Overval op het Huis van Bewaring I te Amsterdam (14-15 juli 1944): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k genitief |
|||
Regel 18:
Volgens de leden van de Amsterdamse groep was het allemaal heel positief en bood de man een nieuwe kans om de gevangenen te bevrijden. Via de broer van Jan Wildschut zochten zij contact met Johannes Post om hem de nieuwe ontwikkelingen voor te leggen. Er kwam een tweede ontmoeting met Boogaard en de stemming bleef gunstig. Boogaard leek vastbesloten mee te werken. Johannes Post was niet enthousiast om met een SS'er, een handlanger van de gehate vijand, samen te werken. Maar zijn drang om zijn vrienden uit de gevangenis te halen was sterker en hij besloot mee te gaan naar de volgende ontmoeting.
Boogaard gaf veel advies, mede aan de hand van de plattegrond van de gevangenis die ze via [[Wim Speelman]] kregen. Er werd vervolgens besloten dat Boogaard een zeer belangrijke rol zou gaan spelen: Boogaard zou de toegang tot de Weteringschans verschaffen. Om er zeker van te zijn dat hij de boel niet zou verraden werd een smoes bedacht om zijn moeder, bij wie hij inwoonde, in gijzeling te nemen. Er werd afgesproken dat
Na dit besluit hadden Post en de anderen een ontmoeting met Boogaard en werd besloten om de gevangenis binnen te dringen vanuit de woning van conciërge Ottenhof. Deze woning gaf makkelijk toegang tot het instructiegebouw. Als de overvallers in de gang van dit gebouw zouden aankomen zou Boogaard verschillende deuren openen zodat de ploeg via de binnenplaats toegang zou krijgen tot de Duitse afdeling van de gevangenis. Om dit mogelijk te maken moesten de bewakers en honden worden uitgeschakeld. Ook hiervoor kwamen oplossingen. Boogaard zei toe dat hij de twee Nederlandse bewakers met jenever zou uitschakelen en de honden met de worst (gevuld met cyaankali) zou vergiftigen, die hiervoor speciaal zouden worden gemaakt.
|