Nikolaj Podgorny: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 7:
Na het vertrek van Chroesjtsjov uit de Oekraine in 1950 steg Podgorni snel in de Oekraïense partijhiërarchie en van 1956 tot 1963 was hij partijchef (secretaris) van de [[Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek| Oekraïense Republiek]]. Podgorni kreeg in deze periode meermaals stevige kritiek te verduren van Chroesjtsjov, onder meer met betrekking tot misoogsten eind jaren vijftig. Landelijk ondersteunde hij Chroesjtsjov echter in zijn [[destalinisatie]]-politiek en was hij als voorzitter van een “revisie-commissie” mede verantwoordelijk voor het terugtreden van [[Vjatsjeslav Molotov|Molotov]], [[Lazar Kaganovitsj|Kaganovitsj]] en [[Georgi Malenkov|Malenkov]].
 
Na de val van Chroesjtsjov in 1962-1963 en de steun die Podgorni daarbij verleende aan [[Leonid Brezjnev]], trad Podgorni toe tot de landelijke regeringselite. Van 1965 tot 1977 was hij voorzitter van het presidium van de [[Opperste Sovjet]], als opvolger van [[Anastas Mikojan]]. Van 1966 tot 1977 was hij tevens volledig lid van het [[Politbureau van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie|Politbureau]]. Met dit alles werd hij een van de belangrijkste functionarissen van het land. Eind jaren zestig werd Podgorni met Brezjnev en [[Aleksej Kosygin| Kosygin]] gerekend tot de leidende ''[[Trojka (gezelschap) |Trojka]]'' van de Sovjet-Unie. Podgrorni stond daarbij bekend als hervormingsgezind (hij pleitte bijvoorbeeld voor meer ruimte voor het geloof}. In de jaren zeventig zou hij in rangorde echter voorbij worden gestreefd door conservatieve partij-ideoloog [[Michail Soeslov]], met wie hij binnenskamers regelmatig in de clinch lag. De strijd met Soeslov draaide uiteindelijk ook uit op een intern conflict met Brezjnev, wat uiteindelijk leidde tot zijn terugtreden uit al dienszijn belangrijke posities in 1977.
 
Podgorni droeg de titel [[Held van de Sovjet-Unie]] en kreeg zeven keer de [[Leninorde]]. Hij overleed in 1983 aan [[kanker]].