Beleg van Gulik (1610): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Arch (hernoemd) (overleg | bijdragen)
wiki
k typo
Regel 14:
| commander1=[[Bestand:Prinsenvlag.svg|20px]] [[Maurits van Oranje]] [[Bestand:Frankreich staatsflagge bis1790.gif|border|24px]] [[De La Chátre]]
| commander2=[[Bestand:Flag of New Spain.svg|20px]] [[Rauschenburg]]
| strength1=25. 500 man
| strength2=1.5001500 man
| strength3=
| casualties1=
Regel 33:
 
== Beleg ==
Op 29 juli was Maurits ter plaatse, en nam meteen voorbereidingen tot het beleg. Regentes van Frankrijk, [[Maria de' Medici]] had intussen de [[maarschalk]] [[De La Chátre]] gezonden. Deze was niet verder gekomen dan [[Trier]], en gaf aan dat zijn leger niet groot genoeg was om zonder gevaar Gulik te bereiken. Hij verlangde dat er niet tot een belegering over gegaan zou worden, voordat hij ook aanwezig was. Men ontdekte dat de maarschalk tot een gerechtelijke beslaglegging wilde overgaan zodra de stad ingenomen was. Maurits zond enkele [[compagnie]]ën naar De La Chátre, en beloofde hem met het gehele Staatse leger komen bij te staan, indien de [[Spanje|Spaanse]] veldheer [[Ambrogio Spinola]] hem de doortocht zou beletten. Intussen maakte Maurits vorderingen tijdens het beleg. Hij had het leger [[approche]]s laten graven, en de [[Lijst van vaktermen in de vestingbouwkunde|buitenwerken]] van de stad waren inmiddels geslecht. Maurits vreesde dat de stad zou vallen voordat De La Chátre aanwezig was. Zodoende was hij op 18 augustus ter plaatse. Toen Maurits de Franse troepen kwam bezichtigen liet De La Chátre zijn uitgedoste troepen in slagorde opstellen en paraderen. Het leger bestond uit 5.200 Franse- en 3.300 man Zwitserse troepen. De La Chátre zag ook Maurits' troepen opgesteld staan, en voerden op gedisciplineerde wijze krijgshandelingen uit. Daarop begon het beleg. Maurits liet zijn geschut de [[kazemat]]ten en stads[[wal]]len beschieten. Op 25 augustus schoten zij grote gaten in de [[escarp]]en waardoor zij 's nachts op 26 augustus door de [[stadsgracht]] de stad konden bestormen en de [[bedekte weg]] van het [[bastion]] wisten te bereiken. Daarbij was opmerkelijk weinig tegenstand gekomen van de verdedigers. Er werden gaten gehakt in het metselwerk, en mijnen geplaatst. Intussen liet Maurits bij dageraad op 27 augustus de stad opeisen, waarop de stad drie dagen bedenktijd vroeg. Maurits ging verder met de belegering. Hij liet de beschietingen op stad en kasteel verdubbelen en op op 29 augustus was de ondermijning voltooid. De verdedigers hadden de ondermijning bemerkt, en wierpen granaten, waardoor vijf van MauritMaurits's mijnleggers omkwamen. Maurits liet daarop ook een mijn ontploffen, maar deze bracht weinig schade aan de stad. Maurits ging daarop verder met de ondermijning. Toen Maurits wetenschap kreeg dat de belegeraars dat ook deden, liet hij een mijn met twee tonnen [[buskruit]] springen. De verdedigers hadden drie tonnen geplaatst, die daardoor ook ontploften, en grote schade aan de wal aanbrachten. Dit bracht zoveel schrik binnen de stad dat zij meteen een onderhandelaar zonden. In de nacht van 1 op 2 september gaf de stad zich op eerlijke voorwaarden over.
 
== Nasleep ==