Pavel Miljoekov: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Amirobot (overleg | bijdragen)
k r2.5.2) (robot Erbij: az:Pavel Milyukov
+ kleine aanpassingen
Regel 10:
Pavel Miljoekov publiceerde tal van werken; in [[1892]] verscheen het werk ''De [[Staatswetenschap]] in [[Rusland]] in het eerste kwart van de 18de Eeuw en de Hervormingen van [[Peter de Grote]]''. In datzelfde jaar werd Miljoekov benoemd tot [[hoogleraar]]. Aan zijn hoogleraarschap kwam in [[1895]] voorlopig een einde toen hij vanwege zijn politieke activiteiten naar [[Rjazan]] (200 km. ten zuidoosten van [[Moskou]]) werd verbannen. Hij was daar betrokken bij [[archeologie|archeologische]] opgravingen en was afgevaardigde van de archiefcommissie van Rjasan bij het tiende Archeologencongres.
 
In [[1897]] ging Miljoekov naar [[Sofia (stad)|Sofia]] ([[Bulgarije]]) om er hoogleraar in de geschiedsfilosofie, [[Romeinse Rijk|Romeinse geschiedenis]], Russische- en [[Tsjechië|Tsjechische]] oergeschiedenis te worden. Gedurende een jaar was hij werkzaam in Sofia, om vervolgens in [[1898]] naar [[Macedonië (regio)|Macedonië]] te gaan. In Macedonië voerdedeed hij onderzoek in opdracht van Russisch Archeologisch Instituut te [[Constantinopel]] en de Keizerlijke Academie voor Wetenschappen wetenschappelijk onderzoek deed. In [[1899]] keerde hij naar Rusland terug. In [[1901]] werd hij vanwege zijn oppositionele activiteiten (toespraken etc.) [[arrestatie|gearresteerd]] en gevangengezet. In de gevangenis voltooide hij derde en laatste deel van zijn veelgeprezen geschiedkundige werk ''Schetsen uit de Geschiedenis der Russische Cultuur'', dat in [[1906]] werd uitgegeven. Dit werk werd in meerdere talen vertaald, waaronder het [[Nederlands]].
 
In [[1902]] schreef hij artikelen voor het clandestiene tijdschrift ''Bevrijding''. Kort hierna vertrok hij naar de [[Verenigde Staten van Amerika]] waar hij voordrachten hield op de universiteiten van [[Chicago]], [[Boston]] en [[Harvard]].
Regel 21:
Terwijl Miljoekov in [[1905]] een lezing hield aan de [[Universiteit van Chicago]], hoorde hij van ''"[[Bloedige Zondag (1905)|Bloedige Zondag]]"'', [[zondag]] [[22 januari]] 1905, waarop de tsaristische troepen het vuur openden op vreedzame [[betoging|demonstranten]] in [[Sint-Petersburg]] onder de geestelijke [[pope (priester in de Oosters-orthodoxe Kerk)|pope]] [[Georgi Gapon]]<ref name=autogenerated1>''The Blackwell Encyclopedia of the Russian Revolution'', door: Harold Shukman (1994), blz. 357</ref>. Miljoekov reisde naar Rusland en werd lid van de leiding van de ''Unie voor de Bevrijding''. Op dat moment was Miljoekov ervan overtuigd dat het [[tsaar|tsaristisch]] regime op instorten stond en Rusland spoedig een [[democratie]] zou worden<ref name=autogenerated1 />. Van mei tot augustus 1905 was hij voorzitter van de [[vakbond]] ''Unie der Unies''. Op [[7 augustus]] 1905 werd hij opnieuw gearresteerd, maar kwam reeds na een maand vrij.
 
Na zijn vrijlating nam Miljoekov in oktober 1905 deel aan de oprichting van de [[Constitutioneel-Democratische Partij]] (KDP, beter bekend als de "[[Kadettenpartij]]"). DaarnaastHij schreef hijmee delenaan van haarhet partijprogramma. In [[december]] [[1905]] werd hoofdredacteur van het ''Vrije Volk'' en ''Volksvrijheid''. Omdat Miljoekov gevangen had gezeten werdmocht hethij hemzich niet toegestaan zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen van de ''[[Doema|Staatsdoema]]'' ([[1906]]). Tijdens de Doemaverkiezingen werd de KDP met 179 zetels veruit de grootste partij. In juli 1906 werd de ''Doema'', waarin de progressieve partijen de meerderheid hadden, ontbonden en uit protest trokken 120 Kadetten afgevaardigden van de Kadetten en 80 [[Trudoviken|Troedoviki]] en [[Russische Sociaaldemocratische Arbeiderspartij|Sociaaldemocratische]] afgevaardigden naar [[Vyborg]], toen deel van het [[Groothertogdom Finland]], om de vergaderingen van de ''Doema'' voort te zetten. Miljoekov, die ook naar Vyborg was getrokken schreef het ''[[Vyborg Manifest]]'' waarin hij de Russen opriep tot passief verzet, zoals belasting- en dienstweigering. Het ''[[Vyborg Manifest]]'' sloeg bij grote delen van de Russische bevolking echter niet aan.
 
Terug op Russisch grondgebied werd Miljoekov tot voorzitter van het Centraal Comité van de KDP gekozen en belast met de leiding over de partijkrant ''[[De Rede (krant)|De Rede]]''. Miljoekov deed de KDP opschuiven naar rechts en de samenwerking met de [[revolutie|revolutionairen]] werd verbroken. Het idee van een [[republiek]] werd overboord gezet en de KDP werd voorstander van een [[constitutionele monarchie]].
 
In [[1907]] werd Miljoekov in de derde ''Staatsdoema'' gekozen. In [[1912]] werd hij herkozen. In de ''Doema'' was Miljoekov fractievoorzitter van de Kadettenpartij. Hij had felle kritiek op de regering, die haar hervormingsbeleid omstreeks 1907 washad gestaakt.
 
===Eerste Wereldoorlog===
Bij het uitbreken van de [[Eerste Wereldoorlog]] steunde Miljoekov de oorlogsdoelen van de Russische regering en de generale staf. De KDP stemde vóórvoor de verlening van [[oorlogskredieten]]. Eén van de oorlogsdoelen was de verovering van [[Constantinopel]], de oude hoofdstad van het [[Byzantijnse Rijk]]. Miljoekov betoonde zich een felle [[nationalisme|nationalist]] inzake de verovering van Constantinopel en werd daarom door zijn tegenstanders "Miljoekov van de [[Dardanellen]]" genoemd<ref>Miljoekov stond er op dat zijn jongste zoon dienst nam in het leger. Hij sneuvelde tijdens een slag</ref>. In [[1915]] stond Miljoekov aan de wieg van de oprichting van het [[Progressieve Blok (Rusland)|Progressieve Blok]], een samenwerkingsverband van de Kadettenpartij, de linkervleugel van de [[Oktobristenpartij]] en de [[Progressieve Partij (Rusland)|Progressieve Partij]]. Het Progressieve Blok was voorstander van [[sociaal-chauvinisme]],ze -waren datvoor wilde zeggen ondersteuningvoortzetting van de oorlogspolitiek -oorlog, maar was ook voorstander vanvoor het instellen van een regering die het vertrouwen van het volk had.
 
In [[1916]] bevond Rusland zich aan de rand van de afgrond: de oorlog verliep slecht en [[tsaar]] [[Nicolaas II van Rusland]] benoemde - op advies van de [[monnik]] [[Raspoetin]] - slechteonbekwame ministers en regeringsleiders, w.o.waaronder de pro-[[Duitsland|Duitse]] premier [[Boris Stürmer]]. Stürmer, doorgaans gezien als incapabele [[bureaucratie|bureaucraat]] die als [[gouverneur]] van de provincie [[Jaroslav]] een financieel mismanagement voerde<ref>''Nicolaas en Alexander: De intieme geschiedenis van de laatste tsaren-familie'', door: Robert K. Massie (1970), blz. 356-357</ref>. Op [[1 november]] 1916, tijdens een zitting van de ''Doema'', werd Stürmer door diverse doemaleden - zowel behorende tot de linker- als de rechtervleugel - flink onder vuur genomen. Ook Miljoekov kreeg het woord. Na elk voorbeeld van onkundigheid en corruptie van de regering vroeg hij op beschuldigende toon: "Is dit stupiditeit of verraad"<ref>''Nicolaas en Alexander: De intieme geschiedenis van de laatste tsaren-familie'', door: Robert K. Massie (1970), blz. 368</ref>. Korte tijd later werd Stürmer als premier vervangen door [[Alexander Trepov]].
 
===Februarirevolutie===
Tijdens de [[Februarirevolutie (1917)|Februarirevolutie]] betoonde Miljoekov zich een voorstander van een [[constitutionele monarchie]]. Om dit te bereiken moest tsaar Nicolaas II worden vervangen door een meer liberaal lid van het [[Huis Romanov]]. Op [[15 maart]] [[1917]] trad tsaar Nicolaas II af ten gunste van zijn (relatief liberale) broer [[grootvorst]] [[Michaël Aleksandrovitsj van Rusland|Michaël]]. Een dag later, op [[16 maart]], vond een bespreking plaats tussen grootvorst Michaël en diverse doemaleden, Miljoekov, [[Alexander Goetsjkov]], [[Vasili Shoelgin]], [[Aleksandr Kerenski]], [[Mikhail Rodzjanko]] en prins [[Georgi Lvov]]. De eerste drie waren voorstanders van een troonsbestijging van de grootvorst<ref>Zij dwongen de grootvorst haast de troon te aanvaardden: ''Nicolaas en Alexander: De intieme geschiedenis van de laatste tsaren-familie'', door: Robert K. Massie (1970), blz. 428</ref>, de andere drie waren tegenstanders. Michaël besloot na overleg met Rodzjanko en prins Lvov om van de troon af te zien<ref>''Nicolaas en Alexander: De intieme geschiedenis van de laatste tsaren-familie'', door: Robert K. Massie (1970), blz. 428</ref>. Onmiddellijk na deze uitkomst werd prins Lvov, een lid van de Kadettenpartij, [[Lijst van premiers van Rusland|premier]] van een [[Voorlopige Regering (Rusland)|Voorlopige Regering]]. Miljoekov werd minister van Buitenlandse Zaken.
 
Anders dan in 1905 behoorde Miljoekov in 1917 tot de rechtervleugel van het politieke spectrum. Hij was fel voorstander van het voortzetten van de oorlog aan de zijde van de [[Entente mogendheden]], ondanks het feit dat de oorlog bijzonder impopulair was geworden bij de bevolking. Op [[20 april]] stuurde hij een nota naar de Russische bondgenoten, [[Frankrijk]] en het [[Verenigd Koninkrijk]], waarin hij Rusland'sbeloofde voortzettingdat vanRusland de oorlog beloofdezou voortzetten. Deze nota, die de geschiedenis in zou gaan als de "[[Miljoekov Nota]]", viel slecht bij de geradicaliseerde arbeiders en soldaten die op [[2 mei]] 1917 demonstreerden tegen minister Miljoekov en zijn aftreden eisten. Miljoekov trad af, samen met nog enkele andere ministers die fel voorstander waren van de voortzetting van de strijd.
 
==Rol tijdens de Russische Burgeroorlog==
Na zijn aftreden als minister bleef Miljoekov voorzitter van de KDP. Hij aanschouwde het verval van de Voorlopige Regering en de [[Oktoberrevolutie]] ([[1917]]) die de [[bolsjewieken]] aan de macht bracht. Miljoekov verliet na de Oktoberrevolutie [[Petrograd]] na de Oktoberrevolutie en hielp [[generaal]] [[Mikhail Aleksejev]] bij de vorming van het antibolsjewistische [[Vrijwilligersleger]]. Nadien adviseerde hij tal van leiders van de [[Witte Leger|Witte regeringen]] die tijdens de [[Russische Burgeroorlog]] ([[1918]]-[[1921]]) die met hun [[Witte Leger]]s tegen het [[Rode Leger (Sovjet-Unie)|Rode Leger]] van [[Leon Trotski]] streden. In [[mei]] [[1918]] ging hij naar [[Kiev]] waar hij met de Duitse legerleiding onderhandelde om gezamenlijk tegen de bolsjewieken op te treden. Voor veel leden van de Kadettenpartij ging dit te ver: Miljoekov zag zich gedwongen het voorzitterschap van het Centraal Comité van de KDP neer te leggen. Later zag Miljoekov de fout in van zijn onderhandelingen met de Duitsers.
 
In november 1918 ging hij naar [[West-Europa]] om fondsen te werven voor de Witten. Na de voortdurende nederlagen van de Witten vestigde hij zich eerst in [[Engeland]] en daarna, vanaf [[1920]], in [[Parijs]] waar hij voorzitter werd van de Russische Schrijvers- en Journalistenbond. Ook werd hij voorzitter van de Raad van [[Professor]]en van het [[Frankrijk|Frans]]-Russische Instituut.
Regel 44:
Hij bleef politiek actief. Hij trad in juni [[1921]] uit de KDP omdat zij zijn plannen ter bestrijding van het bolsjewisme afkeurden. Van [[1921]] tot [[1940]] was hij hoofdredacteur van het Russische emigrantenblad ''Het Laatste Nieuws''.
 
Op Miljoekov's leven zijn tal van mislukte moordaanslagen gepleegd. Tijdens één van die aanslagen, [[28 maart]] [[1922]] tijdens een bijeenkomst van [[Witte emigrant|Russische emigranten]] in de [[Berliner Philharmonie]], werd zijn leven gered door een goede vriend, [[Vladimir Dimitrijevitsj Nabokov]]. Nabokov, vader van de beroemde schrijver [[Vladimir Nabokov]], sprong voor Miljoekov en ving tede kogels op die voor Miljoekov bedoeld waren. Nabokov overleed aan zijn verwondingen.
 
Tijdens [[Winteroorlog]] ([[1939]]-[[1940]]) steunde hij de aanval van de [[Sovjet-Unie]] op [[Finland]]. Ook tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] steunde hij zijn vaderland.