Jacob Boreel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[File:AmsterdamDamsquar.jpg|thumb|300px|Het [[stadhuis op de Dam]] door [[Gerrit Berckheyde]]]]
 
'''Jacob Boreel''' ([[1 april]] [[1630]] - [[Velsen]], [[21 augustus]] [[1697]]) was in 1665 gezant naar [[Moscovië]], [[schepen]], ambassadeur in Frankrijk, [[schout]] en betrokken bij de [[Sociëteit van Suriname]]. In 1691, 1693, 1695, 1697 was hij burgemeester van Amsterdam. Zijn familie was afkomstig uit AntwerpenGent en naar [[Middelburg (Zeeland)|Middelburg]] verhuisd. Daar was Jacob Boreel burgemeester en een van de oprichters van de [[Vereenigde Oostindische Compagnie|VOC]], zijn broer Johan Boreel was onderhandelaar bij het [[Twaalfjarig Bestand]] en stond op vriendschappelijke voet met [[Hugo de Groot (rechtsgeleerde)|Hugo Grotius]]. Willem Boreel leende geld aan koning [[Charles I]] en [[Charles II van Engeland]].
 
==Biografie==
Jacob Boreel was de zoon van [[Willem Boreel]], [[pensionaris]] van Amsterdam. Van 8 september 1664 tot 21 augustus 1665 was hij als gezant in Rusland, samen met [[Nicolaes Witsen]], die zich ontwikkelde als een autoriteit met betrekking tot [[Tartarije]]. Boreel werd de schoonzoon van [[Balthasar Coymans (1589-1657)|Maria Trip]], toen hij in 1667 met Isabella Coymans (1647-1705) trouwde. Johan Boreel, zijn broer (?), werd gezant in Engeland. Tussen 1678 en 1681 was hij ambassadeur in Parijs en correspondendeerde met [[Johan de Witt]], [[Christiaan Huygens]] en [[Pieter de Graeff]]. Die stad was niet de meest aangewezen plek: hij was grof en weinig verfijnd en haalde zich de woede van [[Lodewijk XIV]] op zijn hals. Bovendien sprak zijn vrouw geen Frans. Zij beschikte over een grote collectie hondjes, waar ze mee door de stad wandelde. In 1672 viel hij van de stoep voor zijn huis in de [[Nieuwe Doelenstraat]].
 
Als diplomaat was Boreel aanwezig bij het sluiten van de [[Vrede van Nijmegen]] en de [[Vrede van Rijswijk]]. Van 1681 tot 1691 werd hij [[schout]] en adviseerde de [[vroedschap]]. Boreel was actief in het veroordelen van boekverkopers en marskramers, die ''ongeoorloofde pasquillen, Franse gazetten en vuyle libellen'' verkochten. Zijn naam wordt genoemd in een proces van de burgemeesters [[Joan Huydecoper van Maarsseveen (junior)]] en Nicolaes Witsen tegen de [[Romeijn de Hooghe]]. In 1690 kocht hij een kasteel in [[Heemskerk]] en liet het afbreken.