Belichtingsmeter: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Philip Habing (overleg | bijdragen)
Philip Habing (overleg | bijdragen)
Regel 10:
== Reflectiemeting en 18% grijs ==
Een reflectiemeting kan in eenzelfde verlichtingssituatie tot een flink ander resultaat leiden.
In de volgende voorbeelden is het omgevingslicht voor alle situaties hetzelfde. Een fotograaf plaatst naast elkaar drie vlakken: Een wit, een [[grijswaarde|middengrijs]] (of 18% grijs) en een zwart. Nu voert de fotograaf drie reflectiemtingen uit:
* Meting 1: Op het middengijs vlak. De belichtingsmeter, geijkt op 18% grijs, meet licht en geeft een belichting (zeg [[Filmgevoeligheid|iso]] 100 & 1/125 en F16).
* Meting 2: Op het witte vlak. De belichtingsmeter, geijkt op 18% grijs, meet heel veel gereflecteerd licht en zal nu de [[Belichtingstijd|sluitertijd]] te verhogen of het [[diafragma (optica)|diafragma]] verder te sluiten (bijvoorbeeld iso100 & 1/250 en F16). Opmerking: de meter interpreteert technisch correct dat er veel licht op de meter valt, maar vanuit de omgeving bekeken is er niets veranderd met de vorige situatie: feitelijk weerkaatst het onderwerp slechts veel van het omgevingslicht. Het resultaat is de gemeten belichting is nu een onderbelichte foto.