Wetgevingsprocedures van de Europese Unie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+ sjabloon recht EU
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix
Regel 2:
 
== Gewone wetgevingsprocedure ==
{{HoofdartikelZie hoofdartikel|Gewone wetgevingsprocedure}}
Verreweg het meest gebruikt is de [[gewone wetgevingsprocedure]] (artikel 294 van het [[Werkingsverdrag]]), waar het [[Europees Parlement]] en de [[Raad van Ministers van de Europese Unie|Raad van Ministers]] beide in twee lezingen over het wetsvoorstel van de [[Europese Commissie]] stemmen. In de eerste lezing kan het Europees Parlement het wetsvoorstel goedkeuren of amenderen (dus niet verwerpen), waarop de Raad van Ministers in haar eerste lezing het wetsvoorstel met de eventuele amendementen van het parlement ofwel kan aannemen, ofwel over het wetsvoorstel een "gemeenschappelijk standpunt" kan innemen. Als het laatste het geval is wordt het voorstel inclusief het gemeenschappelijk standpunt voor een tweede lezing naar het Europees Parlement gezonden dat het geheel met een [[gewone meerderheid]] kan aannemen of met een [[absolute meerderheid]] kan verwerpen dan wel amenderen. In geval van amendering door het parlement stemt de Raad van Ministers in een tweede lezing over de amendementen (over het wetsvoorstel zelf kan niet meer gestemd worden). De stemming moet eenparig (unaniem) zijn bij een negatief advies over de amendementen door de [[Europese Commissie]], bij een positief advies volstaat een [[gekwalificeerde meerderheid]]. Als de Raad van Ministers de amendementen verwerpt volgt een laatste bemiddelingspoging.
 
== Bijzondere wetgevingsprocedure ==
{{HoofdartikelZie hoofdartikel|Bijzondere wetgevingsprocedure}}
In sommige gevallen vermelden de Verdragen dat er een bijzondere wetgevingsprocedure gebruikt dient te worden in de vaststelling van een verordening, een richtlijn of een besluit. De Verdragen bevatten geen nadere bepalingen betreffende het verloop van deze bijzondere wetgevingsprocedures, terwijl in artikel 294 van het [[Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie]] wel dergelijke bepalingen betreffende de gewone wetgevingsprocedure zijn vastgesteld. Daarom moet in ieder geval afzonderlijk worden verwezen naar de rechtsgrondslagen van deze procedures.
 
Regel 24:
=== Procedures in de derde pijler ===
Ook in de derde pijler voltrok de besluitvorming zich grotendeels intergouvernementeel. Net als in de tweede pijler hebben zowel de [[Europese Commissie]] als de EU-lidstaten het initiatiefrecht voor een beslissingsvoorstel. De besluitvorming over dit voorstel in de [[Raad van de Europese Unie|Raad van ministers]] vindt plaats op basis van unanimiteit. Voor besluiten van uitvoerende aard echter ook in deze pijler slechts een [[gekwalificeerde meerderheid]] nodig. Het [[Europees Parlement]] heeft in de derde pijler iets meer invloed dan in de tweede. Zo moet de Raad het parlement om advies vragen alvorens het een besluit mag nemen.
 
{{Sjabloon:Navigatie recht Europese Unie}}
 
{{Sjabloon:Navigatie recht Europese Unie}}
 
[[Categorie:Wetgevingsprocedures van de Europese Unie|*]]