Celso Costantini: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
'''Celso Benigno Luigi Costanini''' ([[Zoppola|Castion di Zoppola]], [[3 april]] [[1876]] - [[Rome (stad)|Rome]], [[17 oktober]] [[1958]]) was een [[Italië|Italiaans ]] [[geestelijke]] en [[kardinaal (geestelijke)|kardinaal]] van de [[Rooms-katholieke kerk]].
 
Costantini studeerde in Rome [[filosofie]] en [[theologie]] en promoveerde in beide vakgebieden, alvorens op [[26 december]] [[1899]] tot [[priester]] [[wijding|gewijd]] te worden. Hij verrichtte vervolgens [[pastoor|pastoraal]] werk in het het bisdom [[Concordia Sagittaria|Concordia-Pordenone]], van welk bisdom hij in [[1914]] [[apostolisch administrator]] was. Van [[1919]] tot [[1920]] was hij [[vicaris-generaal]] van het bisdom en in [[1920]] werd hij benoemd tot apostolisch administrator van [[Rijeka|Fiume]]. Op [[22 juli]] [[1922]] benoemde [[paus Benedictus XV]] hem tot [[titulair bisschop]] van ''[[Hiërapolis (Frygië)|Hiërapolis]]'' en tot gezant van de [[Heilige Stoel]] in [[China]]. Daar hield Costantini zich actief bezig met de missie. Hij belegde een eerste Chinese bisschoppenconferentie en stond aan de wieg van de katholieke Fu Jen universiteit in het tegenwoordige [[Taiwan]]. In [[1931]] richtte hij de [[Congregatie van de Discipelen van de Heer]], een Chinese missiecongratie die vandaag de dag nog steeds bestaat. Nadat hij in [[1933]] uit China was terugekeerd, benoemde [[paus Pius XI]] hem tot secretaris van de [[Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren|Congregatie tot Voortplanting des Geloofs]]. Tijdens het [[consistorie]] van [[12 januari]] [[1953]] nam [[paus Pius XII]] hem op in het [[College van Kardinalen]]. Hij kreeg de ''[[Santi Nereo ede Achilleo]]'' als [[titelkerk]].
 
Costantini lag in het ziekenhuis, waar hij een [[vaatchirurgie|vaatchirurgische]] ingreep moest ondergaan, terwijl de voorbereidingen werden getroffen voor het [[Conclaaf van 1958]]. Even nadat hij had laten weten zich gesterkt genoeg te voelen om aan het conclaaf deel te nemen, overleed hij aan de gevolgen van een hartaanval. Zijn uitvaart werd door 31 kardinalen, die voor het conclaaf in Rome waren, bijgewoond.