500 kHz: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jotge (overleg | bijdragen)
Historie van het maritime radio system in Nederland
 
Bemoeial (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
De'''500 kHz''' is de internationale radiotelegrafische noodfrequentie 500waarop kHz.
 
Vooraf gegaan door onder meer Maxwell (1865), Hertz (1887) en vele anderen werd met behulp van elektromagnetische golven door Marconi in Italië met vergelijkbare proeven in de ouderlijke tuin enkele meters overbrugd.
Regel 8:
 
Deze verbinding werd niet met geluid gemoduleerde signalen in morse gedaan, doch met een simpele z.g. vonkzender. Door het ontladen met een seinsleutel van een Rhumkorffse klos over een vonkenbrug ontstonden vonkgeluiden, die wij als we op de middengolf naar de muziekzenders luisteren en de 'buren' een schakelaar overhalen voor bv. een lamp wij de vonk horen overspringen. Een krassend laag geluid volgens de morse code onderbroken. De ontvangers waren in die tijd ook nog niet ontworpen, doch aan de ontvangantenne was via een 'coherer' (een detector) een morsetoestel verbonden. De magneet daarvan reageerde op de door de vonkzender uitgezonden korte en lange signalen, welke in dat apparaat werden omgezet om middels een inktpen in korte en lange strepen op een papierband te worden getekend
 
 
Marconi ging in 1897 over tot het oprichten van een bedrijf ("Wireless Telegraph Company", dat later in 1900 werd gewijzigd in "Marconi Wireless Telegraph Company". Naast Marconi was men ook in andere landen bezig met deze ontwikkeling: Duitsland (Telefunken), België (Compagnie des Télégraphie sans files), Frankrijk, Italië. Deze bedrijven waren in eerste plaats gericht op militaire doeleinden, daarnaast hadden ook de maritieme bedrijven grote behoefte aan communicatie mogelijkheden.
 
 
In die tijd was men uitsluitend gericht op het eigen bedrijf en elke maatschappij werkte voor zichzelf, met als gevolg grote concurrentie, men stoorde elkaar waar mogelijk. Schepen met Marconi uitrusting bijvoorbeeld mochten uitsluitend werken met stations van Marconi.
 
 
Op initiatief van de Duitse Keizer (Telefunken) werd in 1903 een internationale conferentie gehouden (de eerste radioconferentie), waarin onder meer werd overeengekomen dat men elkaar niet meer moest storen en in geval van nood elkaar moest helpen. Hetgeen binnen de maritieme wereld heel normaal was zelfs in oorlog omstandigheden. Daarvoor werd afgesproken een bepaald morse signaal in te voeren één teken gevormd door drie punten drie strepen drie punten. (Dus geen S O S of andere verzinsels).
Regel 21 ⟶ 18:
 
Tussen alle morsetekens valt de combinatie CQD nauwelijks op doch het nieuwe signaal is geheel afwijkend en apart dus valt het dadelijk op.
 
 
De maritieme communicatie werd gedaan op de wat we nu de middengolf noemen, langegolf ontstond pas later (grote afstanden veel vermogen) de kortegolf nog veel later (grote afstanden lage vermogens), een ontwikkeling die voornamelijk is ontwikkeld door de radioamateurs, zoals nog steeds gebeurd in het GHz gebied). Het was gebruikelijk in die tijd nog te spreken over metergolven, pas na 1945 werd in het beroepsverkeer de kHz en MHz ingevoerd. Het verkeer vond plaats tussen de 600 en 300 meter, naar mate er meer verkeer kwam werd dit op andere er naast gelegen golflengten gedaan. Hiermee werd een gebruikelijk afstand van 300 zeemijl goed overbrugd.
 
Indenkend het enorme lawaai van al die vonkzenders die tegelijkertijd in de lucht waren werd het steeds moeilijker om de signalen met de morseschrijver leesbaar te houden. In de daarop volgende jaren werden de signalen gedetecteerd door onder meer de detector van Schlömilch en de magnetische detector (een voorloper van de "wire recorder" van na Wereldoorlog II).
 
 
Na de bekrachtiging van de eerste radioconferentie, pas in 1906, werd de tweede radioconferentie, gepland in 1912, uitgesteld. Doch op 12 april 1912 verging de "Titanic", waarbij vele opvarenden het leven lieten. De aanwezige radio officieren in dienst van de "Marconi Wireless Telegraph Company" (dit werden de marconisten genoemd) riepen hulp in van de in de buurt varende schepen. Doch helaas op veel schepen in de omgeving was de radiodienst al te kooi en drong het CQD-vonksignaal ook niet door de storing heen.
Regel 40 ⟶ 32:
 
Onder meer staat in het verdrag:
* De definitieve toewijzing van de 600 meter (500 kHz) als officiële noodfrequentie,
 
* Het instellen van de stilte perioden,
De definitieve toewijzing van de 600 meter (500 kHz) als officiële noodfrequentie,
* Het gebruik van het automatisch alarmsein,
 
* De instelling van de beschermband voor de noodfrequentie radiotelegrafie 490 – 510 kHz.
Het instellen van de stilte perioden,
* Op deze radioconferentie werd ook de indeling van de frequenties vastgesteld.
 
* De maritieme middengolfband lag tussen de 410 – 535 kHz.
Het gebruik van het automatisch alarmsein,
 
De instelling van de beschermband voor de noodfrequentie radiotelegrafie 490 – 510 kHz.
 
Op deze radioconferentie werd ook de indeling van de frequenties vastgesteld.
 
De maritieme middengolfband lag tussen de 410 – 535 kHz.
 
Niet alleen uit historisch perspectief was de 500 kHz de belangrijkste noodfrequentie, maar het bereik was direct het belangrijkste. Al eerder noemdeis ik degenoemdde gemiddelde dagafstand waarop normaal kon worden gewerkt ca 300 zeemijl. Afgezien van grote passagiersschepen (24 uur wacht) hadden de andere schepen slechts 1 of 2 radio officieren die een voorgeschreven wachtperiode over 24 uur moesten verdelen.
 
Na het ontwikkelen van het z.g. Automatisch Alarm Toestel werd later als zij niet op wacht waren dit toestel bij gezet. Dit stond afgestemd op de 500 kHz en werd geactiveerd door een uitgezonden alarmsein, waarop de radio officieren op wacht kwamen. Schepen in een straal van die 300 zeemijl konden dan hulp bieden.
 
Naast het gebruik voor noodoproepen en –verkeer werd deze frequentie ook gebruikt voor aankondigingen van spoed- en veiligheidsberichten en als laatste het aanroepen van stations voor openbaar verkeer, waarna dit verkeer op de vaste werkfrequenties werd afgehandeld.
 
 
Het hele maritieme radioverkeer was primair dus VEILIGHEID en secundair Openbaar Verkeer, waarbij alles draaide om de noodfrequentie radiotelegrafie, de 500 kHz. Deze noodfrequentie heeft in de afgelopen eeuw een uiterst belangrijke rol gespeeld, waarbij heel wat mensenlevens zijn gered. In oktober 1980 nog het zinken van de Prinsendam nabij Alaska, waar de satelliet communicatie nog niet geheel optimaal werkte en de radiodienst aan boord de 500 kHz gebruikte om de schepen in de buurt om assistentie te vragen, waarbij allen konden worden gered.
 
Binnen die maritieme radiowereld is de 500 KHz een internationaal veiligheid symbool dat heel hoog in het vaandel staat van die radiodienst.
 
[[de:500 kHz]]
[[en:500 kHz]]
[[fr:500 kHz]]
[[pl:Pasmo 500 kHz]]
[[tr:500 kHz]]