Kolonelsregime: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
WDVLWD (overleg | bijdragen)
→‎Repressie: pov zin verwijderd en bron gevraagd
k Invulling parameters sjabloon
Regel 3:
 
== Voorgeschiedenis van de staatsgreep van 1967 ==
In 1965 werd een groep linkse militaire samenzweerders, de ''Aspida'' (=Schild) genaamd, door de Griekse inlichtingendienst opgerold. Dit leidde tot een politieke crisis omdat de zoon van [[Georgios Papandreou|premier Papandreou]], [[Andreas Papandreou]], bij dit complot betrokken zou zijn geweest. Koning [[Constantijn II van Griekenland|Constantijn II]] raakte hierover ernstig in conflict met zijn premier en ontsloeg hem op 15 juli 1965. Daarop werd er een nieuwe regering gevormd onder leiding van [[Georgios Athanasiadis-Novas]], gevolgd door die van [[Illias Tsirimokos]]. Deze regering werd echter al snel vervangen door die van [[Stephanos Stephanopoulos]], een voormalig lid van Papandreou's [[Unie van het Centrum|Centrumunie]]. Hij werd gesteund door koning Constantijn, maar ook door de centrum-rechtse [[ERE]] (Radicale Unie) van [[Konstantinos Karamanlis]]. Op 20 december 1966 zegde de ERE haar steun aan het kabinet op, waardoor de regering viel. De gouverneur van de Griekse Nationale Bank, [[Ioannis Paraskevopoulos]], volgde Stephanopoulos op als minister-president.
 
Op 16 maart 1967 werden de leden van de ''Aspida'' veroordeeld tot gevangenisstraffen, een aantal van de beklaagden werd vrijgesproken. De aanklager wilde ook Andreas Papandreou vervolgen, maar die genoot als parlementariër parlementaire onschendbaarheid. Men trachtte Papandreou te arresteren in de tijd tussen de ontbinding van het [[Parlement van Griekenland|parlement]] en de nieuwe verkiezingen (mei 1967), maar de Centrumunie kwam hier tegen in het geweer door een amendement op de kieswet in te dienen. De ERE wilde wel een vervolging en er ontstond een politieke crisis. De dreiging van een linkse of rechtse staatsgreep hing in de lucht.
Regel 13:
 
== Repressie ==
De nieuwe militaire junta liet iedereen arresteren met linkse of vermeende linkse sympathieën.{{feit||2011|01|17}} Onder de gearresteerden bevonden zich invloedrijke politici, zoals vader en zoon Papandreou, maar ook gewone burgers verdwenen achter de tralies of werden naar de Griekse eilanden in de Middellandse Zee gedeporteerd. Van ruim 480 [[communisme|communisten]] werd het staatsburgerschap afgenomen. De componist [[Mikis Theodorakis|Theodorakis]] werd in augustus 1967 gearresteerd wegens het oprichten van een "communistische" verzetsbeweging.
 
== Contra-staatsgreep van koning Constantijn ==
Regel 21:
Op 23 december kondigde de herstelde junta een politieke amnestie af voor 180 personen, w.o. [[Andreas Papandreou]] die naar het buitenland uitweek en vandaar oppositie begon te voeren tegen het regime. De voorzitter van ERE, [[Konstantinos Karamanlis]], die ook in ballingschap verbleef begon ook met een oppositiecampagne tegen het regime.
 
In de loop van 1968 werd duidelijk dat Papadopoulos de machtigste man binnen de junta was. Om zijn positie nog meer te versterken trok hij diverse ministerposten, waaronder die van Defensie, naar zich toe en ontsloeg zijn tegenstanders in de junta. In 1968 werd Papadopoulos door de propagandamachine reeds "de eerste opvoeder" en de "eerste arbeider van de revolutie" genoemd. Op 8 mei 1968 nam Papadopoulos het ministerschap van Voorlichting op zich en domineerde vanaf dat moment de propagandamachine. Onder de leus "Griekenland-Christenland" werden er hervormingen doorgevoerd.
 
In augustus 1968 vond er een mislukte moordaanslag plaats op Papadopoulos, waarna de persoonlijke beveiliging rondom zijn persoon werd verscherpt. Er volgde een golf van arrestaties. De junta meende dat [[Andreas Papandreou]] en de Cypriotische regering achter de aanslag zaten, doch de dader, [[Alekos Panagoulis]], zei er alleen achter te zitten.
Regel 27:
In november 1968 overleed [[Georgios Papandreou]], wiens huisarrest in april 1968 was opgeheven. Papandreou, een fel tegenstander van junta, kreeg een [[staatsbegrafenis]]. De opkomst bij zijn begrafenis was bijzonder groot, niet alleen vanwege de populariteit die de oud-staatsman genoot, maar ook zagen velen hierin de mogelijkheid om hun ongenoegen te uiten over de junta.
 
In 1970 brak er een conflict uit tussen de junta en de [[Grieks-orthodoxe Kerk]] over de pro-junta-aartsbisschop van [[Athene]], die niet kon rekenen op de steun van het patriarchaat. In hetzelfde jaar, maar ook in 1971, was er ook grote activiteit te bespeuren van het verzet dat aanslagen pleegde op regeringsdoelen, maar ook op [[Verenigde Staten|Amerikaanse]] doelen (de VS was bondgenoot van de junta en leverde wapens).
 
In juli 1970 werd Papadopoulos tevens minister van Buitenlandse Zaken. De junta werd vervangen door de Revolutionaire Raad, maar daarin zaten gewoon dezelfde militairen als in de junta.
Regel 43:
In februari en maart 1973 vonden er grote opstanden plaats tegen de regering, zij werden hardhandig onderdrukt door de ESA, de Militaire Politie. In juli 1973 pleegden marine-officieren een mislukte staatsgreep, waarschijnlijk omdat zij zich buitengesloten voelden. Desondanks werd in augustus 1973 de staat van beleg opgeheven, die sedert 1967 van kracht was. In oktober 1973 benoemde Papadopoulos [[Spiros Markezinis]] tot zijn opvolger als premier. Markezinis was geen militair en was lid van een kleine rechtse partij.
 
Half november 1973 kwam het tot ernstige studentenopstanden aan de Technische Hogescholen van [[Athene]] en [[Thessaloniki (stad)|Thessalonika]]. De studenten eisten directe verkiezingen, in plaats van de in het vooruitzicht gestelde verkiezingen van 1974 en ontheffing van militaire dienstplicht, alsook democratische hervormingen. De regering liet daarop de campussen en hogescholen omsingelen door het leger. Op 17 november werd de noodtoestand afgekondigd door Papadopoulos.
 
Om een bloedbad te voorkomen pleegden op 25 november 1973 enkele hoge officieren, waaronder de generaals [[Phaidon Gizikis]] en [[Dimitrios Ioannidis]], een militaire staatsgreep waarbij Papadopoulos werd afgezet.
Regel 58:
 
== Buitenlandse betrekkingen ==
Nadat de junta in april 1967 de macht had overgenomen verklaarde het dat het nieuwe regime het meest "anticommunistische bewind ter wereld" was. Dit gold blijkbaar niet voor de buitenlandse betrekkingen, die bleven normaal tot zelfs vrij goed. Vanaf 1970 waren er zelf gesprekken op hoog niveau met de [[Albanië|Albanese]] regering, een land waar Griekenland tot dan toe geen betrekkingen mee onderhield. Met [[Joegoslavië]] en [[Bulgarije]], landen die vanouds niet zo'n goede betrekkingen onderhielden met Griekenland, verbeterden de betrekkingen.
 
De grootste bondgenoot van het Kolonels-regime bleef de [[Verenigde Staten|Verenigde Staten van Amerika]], die het rechtse kolonelsregime prefereerden boven een linkse regering. De VS leverden ook wapens aan het regime.
Regel 75:
* President [[Michail Stasinopoulos]]
 
{{bronBron|bronvermelding=
* Winkler Prins Jaarboeken 1968, 1969, 1970, 1971, 1972, 1973 & 1974.
* http://www.worldstatesmen.org/Greece.html