Geschiedenis van de Chinese filosofie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Helanhuaren (overleg | bijdragen)
link fix
Regel 38:
Aan het begin van de 20e eeuw zag China in dat traditionele Chinese cultuur niet voldoende zou zijn wilde het zijn plaats veroveren in de moderne wereld en de concurrentie aangaan met de westerse mogendheden. Het importeren van de kennis van het westen was hiermee een belangrijk objectief geworden. Bijna alle filosofische scholen van het westen kregen ook hun exponenten in Chinese filosofische strekkingen, maar het was ten slotte het [[marxisme]] dat de rest zou beginnen overheersen. Na de communistische overname in [[1949]] werd de marxistische ideologie in het China onder [[Mao Zedong]] zelfs de enige die werd geduld. Na de [[Culturele Revolutie]] in [[1967]] sloot China gedurende een tiental jaren zijn deuren voor de buitenwereld. Na de heropening van de universiteiten in [[1978]] ervoeren de Chinese intellectuelen een groot gevoel van vrijheid. Er verschenen publicaties waarin werd gesteld dat het 19e eeuwse marxisme diende te worden ontwikkeld tot een modernere variant. De euforie duurde slechts tot de gebeurtenissen van [[1989]] op het [[Tiananmen-protest|Tiananmen-plein]], waarbij duidelijk werd dat ideologische vrijheid door de Chinese overheid aan banden werd gelegd.
 
De onderdrukking door het [[nationalisme]] was echter nooit volledig, en de oude tradities stierven nooit uit. Getuige daarvan is de nieuwe confucianistische beweging die een [[Synthese (filosofie)|synthese]] tracht te vormen tussen oost en west. Belangrijke vertegenwoordigers waren [[Fung Yu-Lan]] (1895-1990) en Ho Lin (1902-1992) maar die veranderden onder invloed van het marxisme hun denkbeelden, terwijl onder meer Liang Sou-ming (1893-1988) en Hsiung Shih-li (1885-1968) sommige van hun traditionele overtuigingen behielden. Een van de meest markante figuren uit het nieuwe confucianisme is de originele denker Mou Tsung-san, een leerling van de eerder genoemde Hsiung hih-li. Hij ontwikkelde zijn eigen filosofische systeem en stelt dat de drie belangrijkste Chinese tradities - [[Confucianisme]], [[Taoïsme]] en [[Boeddhisme]] - allen benadrukken dat de mens het vermogen bezit van intellectuele intuïtie, of persoonlijke deelneming aan de weg, de ''[[tao (filosofie)|Tao]]''.
 
Hoe dan ook lijkt het erop dat de uitdaging voor de Chinese filosofie er in de toekomst uit zal bestaan om te trachten de tradities van China, het marxisme en het nieuwe confucianisme met elkaar te integreren.