Roman Jakobson: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 18:
* Op het gebied van de [[fonologie]] had Jakobson onder andere grote invloed doordat hij het begrip ''[[fonologisch kenmerk]]'' introduceerde: spraakklanken (klinkers en medeklinkers) zijn niet de kleinste bouwstenen van taal, maar ze zijn zelf weer opgebouwd uit nog kleinere eenheden, die bijvoorbeeld corresponderen met instructies aan de spraakorganen. Een voorbeeld van een kenmerk is [+stem]: een instructie aan de stembanden om te gaan trillen. Klanken als de (Nederlandse) b, d en z hebben dit kenmerk. Via Jakobsons student [[Morris Halle]] kwam het begrip fonologisch kenmerk uiteindelijk ook terecht in de [[generatieve taalkunde]].
 
:In de ogen van Jakobson waren fonologische kenmerken essentieel en konden ze gebruikt worden om te verklaren hoe kinderen talen leren, hoe [[afasie|afatici]] hun taal verliezen en waarom alle talen van de wereld op sommige punten zo op elkaar lijken. Doordat hij enige tijd samenwerkte met [[Claude Lévi-Strauss]] had hij ook invloed op de antropologie en andere cultuurwetenschappen. Met name zijn interesse in de innerlijke taal verdient vermelding: Jakobson formuleerde de hypothese dat bij de productie van neologismen in de droom de [[liquida]]e verdwijnen (zie KinderpracheKindersprache, Aphasie und Lautgestezte).
 
* Hij heeft ook een [[communicatiemodel]] ontwikkeld dat er als volgt uitziet: