Cornelis Evertsen de Jongste: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k robot: defaultsort |
lf |
||
Regel 9:
In [[1672]] sloeg hij in de aanloop van de [[Derde Engels-Nederlandse Oorlog]] een verraderlijke Engelse aanval op de [[Smyrnavloot]] af. In de [[Slag bij Solebay]] vocht hij op de ''Zwanenburg'' (44 kanonnen). In 1673 heroverde hij [[Nieuw-Nederland]] als viceadmiraal bij de [[West-Indische Compagnie|WIC]], met als vlaggenschip nog steeds de ''Swaenenburgh''. Eigenlijk was dit onbedoeld: zijn oorspronkelijke opdracht was om met zes schepen per verrassing [[Sint-Helena (eiland)|Sint-Helena]] te veroveren om aldaar zoveel mogelijk nietsvermoedende Engelse Indiëvaarders te onderscheppen. Na zijn vertrek in december 1672 werd hij echter opgehouden door gevechten bij de archipel [[Kaapverdië]] waarna bleek dat de [[Vereenigde Oostindische Compagnie|VOC]] Sint Helena al genomen had. Een alternatief aangegeven doel was [[Cayenne (stad)|Cayenne]] maar Cornelis vond zijn vloot daarvoor bij nader inzien te zwak. Hij sloot zich aan bij een vloot van de [[Admiraliteit van Amsterdam|Amsterdamse Admiraliteit]], tastte de kust van [[Virginia (staat)|Virginia]] met succes aan en verscheen in augustus 1673 met een vloot van 21 schepen voor [[New York City|New York]] dat zich overgaf en door hem tot Nieuw Oranje herdoopt werd. De oceaan weer overstekend naar [[Cádiz (stad)|Cádiz]] werd hij daar door de Britten tot een scheepsduel uitgedaagd wat het Nederlandse kampioensschip verloor. Bij terugkeer in Zeeland in juli 1674 werd hij er door de [[Staten van Zeeland]] van beschuldigd zich niet aan de orders te hebben gehouden: men was niet zo blij met het herwonnen bezit en Cornelis had natuurlijk nooit de prijsgelden met de Hollanders mogen delen. Pas in januari 1675 werd hij bij de marine een [[vlagofficier]]: [[schout-bij-nacht]].
In 1677 had hij het bevel over de blokkadevloot tegen de [[Duinkerker Kapers]], die nu in Franse dienst waren. Op 20 september 1679 werd hij viceadmiraal als opvolger van zijn neef Cornelis de Jonge; op 1 april 1684 luitenant-admiraal en bevelhebber van 's Lands Vloot als opvolger van [[Cornelis Tromp]]. Hij was eskadercommandant van de voorhoede bij de vloot waarmee [[
Cornelis is nooit getrouwd geweest en had een zeer goede relatie met stadhouder Willem III. Marinehistoricus [[Gerben Graddes Hellinga]] heeft het vermoeden geuit dat de admiraal één van de minnaars van Willem III was. Cornelis werd na zijn dood in 1706 opgevolgd door zijn jongste broer [[Geleyn Evertsen]]. Hij ligt begraven in [[Middelburg (Zeeland)|Middelburg]]. Bij zijn testament vermaakte hij een belangrijk deel van de erfboedel aan een verder totaal onbekende man.
|