Vastentijd: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Mexicano (overleg | bijdragen)
Versie 23971953 van 212.239.175.130 (overleg) ongedaan gemaakt
Regel 5:
 
== Katholieke Kerk ==
De vastentijd voor katholieken begint op [[Aswoensdag]], wanneer het [[askruis]]je wordt toegediend. De periode eindigt met [[kerstfeestpaasfeest|Pasen]]. De vastenperiode duurt in totaal 46 dagen; op 40 dagen wordt gevast, alleen op de 6 zondagen hoeft niet gevast te worden. Vasten wordt voorafgegaan door de [[Vastenavond]] en het [[carnaval]]. De [[Rooms-katholieke Kerk|Kerk]] heeft in de loop der eeuwen de regels omtrent het vasten versoepeld. In de 9e eeuw verschoof men de enige maaltijd van zonsondergang naar 3 uur, vanaf de 14de eeuw naar de middag. De vastenwet in Nederland gebiedt op Aswoensdag en [[Goede Vrijdag]] dat men bij twee van de drie maaltijden slechts ongeveer twee derde eet van wat men zou willen nemen{{feit||2010|01|30}}. Vlees is bovendien in het geheel niet toegestaan.
 
Volgens de geboden van de Katholieke Kerk moeten katholieken vanaf 14 jaar zich op vrijdagen en enige andere dagen, zoals Aswoensdag, onthouden van het gebruik van vlees of van een ander voedsel volgens de voorschriften van de [[bisschoppenconferentie]] (''onthoudingsgebod''). In het nieuwe [[Canoniek recht|kerkelijke wetboek van 1983]] (canones 1249 t/m 1253) blijft het onthoudingsgebod nagenoeg ongewijzigd: op vrijdagen en op Aswoensdag. Onthouding samen met vasten wordt gevraagd op Aswoensdag en op Goede Vrijdag (''vastengebod''). Minderjarigen en zestigplussers worden ontheven van het vastengebod. De bisschoppenconferenties hebben de bevoegdheid het onderhouden van vasten en onthouding nader te bepalen en ook andere vormen van boete zoals liefdadigheidswerken en oefeningen van vroomheid geheel of gedeeltelijk in de plaats te stellen van vasten en onthouding<ref>CIC 1983, canon 1253</ref>. Zo bepaalde de [[Nederlandse Bisschoppenconferentie]] in 1989: ''"Wij bepalen dat Aswoensdag en Goede vrijdag dagen van verplichte vasten en onthouding in spijs en drank zijn en dat verder het bepalen van de wijze van de beoefening van boete en onthouding aan het eigen geweten en initiatief van de gelovigen wordt overgelaten. Aan de plicht tot vasten in de Veertigdagentijd en tot onthouding op de vrijdagen kan worden voldaan, door zich in eten en drinken, in [[roken (tabak)|roken]] of in andere genoegens duidelijk te beperken. Het geld, dat hiermee wordt uitgespaard, kan bestemd worden voor de naasten die [[honger]] lijden of anderszins gebrek lijden. Het is voorts passend, dat men zich in de Veertigdagentijd meer dan anders wijdt aan werken van christelijke [[naastenliefde]] en met meer toeleg het [[Bijbel (christendom)|Woord van God]] leest."''<ref>[http://www.rorate.com/kerkrecht/kr_show.php?id=34 Toepassingsbesluiten van de [[Nederlandse Bisschoppenconferentie]] bij de [[Codex Iuris Canonici]] (1989)], decreet 21 over vasten en onthouding</ref> De Katholieke Kerk is in de loop der eeuwen minder streng geworden bij het voorschrijven van het [[vasten]] en heeft ook alternatieve vormen van vasten en onthouding voorgesteld.