Bezit (Nederlands recht): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Scipius (overleg | bijdragen)
k en:
Pieter~nlwiki (overleg | bijdragen)
overleg 'bezit' geredigeerd en toegevoegd
Regel 15:
 
In vrijwel alle culturen is het begrip echter te vinden voor objecten van economische waarden. Sommige Afrikaanse jagerssamenlevingen kennen bijvoorbeeld niet het bezit van grond, maar wel het bezit van waterbronnen.
 
Bezit is in principe de absolute macht hebben over iets. Hieraan kleven echter praktische bezwaren. Stel dat je alleen op de wereld leeft (of denkt te leven). Je kunt dan zeggen: De hele wereld is van mij! Je kunt de hele wereld blijven overtrekken en niemand zal je waar dan ook tegenspreken, maar waarschijnlijk hou je er snel genoeg mee op, want de situatie is nogal absurd. Stel nu dat er nog een paar mensen blijken te leven en je komt om de tien jaar een ander mens tegen, die ook beweert dat de hele wereld van hem is. Nog steeds een nogal absurde situatie. Je zou hem kunnen doodslaan of hij jou, maar dat maakt de situatie er niet veel zinniger op.
 
Kortom, bezit is alleen zinnig wanneer de verzameling van mogelijke bezittingen beperkt is en dat men het kan (en moet verdedigen). Wanneer niemand ooit ook aanspraak maakt op iemands bezittingen, dan is het begrip bezit nogal irrelevant. Ook wanneer men in een groep leeft en zomaar een halve kilometer verder trekken, waar men dan vervolgens een gelijkwaardig stuk land kan claimen dan doet het begrip bezit er weinig toe. Bezit wordt pas van belang, wanneer het om een schaars en redelijk uniek goed gaat. Vanaf dat moment (en dat tijdstip onstaat geleidelijk) wordt het van belang dat ieder van belang zijnde goed van iemand of van een groep is. Men moet bijvoorbeeld kunnen investeren in dat bezit bijvoorbeeld door zaden in de grond te stoppen met een bepaalde zekerheid dat men later ook de vruchten ervan kunt oogsten (of een behoorlijk deel ervan). In de meest primitieve situatie zul men zelf het bezit moeten kunnen verdedigen, maar het is slimmer om samen met een stel naburige bezitters af te spreken dat men elkaars bezit respekteert en dat men elkaar zal helpen wanneer iemand ook maar van een van hen het bezit probeert af te pakken. Het gebied van samenwerkende boeren zal steeds groter worden en na verloop van tijd zal er arbeidsspecialisatie optreden waarbij sommigen boer blijven en anderen zich continu bezighouden met de verdediging. Een leger ontstaat. Na wat tussenliggende stadia komen we dan op een moderne overheid uit.
 
Een punt dat vaak vergeten wordt (bijvoorbeeld in een stelling als 'bezit is diefstal') is het punt dat hierboven al even aangestipt wordt, namelijk over het investeren in bezit. De totale hoeveelheid bezit is niet constant maar kan toenemen door investeringen. Wanneer iemand een stuk bos heeft, dan kan die daar niet zo veel mee. Er groeit weinig eetbaars in een bos. Hij kan af en toe een konijn schieten en wellicht dat er wat bessen of paddestoelen groeien, maar wanneer hij bereid bent om alle bomen om te hakken dan pas kan hij de grond geschikt maken voor landbouw en dan kan er veel meer per jaar op verbouwd worden. Wanneer men er dan ook nog regelmatig mest op verspreid en wisselbouw toepast en irrigatie en/of een watervoorziening aanlegt en er bijvoorbeeld een voorraadschuur op bouwt dan wordt het stuk land steeds meer waard. Stel dat zo'n stuk land 10 keer zo veel waard is als het oorspronkelijke stuk bosland waard is. Heeft hij dan 10 keer zo veel gestolen? Dat lijkt me geen logische gevolgtrekking aangezien hij 9/10 van zijn bezit door harde arbeid zelf gecreeerd heeft.
 
Even terug naar het feit dat in een moderne (redelijk volle) samenleving alles van iemand moet zijn: Het kan van een individu zijn, of een groep, of van de hele gemeenschap (hoe groot dan ook). Teneinde dit bezit nuttig te laten zijn, zal de eigenaar het zinvol moeten exploiteren. Nu blijkt in de praktijk, dat naarmate een bezitting individueler beheerd wordt, het meestal ook het meeste oplevert. Dat is alleen al een reden om voorstander van een systeem met partikulier bezit te zijn, maar als men daarbij dan ook nog eens bedenkt, dat hetgene dat die persoon verbouwt ook onder een strikt kapitalistisch systeem niet alleen hem ten goede komt, maar de hele gemeenschap, zou het ons moeten versterken in die mening. Laat me het uitleggen: Stel dat boer A alleen maar appels verbouwt op zijn land en boer B alleen maar biefstukken (aan biefstukbomen). Stel dat ze beiden geheel zelfvoorzienend zijn en dus verder niemand hebben benadeeld, afgezien van het feit dat anderen hun land niet hebben kunnen gebruiken tijdens hun gebruik, maar stel dat er nog 1000 andere boeren zijn met een even groot en even goed eigen bezit ernaast. Die twee boeren hebben dan na verloop van tijd elk een voorraadschuur vol met appels danwel biefstukken. Stel nou dat ze besluiten om een gedeelte van hun eigen oogst te ruilen met de ander tegen diens produkt. De boer die eerst alleen maar zijn eigen appels kon eten, kan nu ook biefstuk eten en de biefstukboer kan nu ook appels eten. Het lijkt me overduidelijk dat beiden bij de nieuwe situatie gewonnen hebben en dat terwijl niemand door de nieuwe situatie geschaad is. Is dat diefstal? Me dunkt van niet. Wanneer alle boeren in de buurt zich op die manier op een eigen produkt specialiseren en daarna hun produkten uitruilen dan wint iedereen ontzettend bij de situatie en niemand verliest eraan.
 
Stel nu, om het model nog wat realistischer te maken, dat er boeren zijn die niet zo goed boeren. Ze zijn dom of lui of hebben gewoon pech en jaar na jaar mislukt hun oogst. De boeren in de buurt hebben medelijden en stoppen hun wat van hun eigen overvloed toe zodat ze de winter overleven en een nieuwe oogst kunnen proberen op te kweken. Maar het blijft ze maar niet lukken. Inmiddels hebben de succesvolle boeren het elk zo druk met al hun taken: zaaien, oogsten, voorraadbeheer, marketing van hun produkten, vervoer, onderhandelen over de prijs, dat ze zo'n mislukte boer voorstellen dat hij tegen een vast tarief per tijdsperiode voor hen komt werken. Uiteraard krijgt de succesvolle boer het voor het zeggen op het bedrijf, want hij heeft bewezen zijn zaken te kunnen regelen en de ander kon dat niet en hij zal voortaan de risiko's voor hun beiden gaan dragen. Beiden winnen bij de zaak: De ondernemende boer kan zijn zaak uitbreiden tegen vaste kosten per tijdseenheid en de werknemende ex-boer heeft een vast inkomen waar hij van kan leven. Na verloop van tijd bedenken ze dat het niet slim is dat het land van de ex-boer braak blijft liggen en huurt of koopt de succesvolle boer het erbij en kan daardoor zijn produktie verdubbelen (of meer) en zijn werknemers meer betalen. Waar zit de diefstal in die systeemsverandering?
 
Eigenlijk werkt het huidige systeem nog steeds op die basis, en als je je niet gek laat maken door allerlei Marxistische? waandenkbeelden en blijft werken aan het bevorderen van het liberale? idealisme (want het blijft een idealisme?) dan komt alles uiteindelijk goed.
 
 
<i>