Historische edelsmeedtechnieken: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →‎Damasceren: valt nog veel meer over te vertellen
GrouchoBot (overleg | bijdragen)
k Bot: automatisch tekst vervangen (- de de + de )
Regel 107:
De korreltjes worden vervaardigd door een hoeveelheid goud in zeer fijne snippers te verdelen en dit om en om met vergruisd houtskool in een smeltkroes te smelten. Door het houtskoolpoeder blijft het gesmolten goud gescheiden. Hierna wordt de inhoud van de kroes met water afgeblust. Het goud stolt nu als perfecte bolletjes, die nog op grootte gesorteerd kunnen worden. Het meest gecompliceerde van de techniek is nu het vastsmelten van de bolletjes naast elkaar op de ondergrond zonder de temperatuur zo ver op te laten lopen dat de bolletjes samensmelten. Hiervoor werd een speciale [[Solderen|soldeertechniek]] toegepast.<ref>Theophilus, pp. 121-122</ref> In plaats van een ''soldeersel'' te gebruiken, wordt gebruikgemaakt van het [[Eutecticum|eutectisch]] punt van (in dit geval) goud en koper. Dit ''"eutectisch solderen"'' wordt al sinds de [[Minoïsche beschaving]] naast het hardsolderen gebruikt om edelmetalen te verbinden. Het voornaamste bestanddeel hierbij is koperoxide. Dit wordt met een organische stof (vaak werd [[stijfsel]] gebruikt) gemengd en op de ondergrond aangebracht. Hierin bracht de edelsmid vervolgens de granules aan en het geheel werd gedroogd. Daarna werd het werkstuk in zijn geheel voorzichtig verhit. De koolstof in het stijfsel werkt als een [[reductor]] en het koperoxide wordt omgezet in koper. Door het directe contact met het goud vormt zich op datzelfde moment een eutecticum: een legering met een lager smeltpunt dan dat van de samenstellende delen. Hierdoor smelten de granules aan het oppervlakte vast zonder verder hun vorm te verliezen.
 
[[Bestand:Staff-reliquary of St Peter.jpg|thumb|right|250px|Knop van de de stafvormige reliekhouder van [[Petrus|Sint Petrus]] (988) Goud, gedecoreerd met ''gemmen'', ''parels'', ''email enfoncé'' en ''filigraan'' (Domschatkamer, [[Limburg an der Lahn]])]]
=== Filigraan ===
Met de term filigraanwerk of filigrein wordt geduid op het gebruik van erg dunne draden van zilver of goud binnen de edelsmeedkunst. Deze oude techniek werd tot de zeventiende eeuw voornamelijk gebruikt om objecten te decoreren en daarna ook als vormende techniek om kleinere voorwerpen te vervaardigen. De naam is afgeleid van het Latijnse ''filum'' en ''granum'': een draad van korrels. Als twee van dergelijke dunne edelmetalen draden namelijk in elkaar gedraaid worden, ontstaat enigszins het uiterlijk van aaneengeschakelde granules, als een soort miniatuurkettinkje. Theophilus beschrijft nog een effectievere methode om dit resultaat te bereiken. Hij gebruikt daarvoor een werktuig dat hij een "organarium" noemt.<ref>Theophilus, pp. 89-90</ref> Dit is een kleine [[pers (machine)|pers]] waar de draad doorheen gevoerd kan worden en die bij het persen, door er met een hamer op te slaan, de draad vervormd tot een bolletje. Door dit een groot aantal keer te herhalen wordt een draad van bolletjes verkregen.