Publius Clodius Thrasea Paetus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Ombouw verouderd sjabloon met AWB
Regel 1:
'''Publius Clodius Thrasea Paetus'''<ref>''[[Corpus Inscriptionum Latinarum|CIL]]'' [http://compute-in.ku-eichstaett.de:8888/pls/epigr/epieinzel_de?p_belegstelle=CIL+04%2C+03340,025&r_sortierung=Belegstelle IV 3340, tab. 25 (p 454) = {{fnAut|1J. Andreau}}, ''Les affaires de monsieur Jucundus'', Rome, 1974, nr. 25]. Cf. [[Lijst van belangrijke werken: oude geschiedenis#PIR2|''PIR''<sup>2</sup>]] C 1187.</ref> (?-[[66]]) was een [[senaat (Rome)|Romeins senator]], lid van de ''[[Decemviri sacris faciundis|Quindecimviri Sacris Faciundis]]''{{fn<ref>[[Publius Cornelius Tacitus|2}}Tacitus]], ''[[Ab excessu divi Augusti|Annales]]'' [http://benbijnsdorp.info/ann16_21.html#16.22.1 XVI 22.1].</ref>, ''[[consul suffectus]]'' in [[56]]{{fn|3}}<ref>''PIR''<sup>2</sup> C 1187.</ref> en [[Stoa|stoïcijns]] [[filosoof]]{{fn|4}}<ref>[http://www.perseus.tufts.edu/cgi-bin/ptext?doc=Perseus%3Atext%3A1999.04.0062%3Aid%3Dthrasea Harry Thurston Peck, Harpers Dictionary of Classical Antiquities (1898)]</ref>. Hij was de schoonvader van [[Helvidius Priscus]]{{fn|5}}<ref>Tacitus, ''[[Historiae]]'' IV 4-10.</ref> en een vriend van de dichter [[Aulus Persius Flaccus]].{{fn|6}}<ref>Tac., ''Ann.'' XVI 21, 34.</ref>
 
Toen de senaat onder [[Nero (keizer)|Nero]] was vervallen tot een bende vleiers die niets te dol was om bij Nero een wit pootje te halen, weigerde Thrasea naar de senaat te komen en als hij dat al deed de vleierij van de senaat zwijgend te laten passeren of slechts uiterst summier zijn instemming te betuigen. Volgens Tacitus{{fn|7}}<ref>XVI 22.</ref> werden overal in de provincie en in de strijdkrachten de officiële berichten met overgave gelezen om te zien wat Thrasea ''niet'' had gedaan.
 
Hij wekte Nero's wrok door weg te lopen uit de senaat toen deze de zaak tegen [[Julia Agrippina minor|Agrippina]] (de moeder van Nero) behandelde. Ook hield hij zich tijdens Neros ''Juvenalia'' (het "Jongeren Feest") op de achtergrond en gaf geen blijk van groot enthousiasme, terwijl hij wel optrad in een tragedie die in Patavium (zijn geboortestad) werd opgevoerd, een gebruik dat (zo wil de overlevering) ingesteld was door de [[Troje|Trojaan]] [[Antenor (Troje)|Antenor]]. Verder wist hij voor de ''[[praetor]]'' Antistius, die vanwege zijn spot aan het adres van Nero ter dood was veroordeeld een milder vonnis los te krijgen bij de senaat en weigerde hij te verschijnen op de begrafenis (en [[apotheose]]) van [[Poppaea Sabina]].
 
Ene Capito Cossutianus zorgde ervoor dat niets van dat alles werd vergeten. Hij koesterde een wrok tegen Thrasea omdat deze het voor de Ciliciërs opnam toen zij Capito Cossutianus - als gouverneur van [[Cilicië]] - hadden aangeklaagd wegens afpersing. Samen met Marcellus Eprius zette hij een aanklacht tegen Thrasea in elkaar. Rusticus Arulenus (de latere biograaf van Thrasea die om die biografie ter dood werd veroordeeld) wilde Thrasea verdedigen in zijn functie als volkstribuun, maar werd hier door Thrasea van weerhouden.
 
Thrasea werd, samen met anderen, veroordeeld en pleegde thuis zelfmoord.
 
== Noten ==
{{References}}
{| class=plainlinks
 
|valign="top"|{{fnb|1}}
|''[[Corpus Inscriptionum Latinarum|CIL]]'' [http://compute-in.ku-eichstaett.de:8888/pls/epigr/epieinzel_de?p_belegstelle=CIL+04%2C+03340,025&r_sortierung=Belegstelle IV 3340, tab. 25 (p 454) = {{Aut|J. Andreau}}, ''Les affaires de monsieur Jucundus'', Rome, 1974, nr. 25]. Cf. [[Lijst van belangrijke werken: oude geschiedenis#PIR2|''PIR''<sup>2</sup>]] C 1187.
|-
|valign="top"|{{fnb|2}}
|[[Publius Cornelius Tacitus|Tacitus]], ''[[Ab excessu divi Augusti|Annales]]'' [http://benbijnsdorp.info/ann16_21.html#16.22.1 XVI 22.1].
|-
|valign="top"|{{fnb|3}}
|''PIR''<sup>2</sup> C 1187.
|-
|valign="top"|{{fnb|4}}
|[http://www.perseus.tufts.edu/cgi-bin/ptext?doc=Perseus%3Atext%3A1999.04.0062%3Aid%3Dthrasea Harry Thurston Peck, Harpers Dictionary of Classical Antiquities (1898)]
|-
|valign="top"|{{fnb|5}}
|Tacitus, ''[[Historiae]]'' IV 4-10.
|-
|valign="top"|{{fnb|6}}
|Tac., ''Ann.'' XVI 21, 34.
|-
|valign="top"|{{fnb|7}}
|XVI 22.
|}
== Antieke bronnen ==
* [[Publius Cornelius Tacitus|Tacitus]], ''[[Ab excessu divi Augusti|Annales]]'', XIII 49, XIV 12, 48, XV 20-22, XVI 21-35, ''[[Historiae]]'' II 91, IV 5.