Herman Jan van den Brink: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 2:
 
== Levensloop ==
Van den Brink was afkomstig uit [[Rotterdam]]. Oorspronkelijk was hij actief als wijnkoper en hield zich slechts als hobby bezig met architectuur. Hij ontwierp zo plannen voor de verbouwing van zijn eigen woning en voor een pastorie van een bevriende pastoor. Na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 profiteerde Van den Brink van de snel toenemende vraag naar kerken en andere kerkelijke gebouwen. Zo maakte hij voor aartsbisschop [[Joannes Zwijsen|Zwijsen]] een ontwerp voor het [[SparrendaalSeminarie (Driebergen)Rijsenburg|seminarie van Rijsenburg]]. Zwijsen keurde het ontwerp goed en het seminarie werd gebouwd. Hierop kreeg Van den Brink nog veel meer opdrachten uit de katholieke hoek voor de bouw van kerken, scholen en andere instellingen. In 1859 werd hij benoemd tot hofarchitect van het Aartsbisdom Utrecht. Tussen 1860 en 1861 restaureerde hij de [[Sint-Catharinakathedraal]] in [[Utrecht (stad)|Utrecht]]. De Sint-Eusebiuskerk die hij in 1864 in Arnhem bouwde geldt als zijn belangrijkste werk. Hij kreeg echter ook [[profaan|profane]] opdrachten. Zo ontwierp hij het brandspuithuis voor de gemeente Rijsenburg, enkele [[buitenplaats]]en en verbouwde hij het [[Kasteel Moersbergen]] in [[Doorn (Utrecht)|Doorn]].
 
Van den Brink werkte aanvankelijk in [[neoclassicisme|neoclassicistische stijl]] maar vermengde die bij het ontwerp voor het seminarie van Rijnsburg met invloeden uit het romaans en de gotiek. Bij zijn kerken gebruikte hij vooral invloeden uit de gotiek. Hij was een wat late maar typische representant van de ''stukadoorsgotiek'', een vroege [[neogotiek|neogotische]] stijl waarin vormen uit de gotiek werden gebruikt zonder veel begrip van de gotische constructie. Illustratief voor dit gebrek aan deskundigheid is zijn restauratie van de Sint-Catharinakerk in Utrecht, een voorbeeld van [[Brabantse gotiek]], die hij aan de binnenkant verbouwde tot een imitatie van een 13e-eeuwse Franse kathedraal. Na de oprichting van het [[St. Bernulphusgilde]] in 1869 werd Van den Brinks rol als vooraanstaande kerkenarchitect in het Aartsbisdom Utrecht steeds meer overgenomen door [[Alfred Tepe]]. Veel van zijn bouwwerken zijn inmiddels afgebroken.