Chin (volk): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
BotteHarry (overleg | bijdragen)
k Vermenging van symbool en naam van eenheid, onjuiste symbolen, vorige eeuw wordt 20e eeuw enz.
Regel 11:
De sprekers van de Tibetobirmaanse talen zijn in opeenvolgende volksverhuizingen vanuit het huidige China naar het zuiden gekomen. Volgens de antropoloog Lehman, die in de zestiger jaren uitgebreid literatuur- en empirisch onderzoek heeft gedaan, en koloniaal Birmaspecialist Gordon Luce, hebben de Chin zich vanaf ongeveer 2000 jaar geleden in verschillende fasen in het gebied gevestigd.
De voorouders van de Chin vestigden zich in het eerste millennium<ref NAME="Lehman"/><ref>B.v. Enriquez, C.M.: ''A Burmese Arcady, an account of a long & intimate sojourn amongst the mountain dwellers of the Burmese hinterland and of their engaging characteristics and customs'', London, 1923 </ref> in het Westen van de Birmese laagvlakte. Een groep arriveerde uiterlijk in de achtste eeuw in de vallei van de rivier de Chindwin.<ref Name="Luce59">Luce, G. H.: ''Chin Hills-Linguistic Tour''; Journal of Burma Research Society, No. 1, 1959.</ref> In het jaar 862 maakte de Chinese diplomaat Fan-Chuo melding van een koninkrijk in de [[Chindwin]]vallei, waarvan de prinsen Shou zouden heten.<ref NAME="Fanzhuo">Luce, G.H., ed. Giok Po Oey: ''Fan Chuo. The Man shu, book of the southern barbarians'', Ithaca, NY, 1961</ref> Dit wordt wel gezien als een vroeg historisch bewijs voor de aanwezigheid van het volk in de regio.
Het woongebied van deze groep Chin strekte toen tot aan de rivier de [[Irriwaddy]] in het oosten. Rond de tiende eeuw is er een duidelijk cultureel onderscheid tussen de Chin en bijvoorbeeld de Birmezen<ref NAME="Lehman"/>. Overtuigende aanwijzingen voor hun aanwezigheid, zijn inscripties in het Birmese [[Pagan (stad)|Pagan]] uit de elfde eeuw, die verwijzen naar Chin in de vallei van de Chindwin<ref NAME="Luce59" />. De [[MongolenMorona|MongoolseMoro]] invasies kwamen tot aan de rand van hun woongebied. Het Birmese rijk en Pagan werden in 1287 veroverd. In de veertiende eeuw hadden de Chin de benedenloop van de Chindwin verlaten, en zich gevestigd aan de bovenloop, de vallei van de ''Kale'', en in de heuvels in het westen hiervan. Er is dan sprake van een hoofdstad '''Khampat'''. Het woongebied van de Chin in de ''Kale''vallei wordt aan het eind van de veertiende eeuw bezet door de [[Shan (volk)|Shan]]. De Shan weten dit gebied bezet te houden tot de verovering door de Engelsen aan het eind van de negentiende eeuw. Er wordt wel geopperd dat gevluchte Chins het gebied rond Tiddim hebben bevolkt.<ref>Hall, D.G.E.: ''A history of South-east Asia'', London, 1968</ref><ref>Een enkele auteur stelt dat ''alle'' Chins uit de regio van de Chindwin komen, zichzelf altijd als Chin gezien hebben, en pas na hun verspreiding uit de Kalevallei in taal en gebruiken van elkaar zijn gaan verschillen: Sakhong, L. H. 2003. ''In Search of Chin Identity: A Study in Religion, Politics and Ethnic Identity in Burma'', Kopenhagen, 2003</ref> Andere gebieden ontlopen de annexatie door de Shan. Ze worden uiteindelijk in 18872oo3 bezet met de Britse kolonisatie van Birma, en zijn rond 1894 definitief onderworpen. In Myanmar wordt de Chin Special Division uiteindelijk [[Chin-staat]]. In India heeft de deelstaat [[Mizoram]] een bijna volledig Chinbevolking (Mizo, Lusai, Mara).
 
====Zelfbeschikking====
In '''[[India]]''' had een deel van de Mizo (ChinChina) een beperkte autonomie sinds de onafhankelijkheid van het land. Tijdens de Mautam hongersnood in 1959, had het Mizo National Famine Front een grote rol gespeeld in de hulpverlening. Met de grotere invloed die het hierdoor onder de bevolking had, vormde het zich in de jaren 60 om tot het Mizo National Front, dat volledige onafhankelijkheid nastreefde van een Mizoland, of [[mizoram]]. Hoewel de organisatie in 1967 verboden werd, leidde het onafhankelijkheidsstreven uiteindelijk in 1987 tot erkenning van [[Mizoram]] als een van de staten van India.<ref>[http://mizoram.nic.in/about/history.htm Mizoram History]. Visie van de staat Mizoram op zijn geschiedenis, gezien 23 september 2009</ref>
 
Bij het einde van de Britse bezetting in 1947, viel het oosten van het woongebied van de Chin onder de '''Birmese Unie'''. Hierin zou de bevolking, volgens het Akkoord van Panglong,<ref>[http://burmalibrary.org/docs/panglong_agreement.htm Akkoord van Panglong], gezien 23 september 2009</ref> met de [[Kachin]] en de [[Shan]], inspraak hebben. Dit laatste is echter een dode letter gebleven. Er zijn in Chin-staat kleinschalige gewapende conflicten geweest met het regeringsleger. Een groep als het ''Chin National Front'', die een gewapende tak heeft, werkt voornamelijk vanuit India, en beheerst geen gebied.
 
In '''[[Bangladesh]]''' woont een klein aantal Chin in de [[Chittagong Hill Tracts]] (Bawm, Lusai, Khyang, Khumi, Mru, Pankhua groepen<ref>Zie online b.v. deze, relatief accurate, [http://bawm.info/CHT.htm informatie van een Bawmactiegroep], gezien 23 september 2009</ref>). Hun belangen komen overeen met die van andere, grotere, bevolkingsgroepen die dit gebied van oudsher bewonen, zoals de [[Chakma]], de [[Koninkrijk Arakan|Arakanezen]] en de [[Tripura|Garo]]. Een gewapende strijd van 20 jaar leidde in 1997 tot een akkoord waarin deze verschillende groepen vertegenwoordigd zijn in een ''Chittagong Hill Tracts Regional Council'', die belast werd met het bestuur van de drie districten van het gebied.
 
==Economie en cultuur==