Koenraad de Rode: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 11:
}}
'''Koenraad de Rode''' (ca. [[922]] - bij [[Augsburg]], [[10 augustus]] [[955]]) was een belangrijke hoveling van [[Otto I de Grote]] en hertog van [[Hertogdom Lotharingen|Lotharingen]]. Zijn bijnaam werd hem gegeven omdat hij een opvallend rood gezicht had.
Koenraad volgde in 941 zijn vader Werner op als graaf van de [[Gouw (Germaans)#Gouwen in Duitsland en Oost-Frankrijk|Nahegouw]], [[Gouw (Germaans)#Gouwen in Duitsland en Oost-Frankrijk|Spiersgouw]] en de [[Gouw (Germaans)#Gouwen in Duitsland en Oost-Frankrijk|Wormsgouw]]. Ook werd hij dat jaar benoemd tot graaf van de [[Gouw_(Germaans)#Gouwen_in_Duitsland_en_Oost-Frankrijk|Niddagau]]. Koenraad had persoonlijke bezittingen bij [[Waiblingen]] en [[Bad Dürkheim (stad)]]. Direct al in 941 had Koenraad een vooraanstaande rol in het onderdrukken van de opstand van [[Hendrik I van Beieren]]. In 942 was hij een van de bemiddelaars van de vrede van [[Visé]], waarbij het conflict tussen Otto en [[Lodewijk IV van Frankrijk]] werd beëindigd. Dat jaar werd hij ook benoemd tot graaf van [[Hertogdom Franken|Franken]], als waarnemer voor de overleden hertog [[Everhard III van Franken]]. In 944 volgde zijn benoeming tot hertog van Lotharingen, en gaf hij zijn functie als graaf van Franken op.
Hoewel Koenraad persoonlijk geen grote machtspositie in Lotharingen had, wist hij dit onrustige hertogdom toch redelijk onder controle te krijgen hoewel machtige edelen als [[Reinier III van Henegouwen]] weerspannig bleven. Hij schonk in 946 bezittingen aan de kerk in [[Speyer]] en trouwde in 947 met Liutgard, dochter van Otto. Hij sloeg in deze periode eigen munten in Speyer, [[Bingen]] en [[Worms]].
In 951 volgde Koenraad Otto naar [[Italië]] en werd in 952 benoemd tot diens stadhouder in [[Pavia]]. In die functie onderhandelde hij een regeling met [[Berengarius II van Italië]] waardoor die koning van Italië kon blijven onder het oppergezag van Otto. Toen Otto vervolgens aanvullende voorwaarden aan Berengar oplegde, was Koenraad diep beledigd over de inbreuk die Otto op zijn bevoegdheden had gemaakt. Dit was voor Koenraad reden om in 953 de opstand van [[Liudolf van Zwaben]] te steunen. De opstand verliep niet gunstig en Liudolf zocht steun bij de [[Hongaren]]. De Hongaren waren echter geen reguliere bondgenoten maar maakten gebruik van de staat van burgeroorlog door op grote schaal te gaan plunderen. Voor veel van de opstandelingen was dit een reden om zich met Otto te verzoenen. Ook Koenraad koos in 954 weer de kant van Otto. Hij moest zijn functie als hertog opgeven maar kon al zijn graafschappen en persoonlijke bezittingen behouden.
Nog in 954 leidde Koenraad een veldtocht tegen de [[Slaven|Slavische]] stammen die de opstand hadden gesteund en in 955 was hij aanvoerder van het contigent uit Franken tijdens de [[slag op het Lechveld]]. Volgens de kronieken van [[Corvey]] heeft Koenraad in een rustig moment van de slag zijn wapenrusting losgemaakt om wat koelte te krijgen (het was hoogzomer) waarna hij prompt door een pijl in de keel werd geraakt en stierf. Omdat Koenraad sneuvelde op de dag van de heilige [[Laurentius van Rome]], zijn in de omgeving van Speyer in zijn nagedachtenis een groot aantal kerken aan Laurentius gewijd. Koenraad is begraven in de [[dom van Worms]].
Koenraad was een zoon van graaf Werner en een onbekende dochter van [[Koenraad de Oudere]], en dus neef van koning [[Koenraad I van Franken]]. Hij was gehuwd met Liutgard (931 - 18 november 953), dochter van koning Otto en [[Editha van Wessex]]. Koenraad en Liutgard kregen een zoon: [[Otto I van Karinthië]] (-1004).
[[Categorie:Hertog van Neder-Lotharingen]]
|