Gustav Simon: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
eerste poetsje; morgen verder |
k poets |
||
Regel 1:
'''Gustav Simon''' ([[Saarbrücken|Malstatt-Burbach]], [[2 augustus]] [[1900]] - [[Paderborn (stad)|Paderborn]], [[18 december]] [[1945]]) was een [[Duitsland|Duitse]] leraar en een [[Nazi|nationaalsocialistische]] Gauleiter van de Gau Trier-Koblenz van 1931 tot 1944, hoofd van de civiele administratie van [[Luxemburg (land)|Luxemburg]] van 1940 tot 1944. In deze hoedanigheid vervulde hij in Luxemburg een functie die vergelijkbaar was met die van [[Arthur Seyss-Inquart|Arthur Seyß-Inquart]] in [[Nederland]].
== Jeugd en vroege
Gustav Simons vader was Adam Simon, een spoorwegbeambte. Zijn moeder was Charlotte Karoline Wöffler. Beiden waren ze afkomstig uit boerenfamilies. Gustav Simon volgde onderwijs aan een Volksschule in Saarbrücken, waarna hij in [[Merzig]] studeerde om leraar te worden. Hij deed hij zijn [[Abitur]] eerst, en hing zijn leraarschap in 1927 aan de wilgen na nog geen jaar daadwerkelijk voor de klas te hebben gestaan. Hij besloot zich volledig te wijden aan de [[Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij|NSDAP]].
Reeds in 1923 was Simon lid geweest van een extreem-rechtse groepering, de
== Bij de NSDAP ==
Nu Simon fulltime-nazi was ging zijn loopbaan bij de NSDAP met flinke stappen vooruit. In 1928 werd hij
== Luxemburg ==
Regel 14:
Simon werkte hiertoe samen met de collaborerende Volksduitse Beweging (VDB) van professor Kratzenberg, maar diens beweging groeide slechts doordat Simon moest dreigen met ontslag voor hen die niet lid werden. Verder verbood hij de Franse taal en het gebruik van Franse uitdrukkingen. Frans klinkende achternamen moesten zelfs gewijzigd worden. In augustus 1942 werd de annexatie afgekondigd. Simons Gau zou uitgebreid worden met Luxemburg en hernoemd tot [[Reichsgau Moselland]]. Zover is het echter niet gekomen en Simon bleef Luxemburg apart van zijn eigen Gau besturen als hoofd van de civiele administratie.
Dit, alsmede de afkondiging voor de dienstplicht voor jonge mannen, leidde op 31 augustus 1942 tot een staking in het noordelijke plaatsje [[Wiltz]], die zich uitbreidde tot een [[nationale staking]]. Simon reageerde met het uitroepen van de [[noodtoestand]], en liet duizenden stakers gevangenzetten en in elkaar slaan. Twintig personen werden direct doodgeschoten,
Ook de Luxemburgse joden moesten het ontgelden. In 1940 woonden er 3,800 joden in Luxemburg, waarvan een groot deel vluchtelingen uit nazi-Duitsland. Tweeduizend van hen vluchtten bij het begin van de invasie, waarna de 1,800 overblijvers aan een toenemende repressie werden onderworpen. De Neurenberger wetten werden van toepassing verklaard, joden kregen een avondklok opgelegd, werden ontslagen, en onteigend van hun bezittingen. De synagogen werden verwoest. Tussen augustus 1940 en oktober 1941 werden in totaal 619 joden het land uitgezet. Daar hun eindbestemming, Spanje, hen niet wilde opnemen, werden ze uiteindelijk van hot naar her gesleept. De overgebleven joden werden, voor zover ze niet onderdoken, gearresteerd en in het oude klooster van [[Cinqfontaines]] geconcentreerd. Het ging hier om 683 personen. Van hieruit werden ze in groepjes gedeporteerd: aanvankelijk naar het
Tijdens Simons bewind werden 683 joden gedeporteerd, waarvan 640 om het leven kwamen. Bovendien waren 619 joden het land uitgezet. Wat met hen is gebeurd is niet duidelijk, maar er is een goede kans dat een deel van het alsnog om het leven is gekomen door de slechte omstandigheden. Daarbij zijn 8
De bezetting van Luxemburg kostte uiteindelijk op een bevolking van 300
== Vlucht en arrestatie ==
Op 1 september 1944 ontvluchtte Simon Luxemburg-stad. Hij kwam bij tijd en wijlen nog wel terug maar durfde er niet meer te overnachten. Op 9 september ontvluchtte hij de stad voorgoed, en de dag erna werd Luxemburg door de Amerikanen bevrijd.
Tot de Amerikanen in maart 1945 Trier en Koblenz bezetten, regeerde Simon zijn Gau vanuit [[Koblenz (Duitsland)|Koblenz]]. Ook de civiele administratie van Luxemburg (althans dat deel dat nog onder Duitse controle stond) werd 'tijdelijk' verplaatst naar Koblenz. Hij verbleef de eerste maanden van 1945 in slot [[Sayntal]] met zijn staf. Toen ook deze
== Overlijden ==
Hoe Gustav Simon uiteindelijk aan zijn eind kwam is niet geheel duidelijk. De
Een spectaculairdere versie doet de ronde. Luxemburg zou hebben verzocht om Simons uitlevering, en de Britten zouden hebben toegezegd. Twee Luxemburgers haalden hem per auto op om hem naar Luxemburg te brengen voor berechting. In het gehucht Waldhof dan wel in de gevangenis van Luxemburg zou Simon hebben geprobeerd te ontsnappen en zou hij bij deze vluchtpoging zijn gedood.
|