Samuel Pepys: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Luckas-bot (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
Pepys werd geboren in [[Londen]] in [[1633]] als zoon van een [[kleermaker]]. Hij volgde de St Paul's School in Londen en het [[Magdalene College]] in [[Universiteit van Cambridge|Cambridge]], waarna hij in dienst trad bij admiraal [[Edward Montagu]]. Zijn andere werkgever was [[George Downing]]. In [[1655]] trouwde hij met de vijftienjarige Elizabeth St Michel. Zijn dagboeken hield hij bij van [[1660]], het jaar waarin hij als klerk in dienst trad bij de marine, tot [[1669]], toen hij een oogkwaal kreeg en dacht volledig blind te worden. Hetzelfde jaar stierf zijn vrouw.
 
In [[1672]] werd hij benoemd tot secretaris van de admiraliteit. Deze functie vervulde hij met een onderbreking van vier jaar aan het eind van de regeringsperiode van [[Karel II van Engeland]] tot hij zich ten tijde van de [[Glorious Revolution]] uit het openbare leven terugtrok. Hij was een van de belangrijkste ambtenaren van zijn tijd en een zeer gecultiveerd man, met bijzondere belangstelling voor boeken, muziek, theater en wetenschap. Hij werd in [[1665]] gekozen tot lid van de [[Royal Society]], (de Britse Nationale Academie van Wetenschappen), waarvan hij later president werd. Daarnaast bekleedde hij diverse andere publieke functies, waaronder die van parlementslid. Hij stierf kinderloos in [[1703]]. Zijn tijdgenoot [[John Evelyn]] herdacht hem als "alom geliefd, vriendelijk, vrijmoedig en geleerd op diverse gebieden".
 
Na Pepys’ dood werden zijn dagboeken nagelaten aan het Magdalene College. De zes delen waren geschreven in een [[Code (representatie van gegevens)|code]] gebaseerd op [[stenografie]]. Zij werden tussen [[1819]] en [[1822]] voor het eerst ontcijferd door John Smith. Een verkorte (en gekuiste) versie verscheen in [[1825]]; de complete dagboeken van meer dan 3800 pagina’s pas in [[1893]]. In Nederland verscheen het werk in [[1967]] onder de naam ''Dagboek van een levensgenieter'', vertaald door [[A. Alberts]].
 
Samuel Pepys beschreef bijna tien jaar lang zijn dagelijks leven met een nietsontziende eerlijkheid. De vrouwen waarmee hij verhoudingen had, zijn vrienden, zijn bezigheden, alles en iedereen beschreef hij tot in de details. Zijn dagboeken getuigen van zijn jaloezieën en onzekerheid, zijn dagelijkse beslommeringen en de onfraaie manier waarop hij zijn vrouw behandelde. Hij hield van wijn en spelen, was een rokkenjager en hechtte grote waarde aan het door hem vergaarde fortuin en de positie die hij bekleedde. Hij werd gedreven door nieuwsgierigheid en liet zich vaak door deze nieuwsgierigheid leiden, zodat hij altijd sterk impulsief reageerde.
 
Zijn dagboeken zijn vooral van belang vanwege hun beschrijving van Londen in de tweede helft van de zeventiende17e eeuw. Daaronder zijn persoonlijke weergave van de [[Restauratie (Engeland)|Restauratie]], de [[Pestepidemie in Londen|Londense pestepidemie]] van [[1665]], de [[Grote brand van Londen]] van [[1666]] en het arriveren van de Nederlandse vloot tijdens de [[Tocht naar Chatham]] en andere gebeurtenissen van de [[Tweede Engels-Nederlandse Oorlog]] ([[1665]]-[[1667]]). Pepys laat in verschillende passages van zijn waardering voor de Nederlanders blijken (''a wise, brave and noble people''), vooral als hij weer eens gefrustreerd is geraakt door het wanbeleid van het eigen bestuur.
 
In [[1679]] werd hij gedwongen ontslag te nemen bij de admiraliteit en werd beschuldigd van de verkoop van marinegeheimen aan de Fransen en naar de [[Tower of London|Tower]] gestuurd. De aanklacht werd uiteindelijk ingetrokken.