Amplitudemodulatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Luckas-bot (overleg | bijdragen)
DéRahier (overleg | bijdragen)
k diakritische en andere typo's;, typos fixed: alsvolgt → als volgt met AWB
Regel 22:
:<math>u_t=\left(1+\Delta a\right)\sin(2 \pi f_0 t)</math>
 
In onderstaande figuur is sprake van 100% modulatie, dus Δa doorloopt waarden tussen -1 en +1.<br />
 
<center>
Regel 28:
</center>
 
De wiskundige afleiding van het amplitudegemoduleerde signaal is alsvolgtals volgt:
als de draaggolf van de vorm uc = ûc.cosωc.t (1,2) is en het bronsignaal van de vorm um = ûm.cosωm.t (1,2) is
wanneer we naar het gemoduleerde signaal kijken, kunnen we de bovenste en onderste toppen met een lijn verbinden zo verkrijgen we het zogenaamde omhullen van het signaal. De informatie is dus in de omhullen verwerkt. Voor de bovenste omhullen kan dus geschreven worden: uAM = ûc + ûm . cosωm.t (1,3)
Regel 46:
=== Zijbanden ===
Bij amplitudemodulatie ontstaat een [[spectrum|frequentiespectrum]] waarin ook de som en het verschil van de draaggolffrequentie en het bronsignaal voorkomen. Een bronsignaal van 1 &nbsp;kHz gemoduleerd op een draaggolf van 1 &nbsp;MHz (1000 &nbsp;kHz) geeft frequenties van 999 &nbsp;kHz en 1001 &nbsp;kHz, samen met de nog aanwezige 1000 &nbsp;kHz. Een audio-bronsignaal beslaat altijd een bepaalde frequentieband, de resulterende frequenties worden zijbanden genoemd. Het audiosignaal voor een [[middengolf]]uitzending wordt begrensd op een maximum van ongeveer 4 &nbsp;kHz waardoor de zijbanden bij elkaar ongeveer 8 &nbsp;kHz beslaan. Omdat de zijbanden van verschillende zenders elkaar niet mogen overlappen hebben middengolfzenders in Europa een onderlinge afstand van 9 &nbsp;kHz.
 
Het ontstaan van zijbanden is ook logisch te begrijpen door naar de vorm van het uitgezonden signaal te kijken. Als er geen modulatie is, is de uitgezonden frequentie exact die van de draaggolf, en verder niets. Het uitgezonden signaal heeft dan de perfecte [[Sinus en cosinus|sinusvorm]]. Bij modulatie (zoals het plaatje hierboven) wordt de grootte van de sinus soms kleiner of groter, en dat groter of kleiner worden tast de ideale vorm van de sinus aan. Doordat de sinus niet meer perfect is wordt er daarom ook uitgezonden op frequenties die iets hoger en iets lager liggen dan de draaggolf. De frequenties die rondom de draaggolf worden uitgezonden noemt men zijbanden. Zie verder bij [[Single-sideband modulation]].
Regel 53:
 
AM-radio-uitzendingen vinden plaats op de volgende frequentiebanden:
* [[LF (radiospectrum)|Langegolf]] (153 &nbsp;kHz–279 &nbsp;kHz); Deze band wordt gebruikt voor radio-uitzendingen in delen van [[Europa (werelddeel)|Europa]] ('''niet''' in Nederland en België), [[Afrika]], het [[Oceanië|Oceaangebied]] en delen van [[Azië]]. In onder meer de [[Verenigde Staten van Amerika]] en [[Canada]] wordt deze band gebruikt voor ruimtevaartdoeleinden.
* [[Middengolf]] (520 &nbsp;kHz–1610 &nbsp;kHz). De meestgebruikte AM-band is de middengolfband. Hier bevonden zich vroeger [[zeezender]]s zoals [[Radio Veronica (zeezender)|Radio Veronica]] en [[Radio Noordzee Internationaal]]. Zij propageerden hun zenders met hun golflengte. Tegenwoordig gebruiken de middengolfzenders de frequentie in kHz om hun zender te promoten en voegen er meestal de afkorting "AM" bij.
* [[Korte golf|Kortegolf]] 2,3 &nbsp;MHz–26,1 &nbsp;MHz, onderverdeeld in 15 uitzendbanden. Deze band wordt vaak gebruikt voor radio-uitzendingen over de gehele wereld en zijn alleen met een wereldontvanger te beluisteren.
* [[27MC]].