Francisco Serrão: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Joplin (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Joplin (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
Na de verovering van [[Malakka]] in 1511, zond de Portugese onderkoning [[Afonso de Albuquerque]] 3 schepen naar de [[Molukken|Specerijen eilanden]]. Deze eilanden waren de enige producent ter wereld van [[kruidnagelen]], [[nootmuskaat]] en [[foelie]]. Deze specerijen waren goud waard in Europa. De wens om de Specerijen eilanden te bereiken was een belangrijke drijfveer voor de Portugese ontdekkingsreizen.
 
António de Abreu leidde de expeditie; Serrão was kapitein op een van de schepen. Maleise loodsen leidden de schepen langs [[Java (eiland)|Java]] en de [[Kleine_Soenda_eilandenKleine_Soenda-eilanden|Kleine Soenda-eilanden]] naar de [[Banda-eilanden]]. De Portugezen bleven daar een maand om specerijen in te slaan en keerden daarna terug naar Malakka, zonder het eigenlijke reisdoel te hebben bereikt.
 
Serrão’s schip had echter schipbreuk geleden op Banda. Aan boord van een plaatselijke [[jonk]] trok hij met een klein groepje Portugezen en Maleisiërs verder. Hij belandde op [[Ternate_(eiland)|Ternate]], waar hij goed overweg kon met Sultan Bayan Sirulla. Serrão besloot op Ternate te blijven als een militaire huurling en persoonlijk adviseur van de sultan. In de jaren erna was Serrão betrokken bij een aantal conflicten tussen de eilanden over de controle over de specerijenhandel.