Joannes Jansen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pompidombot (overleg | bijdragen)
Pompidombot (overleg | bijdragen)
Regel 17:
'''Joannes Henricus Gerardus Jansen''' ([[Leeuwarden (stad)|Leeuwarden]], [[9 mei]] [[1868]] - [[Utrecht (stad)|Utrecht]], [[17 mei]] [[1936]]) was [[aartsbisschop]] van het [[Aartsbisdom Utrecht (Rooms-Katholieke Kerk)|aartsbisdom Utrecht]] van [[1930]] tot [[1936]]. Hij was de Utrechtse aartsbisschop met het kortste pontificaat, maar met de langste wapenspreuk: ''Spei mei anchorum in Deo Figo'' (''Ik verbind mijn anker van hoop aan God'', ontleend aan [[Bonifatius (heilige)|Bonifatius]]).
 
Jansen studeerde aan het [[kleinseminarie]] in [[Culemborg]] en aan het [[grootseminarie]] van [[Rijsenburg]] bij [[Driebergen]] en werd tot priester gewijd in [[1893]]. Jansen was kapelaan in [[Sneek (stad)|Sneek]] ([[1894]]) en [[Arnhem]] ([[1898]]) en werd professor in [[Rijsenburg]] in [[1900]]. Jansen werd pastoor in [[1908]] in [['t Goy]] bij [[Houten]], een functie die hij combineerde met die van [[onderwijsinspectieInspectie van het Onderwijs (Nederland)|onderwijsinspecteur]]. In [[1914]] werd hij pastoor in [[Harlingen (stad)|Harlingen]] en in [[1918]] in Utrecht, waar hij ook [[decanaat|deken]] werd in [[1929]].
 
Door een ernstige ziekte gehinderd, moest Jansen in 1935 de meeste werkzaamheden als aartsbisschop overlaten aan een [[coadjutor]], [[Johannes de Jong]]. Hij nam kort voor zijn overlijden ontslag als aartsbisschop. Bij zijn aftreden werd hij benoemd tot [[Titulair bisschop|titulair aartsbisschop]] van ''Selymbria''. De Jong volgde hem op als aartsbisschop van Utrecht.