Johan Buziau: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
k sp, replaced: vrij gelaten → vrijgelaten met AWB |
||
Regel 3:
Buziau werd geboren in een muzikantenfamilie. Van jongs af aan wilde hij theaterartiest worden. Al op zeventienjarige leeftijd werd hij fulltime artiest. Hij bracht clowneske nummers waarvan zijn creatie ''Professor Rikiri'' de beroemdste werd. Het leidde tot een internationale carrière. Met het uitbreken van de [[Eerste Wereldoorlog]] beperkte hij zich noodgedwongen tot Nederland, waar hij vanaf 1914 de publiekstrekker voor het ''Eerste Nederlandse Revue Gezelschap'' van [[Henri ter Hall]] werd. Van 1928 tot 1942 vervulde hij dezelfde rol voor de [[Bouwmeesterrevue]]. Buziau was in de periode tussen de beide wereldoorlogen onbetwist Nederlands populairste komiek. Filmbeelden van de acts die hij op het podium deed zijn nooit gemaakt omdat hij bang was dat het publiek anders niet meer op zijn theateroptredens af zou komen.
In de zomer van [[1942]] werd Buziau, evenals vele andere populaire Nederlandse artiesten, door de Duitse bezetters gedetineerd in het gijzelaarskamp in [[Haaren (Noord-Brabant)|Haaren]]. Hij werd alweer snel
Beroemd werd zijn uitspraak; ''"Vroeger hadden we het goed, maar nu hebben we het beter... 't Is te hopen dat we het weer goed krijgen..."''. In een andere voorstelling kwam Buziau met een enorm portret het podium op lopen, waarna hij zei: ''"Ik kreeg een portret van oom Herman, maar nou weet ik niet wat ik ermee moet doen. Ophangen of tegen de muur zetten?"''
|