Exercitiegenootschap: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MystBot (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
Een '''exercitiegenootschap''' (ook wel ''vrijcorps'' of ''genootschap voor de wapenhandel'') was een gewapende particuliere organisatie, opgericht tussen 1783 en 1786, met als doel de burgerij te oefenen in het hanteren van een geweer. Exercitiegenootschappen werden gepropageerd door [[Joan van der Capellen tot den Pol]], die een oud boek (1732) van [[Andrew Fletcher]] vertaalde, met ideeën uit [[Schotland]] over burgerbewapening. De aanleiding zag Joan van der Capellen in een ernstig verval in de bestaande, [[Orangisme (Republiek)|prinsgezinde]] [[schutterij]]en. De [[patriotten]] probeerden tijdens de [[Vierde Engelse Oorlog]] een oplossing te zoeken voor de kosten van een huurleger en het aantrekken van buitenlandse officieren in het [[Staatse leger]].
 
Exercitiegenootschappen werden opgericht naar Schots, Amerikaans en Zwitsers voorbeeld, daar waren burgers bewapend met een geweer om de ''ware vrijheid'' te verdedigen. Een exercitiegenootschap had in tegenstelling tot de [[schutterij]] een democratisch gekozen bestuur. In het reglement van de exercitiegenootschappen was '''nooit''' opgenomen dat het achterliggende doel was de bevolking republikeinse beginselen bij te brengen en door middel van petities inspraak op te eisen in en op de samenstelling van het stadsbestuur. De tegenhangers van de exercitiegenootschappen waren de [[oranje-vrijcorps]]en (of kortweg vrijcorpsen), die onder leiding van [[Willem Gustaaf Frederik Bentinck van Roon]] en [[James Harris]] ontstonden in 1786 en 1787, maar mede door onderdrukking van staatswege nooit echt van de grond kwamen.
 
==Organisatie en structuur==