Gijsbrecht van Aemstel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Souffleur (overleg | bijdragen)
corr.
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Gijsbrecht van Aemstel''' is een [[toneel (spel)|toneelstuk]] dat [[Joost van den Vondel]] schreef ter gelegenheid van de opening van de eerste stenen [[Amsterdam]]se [[Theater (gebouw)|schouwburg]]. De inwijding op [[26 december]] [[1637]] van dit door [[Jacob van Campen]] ontworpen [[Classicisme|classicistisch]]e theater aan de [[Keizersgracht (Amsterdam)|Keizersgracht]] werd uitgesteld vanwege protestante bezwaren tegen enige (in de katholieke middeleeuwen spelende) passages. Na protesten tegen de eventuele ''"vertoning van superstitiën van de [[Papisme | paperije]] als [[mis]]se en andere ceremoniën"'' kon ''de Gysbrecht'' op [[3 januari]] [[1638]], kleurrijk en fraai gekostumeerd in [[schouwburg van Van Campen|Van Campens schouwburg]] in première gaan.<ref>''Vondel, Volledige dichtwerken en oorspronkelijk proza''. Verzorgd door [[Albert Verwey|Albert Verweij]]. Opnieuw uitgegeven met een inleiding door Mieke B. Smits-Veldt en Marijke Spies. Becht, Amsterdam, 1986, Inleiding p. XXVIII. ISBN 90 230 06119</ref>
 
In Amsterdam werd het stuk vele daaropvolgende jaren op [[Nieuwjaar|Nieuwjaarsdag]] opgevoerd. In de [[1960-1969|jaren zestig]] nam de populariteit van de Gysbreght af. Het toneelstuk zou niet meer voldoen aan de wensen van het publiek. De beëindiging van de Gysbrechttraditie in 1968, moet in het licht van de tijdgeest en algehele ontevredenheid over de enscèneringen in de periode voorafgaand aan [[Aktie Tomaat]] (1969) worden gezien. Begin jaren tachtig werd, onder regie van [[Carel Briels]], ''de Gijsbrecht'' een aantal keren opgevoerd rond Nieuwjaarsdag; in 1981 in de [[Nieuwe Kerk (Amsterdam)|Nieuwe Kerk]] en in 1982 in de [[Stadsschouwburg Amsterdam|Stadsschouwburg]]. In 1988 regisseerde [[Hans Croiset]] in Den Haag een ''Gijsbrecht'' voor het [[Nationale Toneel]],. In 1990 volgde een Gijsbrecht van Rieks Swarte voor [[Toneelgroep Amsterdam]]. In 2003 en 2008 speelde Theater Nomade, onder regie van Ab Gietelink, de ''Gijsbrecht'' in op de politieke actualiteit toegespitste bewerkingen. Op 1 januari 2010 werd in het [[Concertgebouw (Amsterdam)|Concertgebouw]], tijdens de nieuwsjaarsbijeenkomst van de gemeente Amsterdam, een verkorte versie vertoond door de theatergroep 'De Warme Winkel'.
 
== De inhoud ==
Regel 88:
Dan verplaatst de scene zich naar de poort, waar de portier en Van Haerlem converseren. Diedrick poogt de portier te overtuigen de poort te openen, hoewel het laat in de avond is. Diedrick draagt de portier op om Willebord te halen uit de kerk. Willebord komt en Diedrick introduceert zichzelf als gast. Willebord vertrouwt het niet en vraagt naar de reden van de komst van Van Haerlem. Deze zegt dat hij soldaten in het klooster wil laten overnachten. Willebord wil gerust soldaten binnen laten, maar weigert ze in het klooster te laten. Diedrick protesteert en zo discussiëren zij enige tijd, tot de soldaten aankomen. Diedrick beveelt ze naar het klooster te gaan en Willebord klaagt, maar protesteert niet.
Van Egmond en Vosmeer vinden elkaar bij de rand van de stad, waar Vosmeer aan is komen zwemmen. Vosmeer vertelt hoe het Zeepaard binnen gehaald is. Hij vertelt ook hoe de stedelingen de wallen versterkten en hoe hij de mannen in het zeepaard stil hield. Hij vertelt ook wat het plan is voor de aanval. Egmond vertelt over de manschappen die klaarliggen in het klooster. Na het gesprek scheiden de wegen van beide mannen en sluit Egmond af met de volgende woorden: ‘God geef, dat u en my dees aenslagh wel geluck.’
Het bedrijf eindigt met een kerstzang, de Rey van EndelingenEdellingen. De zang begint ermee dat de Heiland in Bethlehem is en dat Jezus in een armoedige stal is geboren. Jezus is goddelijk en zit vol goedheid. Gods goedheid wordt ook nog benadrukt, want God heeft immers de inwoners van Amsterdam veel ellende bespaard. Het is daarom verstandig altijd te luisteren naar God, en hem te vereren.
 
===Derde bedrijf===
Regel 101:
 
In de tweede scène komt Arend van Aemstel aan bij Badeloch, de vrouw van Gijsbreght. Zij schrikt omdat hij alleen arriveert en veronderstelt dat Gijsbreght gesneuveld is. Arend ontkent dit en doet gedetailleerd verslag van het gruwelijk schouwspel dat zich voor zijn en Gijsbreght’s ogen afspeelde; van de strijd; van de bezetting van Amsterdam; van de dood van onder andere Gozewijn en de nonnen. Badeloch besluit de scène met de woorden dat zij Gijsbreght dood rekent.
In de laatste scène van het vierde bedrijf bezingt de rei allereerst de pure, oprechte liefde tussen Badeloch en Gijsbreght. Zij geven uiting van het verdriet dat zij door de veronderstelde dood van haar man moet voelen en eindigen met een bede aan God, waarin Hem gevraagd wordt haar smart te verlichten. Het vierde bedrijf wordt afgesloten met de uitroep van Badeloch dat zij Gijsbreght’sGijsbreghts stem gehoord heeft en dat hij voor de poort staat.
 
===Vijfde bedrijf===
Regel 130:
De voorstellingen van de ''Gijsbrecht'' van Theater Nomade, in 2001 en 2008 onder regie van Ab Gietelink waren toegespitst op de politieke situatie van die tijd. De vijanden in zijn voorstelling uit 2001 waren, als Amerikaanse soldaten gestoken in gevechtstenue. De belegering van Amsterdam verwees naar steden als Jeruzalem en Bagdad of een land als Afghanistan, waar strijders de rechtvaardiging voor hun strijd zoeken in een religieuze overtuiging. Hij probeerde het proces van escalatie te laten zien, dat leidt tot oorlog. In Gietelinks voorstelling uit 2008 verwees hij naar Uruzgan en het Nederlandse aandeel in de strijd tegen de Taliban. Op projectieschermen werden historische oorlogsbeelden getoond. De traditionele 17e eeuwse tekst was aangevuld met militaire en journalistieke termen. <ref>Vussen, Peter van de, ‘De Gijsbrecht met video, techno en rap’ In: Utrechts Nieuwsblad, 14 augustus 2008</ref>
 
De meest recente opvoering van de ''Gysbrecht'' vond plaats op 1 januari 2010 door theatergroep De Warme Winkel. De groep maakte een eigen versie van drie kwartier (in plaats van de oorspronkelijke zesdrie uur). De toneelgroep werd gegrepen door Vondels taalgebruik en deed er alles aan om hier zo strak mogelijk aan vast te houden. De alexandrijnen werden behouden, omdat deze volgens de theatergroep het stuk maken. De acteurs moesten zich daarom strak aan de tekst houden; ze wilden niet spelen met metrum of woordvolgorde. Herman van Elteren, een 82-jarige acteur die het stuk zo'n 600 keer had gespeeld, hielp hen daarbij. Ook werden voor de gelegenheid oude opnamen beluisterd.
 
== Trivia ==