting van Egypte te expanderen.
 
Tijdens de daar in de [[12e eeuw]] heersende dynastie der Fatimiden waren interne ruzies meer regel dan uitzondering. De macht lag niet bij de [[kalief]], die niet meer dan een pion was, maar bij zijn [[grootvizier]], de belangrijkste ambtenaar. De instabiele situatie in Egypte maakte het rijp voor inname door een machtiger partij; zowel de kruisvaarders als de Syriërs onder [[Zengi]] hadden hun oog erop laten vallen.
 
De oorlog begon tijdens conflicten rond de opvolging van de kalief. Terwijl een deel van de Egyptenaren de hulp inriep van de Syrische vorst [[Nur ad-Din]], zochten anderen contact met de kruisvaarders. Er brak een burgeroorlog uit, en de scheidslijn liep tussen twee religies: moslims en christenen.
Regel 35:
==Campagne 1 en 2 (1163-1164)==
[[Bestand:Egypt 2nd invasion.PNG|230px|rechts|thumb|Tweede invasie van Egypte]]
Shawar, de afgezette vizier van Egypte, riep de hulp van Nur ad-Din in om hem in zijn oude positie te herstellen. Deze stuurde zijn generaal [[Shirkuh|Asad ad-Din Shirkuh]] met een leger, in de hoop dat een verbond tussen Syrië en Egypte ook de ondergang van het koninkrijk Jeruzalem zou inluiden. In mei [[1164]] werd Shawar opnieuw geïnstalleerd als vizier van Egypte. Hij was echter vooral vizier in naam, omdat Nur ad-Din Shirkuh tot heerser van Egypte had benoemd. Shawar kon daarmee niet instemmen en wendde zich tot aartsvijand [[Amalrik I van Jeruzalem]].
 
Amalrik I had zijn eigen plannen voor Egypte. Shawars uitnodiging om naar Egypte te komen kon hij niet weerstaan. Bij [[Bilbeis]], een vesting ten oosten van de [[Nijl]], belegerde Amalrik samen met Shawar de stad waarin Shirkuh zich bevond. Maar Nur ad-Din trok ondertussen op tegen het [[Vorstendom Antiochië]], en tijdens de [[Slag bij Harim]] werden de vorsten [[Bohemund III van Antiochië]] en [[Raymond III van Tripoli]] gevangengenomen. Amalrik moest zijn beleg plotseling afbreken en zich naar het noorden spoeden om de kruisvaardersstaten te verdedigen. Niettemin verliet Shirkuh Egypte, waardoor Shawar in feite winnaar werd en de heerschappij in Egypte verwierf.
Regel 43:
Shawars regeerperiode in Egypte was van korte duur. Shirkuh keerde in [[1166]] terug naar Egypte. Shawar probeerde zijn kruisvaarderstroef opnieuw uit te spelen, en Amalrik geloofde nu in een andere tactiek: hij wilde een confrontatie op open terrein en dacht zo een makkelijke overwinning te boeken. Amalrik kon daarbij voor bevoorrading en andere middelen steun vinden vanuit zee, terwijl Shirkuh die steun miste. Amalrik trok met zijn leger op langs de korte kustroute en kon zich snel bij zijn bondgenoot Shawar aansluiten, nog net voor Nur ad-Dins generaal Shirkuh met zijn leger arriveerde.
 
Terwijl het gezamenlijke kruisvaarders- en Fatimidenleger zich samentrok bij [[Caïro (stad)|Caïro]], deed Shirkuh een onverwachte zet en trok met zijn leger vanaf de [[Egyptische piramide|piramide]]n van [[Gizeh]] zuidwaarts. Het gecombineerde leger achtervolgde het Zengidenleger en in de [[Slag bij al-Babein]] kwam het tot een bloedig treffen, maar de slag bleef onbeslist. Vervolgens achtervolgden de gecombineerde strijdkrachten de Syriërs noordwaarts, omdat Shirkuh daar van plan was om [[Alexandrië]] te belegeren. Maar nadat hij een kruisvaardersvloot voor anker zag liggen, wist hij dat zijn kansen beperkt waren. Uiteindelijk kwam het tot onderhandelingen, en Shirkuh beloofde dat hij zich zou terugtrekken als de kruisvaarders dat ook deden. Amalrik bedong een schatting van de Egyptenaren en trok zich vervolgens terug, een hem gunstig gezinde vizier Shawar op de troon achterlatend.
 
Voordat de vierde campagne startte zou Amalrik er goed aan gedaan hebben om de grenzen met Syrië te versterken, maar hij liet zich door de [[Hospitaalridders]] verleiden om Egypte opnieuw binnen te vallen en het definitief te veroveren. Daarbij zou hij steun ontvangen van het Byzantijnse Rijk. Het idee ontstond in [[1166]] toen Amalrik om hulp verlegen zat tijdens de Slag bij al-Babein; [[Manuel I Komnenos]] was dit niet vergeten en stuurde hulp. Amalrik voerde opnieuw een aanval op Bilbeis uit in [[1168]], waarna de gehele bevolking werd afgeslacht. Daardoor verspeelde hij de steun van de [[Kopten|Koptische christenen]], die tot dan toe de kruisvaarders als bevrijders hadden gezien.
 
Shawar zocht nu zelf hulp in Damascus, vanwaar opnieuw zijn oude vijand generaal Shirkuh gestuurd werd. Deze wist Amalrik uit Egypte te verdrijven, hij veroverde Caïro, liet de onbetrouwbare vizier Shawar vermoorden en werd zelf grootvizier. Hij overleed echter nog geen twee maanden later aan de gevolgen van een [[peritonsillair abces]], waarna zijn neef [[Saladin]] hem opvolgde als regent.
 
Bij [[Damietta]] formeerde het verbond van Byzantijnen en kruisvaarders zich en begon met het belegeren van de havenstad. De kruisvaarders plunderden de stad, maar werden na drie maanden verlaten door de Byzantijnen. In [[1171]] riep Saladin zich uit tot sultan, terwijl Amalrik gedwongen werd om zich terug te trekken, aangezien hij hoge verliezen had geleden door voedseltekort en ziektes.
Regel 63:
 
==Referenties==
{{bronBron|bronvermelding=
* Engelstalige wikipedia (http://en.wikipedia.org/wiki/Crusader_invasions_of_Egypt)
* Georges Tate, Kruistocht in de Orient, Praag 1996
* Alfred Duggan, The Story of the Crusades 1097-1291 (1963)
* Antony Bridge, The Crusades (1980), Cambridge university, 1995. 228 s. ISBN 80-200-0512-9.
* Jimmy Dunn . The Crusades in Egypt [online]. InterCity Oz, Inc., (cit. 2008-06-16). [http:www.touregypt.net/featurestories/crusades.htm].
{{Link FA|cs}}
}}
 
[[Categorie:Kruistocht]]
[[Categorie:Veldslag in Egypte]]
 
{{Link FA|cs}}
 
[[cs:Křižácká tažení do Egypta]]