Gijsbrecht van Aemstel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Souffleur (overleg | bijdragen)
gelijks. opm. bij elkaar, Groot/Grotius, lf. speculatie, 'veronderstelling'
Souffleur (overleg | bijdragen)
14e-eeuwse, 17e-eeuwse
Regel 19:
:Zy zal met grooter glans uit asch en stof verrijzen.
 
Het 17e -eeuwse publiek, het Amsterdamse stadsbestuur en de toenmalige financiers van de voorstellingen waaraan een deel van de inkomsten ten goede kwam (de [[caritas (deugd)|charitatieve]] instellingen Het Burgerweeshuis en het Oude Manne- en Vrouwenhuis<ref>''Vondel, Volledige dichtwerken en oorspronkelijk proza.'' Verzorgd door Albert Verweij. Opnieuw uitgegeven met een inleiding door Mieke B. Smits-Veldt en Marijke Spies. Becht, Amsterdam, 1986, Inleiding p. XXIX, ISBN 90 230 06119.</ref>) zullen deze heilsboodschap instemmend hebben aangehoord.
 
Om na het zien van de onfortuinlijke voorouders de stemming nog wat te verhogen werden latere Amsterdamse voorstellingen van de ''Gijsbrecht'' (v.a. het einde van de 17e of het begin van de 18e eeuw) rond Nieuwjaarsdag gevolgd door ''De bruiloft van Kloris en Roosje''. Wie de auteur is van deze boertige [[klucht]] met zang en dans, staat niet vast. Dit vrolijke naspel eindigde traditioneel met een door de personages ''Thomasvaer'' en ''Pieternel'' uitgesproken Nieuwjaarswens, waarin de actuele gebeurtenissen van die dagen van [[satire|satirisch]] commentaar werden voorzien.
Regel 67:
:Verdaedight; hadden wy 't in ons behoed genomen,
:'t En waer met Amsterdam zoo verre noit gekomen.
en spreekt de engel (voor het eerst in 1638, tijdens de opening van de schouwburg, in de nabijheid van de net gereed gekomen gekroonde spits van de [[Westertoren (Amsterdam)|Westertoren]]) , ten overstaan van de middeleeuwse14e-eeuwse personages en het 17e -eeuwse publiek de '[[profetie]]' uit dat:
:'eer drie honderd jaer Verloopen'(...) ‘Als uw naemhafte stad haer' Schouwburgh open doet' (...) de stad “haer kroon tot aen den hemel toe’ zal verheffen.