Verschoningsrecht: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
J. Schep (overleg | bijdragen)
DennisPeeters (overleg | bijdragen)
k WikiCleaner 0.99 - Link naar doorverwijspagina aangepast. Help mee!
Regel 19:
Voor die laatste categorie is door de rechtspraak in Nederland erkend, dat de [[advocaat (beroep)|advocaat]], de [[arts]], de [[geestelijke]], de [[notaris]], de medewerker van de [[reclassering in Nederland|reclassering]] en de juridisch medewerker van een [[bureau voor rechtshulp]] kunnen weigeren een verklaring af te leggen, op voorwaarde dat het gaat om feiten en omstandigheden, die zij in hun hoedanigheid van geheimhouder te weten zijn gekomen. Het wordt ook wel functioneel verschoningsrecht genoemd. De reden voor het verschoningsrecht van deze groep is, dat het gaat om [[vertrouwenspersoon|vertrouwenspersonen]], voor wie een [[beroepsgeheim]] geldt. Het wordt als een groot maatschappelijk belang gezien, dat een ieder zich vrij tot hen om bijstand en advies moet kunnen wenden, zonder vrees voor openbaarmaking van wat besproken is. Dit belang wordt zo groot gevonden, dat het een inbreuk rechtvaardigt op het genoemde beginsel van de waarheidsvinding.
 
Het [[Gerecht van Eerste Aanleg]] van de [[Europese Unie]] heeft op 17 september 2007 bepaald dat een ''in-house lawyer'' gezien de hiërarchische ondergeschikte positie ten opzichte van zijn werkgever, die tevens cliënt is, geen verschoningsrecht toekomt in geval van een onderzoek door de [[Europese Commissie]]. Deze uitspraak maakt twijfelachtig of de advocaten in loondienst in Nederland, de zogenaamde [[Cohen-advocaten]] zich op het verschoningsrecht kunnen beroepen. Daarover is nog geen gerechtelijke uitspraak van een Nederlandse rechter bekend. Het Europese [[Hof van Justitie (Europese Unie)|hof van Justitie]] heeft op 14 september 2010 in het [[Akzo]]-arrest bepaald, dat een advocaat die bij zijn opdrachtgever in dienst is, zich niet op het verschoningsrecht mag beroepen. Het enkele feit dat de onafhankelijkheid van advocaten in dienstbetrekking in Nederland en in enkele andere Europese lidstaten met [[beroepsregels]] en [[statuten]] wordt gewaarborgd, maakt voor het hof geen verschil.
Niet helemaal duidelijk is of de strekking van dit arrest zich beperkt tot het [[mededingingsrecht]], dan wel dat de advocaat in dienstbetrekking zich ook in andere zaken niet op het verschoningsrecht kan beroepen. De [[Nederlandse orde van advocaten]] heeft op 14 oktober 2010 aangekondigd daar nader onderzoek naar te zullen instellen.
 
Regel 26:
 
Het verschoningsrecht is door de rechtspraak in Nederland niet toegekend aan de [[registeraccountant]] en evenmin aan de [[belastingadviseur]]. Ook de [[gezinsvoogd]], de [[vertrouwensarts]] en het [[gemeenteraadslid]] kunnen zich er niet op beroepen.
De Hoge Raad heeft op 19 april 2009 (LJN: BG9470) de [[Mediator (conflict)|mediator]] vooralsnog het verschoningsrecht ontzegd.
 
===De rechter toetst marginaal===